Common use of Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten Clause in Contracts

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglement. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist vermogen en de feitelijke dekkingsgraad zich op dat moment ook bevindt onder het minimaal vereist vermogen, worden deze verminderingen per direct toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt in beginsel gespreid over een periode van vijf jaar. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van de vermindering. Het bestuur is bevoegd de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele van deze vermindering uit te zonderen. 3. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 4. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt worden.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke op grond van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of ten aanzien van het vereist eigen vermogen;: b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de daarvoor gestelde hersteltermijn te voldoen aan de op grond van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van actieve deelnemers, inactieve deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het herstelplan, herstelplan als bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglementde Pensioenwet. 2. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogenonvoldoende herstelkracht, worden deze verminderingen kortingen in beginsel principe gelijkmatig uitgesmeerd over een periode van maximaal de wettelijke termijn van 10 jaar, waarbij 1/10 . 3. Daarnaast wordt direct tot de noodzakelijke korting overgegaan van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat technische voorziening als de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan 6 meetmomenten (5 jaar) telkens lager is dan de bij of krachtens artikel 131 minimaal vereiste beleidsdekkingsgraad. De bijbehorende kortingen van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist vermogen pensioenrechten en de feitelijke dekkingsgraad zich op dat moment ook bevindt onder het minimaal vereist vermogen, pensioenaanspraken worden deze verminderingen per direct toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt in beginsel gespreid over een periode van vijf jaarde maximaal mogelijke termijn waarbij de jaarlijkse korting tenminste 1% bedraagt. De te berekenen jaarlijkse korting zal voor elk jaar gelijk zijn. Mocht de totale korting lager zijn dan 1% zal de korting direct in het eerste jaar volledig in rekening worden gebracht. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van de vermindering4. Het bestuur is bevoegd fonds herstelt eventuele kortingen op dezelfde manier als de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele inhaaltoeslagen beschreven bij artikel 7.1 van deze vermindering uit te zonderendit reglement. 35. Pas als alle eventuele kortingen zijn hersteld die in het verleden hebben plaatsgevonden, worden inhaaltoeslagen als bedoeld in artikel 7.1 van dit reglement toegekend. 6. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 4. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt worden.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de looptijd van het geldende herstelplan te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen of de wettelijke eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het geldende herstelplan, bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglement. 2. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan op zes achtereenvolgende (jaarlijkse) meetmomenten ligt onder de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen en de feitelijke actuele dekkingsgraad zich op bij die laatste vaststelling ook ligt onder dat moment ook bevindt onder niveau, dan is het minimaal vereist vermogen, worden fonds genoodzaakt de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen om direct aan die gestelde eisen te voldoen. Deze vermindering is onvoorwaardelijk. Het fonds kan deze verminderingen per direct vermindering evenredig spreiden in de tijd. 3. Het fonds is bevoegd de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten als bedoeld in lid 1 sub b te spreiden in de tijd. In dat geval wordt alleen de vermindering in het eerste jaar onvoorwaardelijk toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt Eventuele verminderingen in latere jaren zullen alleen worden toegepast indien en voor zover dit noodzakelijk blijkt bij het in dat jaar op te stellen herstelplan. 4. Vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten gebeurt in beginsel gespreid over met een periode van vijf jaar. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal uniform percentage voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde en andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van de vermindering. Het bestuur is bevoegd de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele van deze vermindering uit te zonderenaanspraakgerechtigde. 35. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 4. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt worden.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het De ten laste van het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten kunnen door het fonds verminderd worden. Het fonds is daartoe uitsluitend verminderen bevoegd indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de looptijd van het geldende herstelplan te voldoen aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het geldende herstelplan, bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglement. 2. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van op vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan achtereenvolgende (jaarlijkse) evaluatiemomenten ligt onder de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen en de feitelijke actuele dekkingsgraad zich op bij die laatste vaststelling ook ligt onder dat moment ook bevindt onder niveau, dan is het minimaal vereist vermogen, worden fonds genoodzaakt de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen om direct aan die gestelde eisen te voldoen. Deze vermindering is onvoorwaardelijk. Het fonds kan deze verminderingen per direct vermindering evenredig spreiden in de tijd. 3. Het fonds is bevoegd de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten als bedoeld in lid 1 sub b te spreiden in de tijd. In dat geval wordt alleen de vermindering in het eerste jaar onvoorwaardelijk toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt Eventuele verminderingen in latere jaren zullen alleen worden toegepast indien en voor zover dit noodzakelijk blijkt bij het in dat jaar op te stellen herstelplan. 4. Vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten gebeurt in beginsel gespreid over met een periode van vijf jaar. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal uniform percentage voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde en andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van de vermindering. Het bestuur is bevoegd de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele van deze vermindering uit te zonderenaanspraakgerechtigde. 35. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 46. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt worden.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds kan Bestuur kan, met inachtneming van de wettelijke bepalingen hieromtrent, de op grond van deze pensioenregeling verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend ingegane Pensioenen verminderen indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de bij of krachtens artikel 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het fonds Unilever APF terzake Kring Progress niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen deze eisen zonder dat de belangen van deelnemersDeelnemers, gewezen deelnemersGewezen Deelnemers, pensioengerechtigdenPensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers Unilever onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglement. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 138 of artikel 139 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist vermogen en de feitelijke dekkingsgraad zich op dat moment ook bevindt onder het minimaal vereist vermogen, worden deze verminderingen per direct toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt in beginsel gespreid over een periode van vijf jaarPensioenwet. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge pensioenaanspraken en ingegane Pensioenen als gevolg van het vorige lid zal voor iedere deelnemerDeelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde Gewezen Deelnemer en pensioengerechtigde Pensioengerechtigden worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ingegane Pensioenen ten tijde van de vermindering. Het bestuur is bevoegd de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele van deze vermindering uit te zonderen. 3. Het fonds Bestuur informeert de deelnemersDeelnemers, gewezen deelnemersGewezen Deelnemers, pensioengerechtigden Pensioengerechtigden, het Verantwoordingsorgaan van Kring Progress, De Nederlandsche Bank, vakverenigingen en de werkgevers Unilever schriftelijk over het besluit tot vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechteningegane Pensioenen. 4. De vermindering vermindering, bedoeld in lid 1, kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn Deelnemers, Gewezen Deelnemers, Pensioengerechtigden, Unilever en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, werkgevers en toezichthouder De Nederlandsche Bank hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt worden.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 17 van het uitvoeringsreglement17. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het (minimaal) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist vermogen en de feitelijke dekkingsgraad zich op dat moment ook bevindt onder het minimaal vereist vermogen, worden deze verminderingen per direct toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt in beginsel gespreid over een periode van vijf jaar. 2. Een vermindering van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van de vermindering. Het bestuur is bevoegd de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele van deze vermindering uit te zonderen. 3. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 43. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 1 In 2015 en 2016 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt wordende termijn op 12 respectievelijk 11 jaar worden vastgesteld.

Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 1. Het fonds voorwaardelijk korten van aanspraken geschiedt op basis van de wettelijke eisen zoals gesteld in artikel 134 van de Pensioenwet. Het pensioenfonds kan de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. indien uit het fonds gezien herstelplan blijkt dat binnen de gekozen hersteltermijn van 10 jaar de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of ten aanzien pensioenfonds op basis van het vereist eigen vermogen; b. reguliere beleid niet tot de vereiste dekkingsgraad herstelt. Elk jaar wordt door middel van (de evaluatie van) het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen zonder dat herstelplan gekeken hoe hoog de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet eventuele korting in het herstelplan, bedoeld in artikel 17 van 1e jaar wordt en wordt de korting uit het uitvoeringsreglement. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het niet voldoen aan de in de artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het eerste jaar met onmiddellijke ingang (minimaalonvoorwaardelijk) vereist eigen vermogen, worden deze verminderingen in beginsel uitgesmeerd over een periode van 10 jaar, waarbij 1/10 van het verschil tussen de in het herstelplan geprognosticeerde beleidsdekkingsgraad (per einde herstelplan) en het vereist eigen vermogen wordt verminderd. Indien het fonds genoodzaakt is om de pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen vanwege het feit dat de beleidsdekkingsgraad gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar na ingang van een herstelplan niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist vermogen en de feitelijke dekkingsgraad zich op dat moment ook bevindt onder het minimaal vereist vermogen, worden deze verminderingen per direct toegepast. Deze onvoorwaardelijke korting wordt in beginsel gespreid over een periode van vijf jaardoorgevoerd. 2. Een vermindering Het onvoorwaardelijk korten van aanspraken geschiedt op basis van de aanspraken ingevolge het vorige lid zal voor iedere deelnemer, gewezen deelnemer, andere aanspraakgerechtigde en pensioengerechtigde worden bepaald naar evenredigheid wettelijke eisen zoals gesteld in artikel 140 van de hoogte van hun pensioenaanspraken en/of pensioenrechten ten tijde van Pensioenwet. Indien de vermindering. Het bestuur is bevoegd beleidsdekkingsgraad vijf jaar achtereenvolgens onder de reeds ingegane pensioenen geheel of ten dele minimum vereiste dekkingsgraad ligt én de feitelijke dekkingsgraad op het laatste meetmoment eveneens onder de minimaal vereiste dekkingsgraad ligt dan voert het fonds een zodanige onvoorwaardelijke korting door, dat na verwerken van deze vermindering uit te zonderenonvoorwaardelijke korting de actuele dekkingsgraad van het pensioenfonds gelijk is aan de minimum vereiste dekkingsgraad. Deze korting wordt in een keer door het fonds doorgevoerd en wordt niet in de tijd gespreid. 3. Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten. 4. De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de pensioengerechtigden erover geïnformeerd zijn en een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, aangesloten werkgevers en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd. 5. Op grond van artikel 13, lid 7 kan een vermindering inzake dit artikel ongedaan gemaakt wordenHet fonds herstelt eventuele verminderingen niet.