Common use of Verzuim met behoud van inkomen Clause in Contracts

Verzuim met behoud van inkomen. 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:1 en artikel 4:2 van de Wet arbeid en zorg wordt bij verzuim voor zover dat binnen de arbeidstijd noodzakelijk is en hiervan tijdig aan de werkgever mededeling is gedaan, het maandinkomen behouden over de verzuimde tijd in de hierna te noemen gevallen. Met gehuwd of echtgenoot/echtgenote worden gelijk gesteld: de geregistreerde partner van de werknemer en de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont en duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voert, tenzij het betreft een persoon met wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. 1.1. bij ondertrouw van de werknemer gedurende een halve dag; 1.2. bij huwelijk van de werknemer, mits daarvan ten minste één week tevoren aan de werkgever is kennisgegeven, gedurende twee dagen; 1.3. bij huwelijk van één zijner kinderen, pleegkinderen, ouders en schoonouders, broers, zusters, zwagers en schoonzusters, gedurende één dag; bij bevalling van de echtgenote de dag van de bevalling en daarna gedurende twee dagen kraamverlof (zie artikel 13A), dat binnen een tijdvak van vier weken na de bevalling dient te worden opgenomen;

Verzuim met behoud van inkomen. 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:1 en artikel 4:2 van de Wet arbeid en zorg wordt bij verzuim voor zover dat binnen de arbeidstijd noodzakelijk is en hiervan tijdig aan de werkgever mededeling is gedaan, het maandinkomen behouden over de verzuimde tijd in de hierna te noemen gevallen. Met gehuwd of echtgenoot/echtgenote worden gelijk gesteld: de geregistreerde partner niet gehuwde personen van de werknemer en de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont en verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voertvoeren, tenzij het personen betreft een persoon met tussen wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. 1.1. bij ondertrouw van de werknemer gedurende een halve dag; 1.2. bij huwelijk van de werknemer, mits daarvan ten minste tenminste één week tevoren aan de werkgever is kennisgegeven, gedurende twee dagen; 1.3. bij huwelijk van één zijner kinderen, pleegkinderen, ouders en schoonouders, broers, zusters, zwagers en schoonzusters, gedurende één dag; bij bevalling van de echtgenote de dag van de bevalling en daarna gedurende twee dagen kraamverlof (zie artikel 13A), dat binnen een tijdvak van vier weken na de bevalling dient te worden opgenomen;