Common use of VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN Clause in Contracts

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Ter bestendiging van de feitelijke situatie van het gekochte en de aangrenzen- de percelen worden al zodanige erfdienstbaarheden gevestigd als nodig zijn om de toestand waarin die percelen met de daarop te stichten opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen bevinden, te handhaven, speciaal voor wat betreft de uitvoering van standaard meerwerkopties tijdens de bouw, de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten be- hoeve van telefoonaansluiting, de afvoer van hemelwater, gootwater en fecali- en (door rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en overbouw, licht en uitzicht, zijnde hieronder niet begrepen een verbod om te bouwen of verbouwen, terwijl deze erfdienstbaarheden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven, waarbij met name geldt: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dulden dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning, balkons, ramen en lichten zijn op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in bij de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldtgelden; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend die- nend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuintuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover voorzover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken ge- bruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die hebben dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel gevels van de volgens het thans bestaande bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmeren;wordt belemmerd. c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van voor het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend erf een naast gelegen perceel te bouwen woning of gebouwde opstal de daarbij behorende berging, gedeeltelijk op het dienend erf is/zijn perceel wordt gebouwd, dan wel ca- su quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal deze woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn perceel zijn aangebracht;. d. 4. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatieinbalking en inankering, inhoudende de verplichting ver- plichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend erf om te dulden dat bij de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid uitvoe- ring van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan, balken, ankers enzovoort van op een naastgelegen perceel staande woning in zijn perceel zijn aangebracht; 5. de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop overeen- komstig de aanwezige daken, aan te brengen goten, leidingen en putten en mede inhou- dende de verplichting voor het dienende erf het overlopende water van de daken van de op de heersende erven gebouwde opstallen te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels afvoer van fecaliën en leidingenhuishoudwater, over- eenkomstig de aan te brengen putten en leidingen naar het gemeen- teriool, inhoudende het onderhoud van deze putten en leidingen is voor gemeenschappelijke rekening van de aangesloten percelen. 7. een erfdienstbaarheid van nutsvoorzieningen, inhoudende de verplich- ting tot het dulden van het aanleggen, hebben, onderhouden en vervangen van nutsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord daaronder begre- pen leidingen en voorzieningen voor elektriciteit, water, riolering, centrale antenne-inrichting, openbare verlichting en dergelijke op of in het dienend erf dan wel aan de op het dienend erf op te richten opstallen, conform het geprojecteerde plan; 8. de erfdienstbaarheid van drainage, inhoudende de verplichting te dulden dul- den, dat op de voor de rechthebbenden van in het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting een onder de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen opstallen te leggen drainagelei- ding met bijbehorende doorspoelputten in of boven de grond worden gelegd(zij-)tuin wordt aangelegd, gehouden, gerepareerdonderhouden, vernieuwd en verwijderd vervangen. De erfdienstbaarheid wordt ge- vestigd onder de verplichting voor de eigenaren van de dienende erven tot onderhoud en schoonspuiten van deze leiding, welk onderhoud en schoonspuiten voor gezamenlijke rekening zal worden verricht. Handelin- gen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de leiding kunnen plaatsvin- den indien daartoe besloten is door een meerderheid van de eigenaren, zulks onverminderd de draagplicht van iedere afzonderlijke eigenaar. 9. de erfdienstbaarheid van het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend hebben van bouwwerken volgens de optielijst, inhoudende de verplichting voor het verrichten dienend erf te dulden dat door de verkrijger van het heersend erf een of meer van de noodza- kelijke werkzaamhedenalternatieven opgesomd in de koperskeuzelijst en/of aangegeven op de situatietekening na oplevering van het project worden gerealiseerd, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de bouwwerken worden gerealiseerd binnen tien (10) jaar na de eer- ste oplevering van de woning op het heersend erf; b. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de meerwerkopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden en waarvoor door de aannemer gedurende de bouwperiode eventueel al de voorbereidende voorzieningen zijn aangebracht. 210. Photovoltaïsch systeemde erfdienstbaarheid van het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van circa een meter eventueel met poort, inhoudende de verplichting voor het dienend erf te dulden dat aan de voor- en/of zijkant van de tuin langs de perceelsgrens een erfafschei- ding in de vorm van een haag ter hoogte van circa een meter (1,00 m) zal worden aangebracht eventueel met poort. a. verboden handelingen11. de erfdienstbaarheid van het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van circa een meter tachtig centime- ter, inhoudende de verplichting voor het dienend erf te dulden dat aan de zijkant van de tuin langs de perceelsgrens een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van circa een meter tachtig centimeter (1,80m) zal worden aangebracht. b. vervanging 12. de erfdienstbaarheid van het hebben van een stalen hekwerk met klimplanten, houten dwarsbalk en poort ter hoogte van circa twee meter dertig centimeter, inhoudende de verplichting voor het dienend erf te dulden dat aan de achterzijde en/of uitbreiding zonnepanelende zijkant van de tuin langs de perceelsgrens een erfafscheiding in de vorm van een stalen hekwerk met klimplanten, houten dwarsbalk en poort ter hoogte van circa twee meter dertig centimeter zal worden aangebracht. 13. de erfdienstbaarheid van het hebben van een gemetselde tuinmuur, inhoudende de verplichting voor het dienend erf te dulden dat aan de zij- zijde van de tuin langs de perceelsgrens een erfafscheiding in de vorm van een gemetselde tuinmuur zal worden aangebracht. 14. de erfdienstbaarheid van het dulden en niet verwijderen van de boom/bomen, inhoudende de verplichting voor het dienend erf de zich op het gekochte bevindende boom te dulden en dat deze niet verwijderd mag worden. 15. de erfdienstbaarheid van voetpad, inhoudende de verplichting voor de dienende erven te dulden dat over het voetpad, gelegen tus- sen/naast/achter de op de dienende erven te realiseren woningen, wordt gegaan vanaf de achtertuin bij de heersende erven te voet of met een fiets, bromfiets, motorfiets of kinderwagen en dergelijke andere kleine voertui- gen aan de hand naar de openbare weg en omgekeerd.

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met een daartoe strekkende overeenkomst, ter bestendiging van de toestand waarin het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesverkochte zich zal bevinden na de realisering van de bouw, zullen voor zoveel nodig bij ten opzichte van de notariële akte aangrenzende woningen, al welke respectieve percelen deel uitmaken van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktehet bouwplan, worden hierbij gevestigd, over en weer, weer ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste de aangrenzende percelen welke tot een bouwblok behoren, kadastraal bekend gemeente Oudenhoorn, sectie A nummers @, voorzover deze percelen thans nog bij de verkoper in eigendom zijn, alle erfdienstbaarheden die nodig zijn om de feitelijke situatie van de woningen behorende tot het bouwplan waartoe het verkochte behoort na voltooiing van de bouw van de opstallen conform het bestaande bouwplan te handhaven, te realiseren en te legaliseren - speciaal voor wat betreft de uitvoering van de door de aannemer aangeboden uitbreidingsmogelijkheden - de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende faseonder meer telefoonaansluiting en elektriciteit, de navolgende erfdienstbaar- heden afvoer van hemelwater, gootwater en fecaliën (door rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en overbouw, licht en uitzicht, zijnde hieronder niet begrepen het verbod om te bouwen of te verbouwen, terwijl deze erfdienstbaarheden niet geacht worden verleend en aangenomente zijn verzwaard door bebouwing, te wetenmeerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven, waarbij met name geldt: a. de erfdienstbaarheid van lichtlicht en uitzicht, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestemde bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden, ook indien deze uitbreidingen na de eerste bouwrealisatie worden uitgevoerd), op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijnte hebben, zonder dat hiervoor een van de der in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw ter uitvoering van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte goedgekeurde bouw (met inbegrip van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafdaangeboden uitbreidingsmogelijkheden van het woonhuis, ook al mocht indien deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, uitbreidingen na de eerste oplevering bouwrealisatie worden uitgevoerd) balken, ankers enzovoorts van op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd naastgelegen perceel staande woning in de buitengevel van die uitbouwzijn perceel zijn aangebracht; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. c. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende afvoer: d. Het bepaalde in artikel 5:56 Burgerlijk Wetboek is ten aanzien van het dienend erf om verkochte en de naastgelegen kavel met bouwnummer 103/104 uitdrukkelijk van toepassing. @Na de eerste overdracht volgende tekst opnemen De koper verklaarde uitdrukkelijk ermede bekend te zijn dat bij eerdere overdrachten van kavels in het overlopende water onderhavige bouwblok, soortgelijke erfdienstbaarheden als hiervoor omschreven werden gevestigd ten nutte en ten laste van de volgens de ten tijde van in het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige dakenbouwblok gelegen kavels, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van waaronder het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenverkochte. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1Tussen partijen is overeengekomen dat verleend en gevestigd zullen worden, voor zover zulks niet eerder rechtsgeldig is geschied, al zodanige erfdienstbaarheden als nodig zijn om hetgeen bij de eerste goedgekeurde bouw van het huidige bouwplan met de bij dit plan behorende uitbreidingsmogelijkheden als opgenomen in de projectdocumentatie, tot uitvoering is/wordt gebracht, te legaliseren. Ter legalisering uitvoering daarvan verklaren verkoper en koper, voor zover zulks nog niet eerder rechtsgeldig is geschied en voor zover zij daarvan eigenaar zijn of door inschrijving van eventueel met een afschrift van deze akte ten kantore van de Dienst voor het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieskadaster en de openbare registers zullen worden, zullen voor zoveel nodig bij te vestigen en aan te nemen de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktenavolgende erfdienstbaarheden, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte gekochte en ten behoeve en ten laste van alle overige aangrenzende kavels, welke percelen kadastraal bekend zijn als gemeente Wageningen, sectie K, nummers 53µ tot en ten behoeve met 541, 543 tot en met 5µ8, X00, X00, X00 tot en met X00, X00, X00 tot en met G45, G47 tot en met G57, G5µ tot en met GG7 (*** zodra nieuwe kavels zijn gevormd op de bouwblokken 8, G, 12, 18 en 24, dan zullen deze nummers hierin verwerkt worden): 1. De erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de overige tot eigenaar van het dienende erf om te dulden, zonder schadeloosstelling, dat ten gevolge van de uitvoering van het huidige bouwplan met de bij dit plan behorende bouwkavelsuitbreidingsmogelijkheden als opgenomen in de projectdocumentatie eventueel een op het naastgelegen perceel te bouwen woonhuis, waaron- der mede begrepen (kunnen) schuur en/of berging gedeeltelijk op zijn perceel is gebouwd, casu quo hierboven uitsteekt, casu quo de bouwkavels gelegen versnijdingen van de funderingen of de bij het woonhuis, schuur en/of berging behorende leidingen gedeeltelijk in een volgende fasezijn perceel zijn aangebracht. 2. De erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de eigenaar van het dienende erf om via de overeenkomstig het huidige bouwplan met de bij dit plan behorende uitbreidingsmogelijkheden aangebrachte goten, leidingen en putten het overlopende water van de op het heersend erf gebouwde opstallen te ontvangen. 3. De erfdienstbaarheid van inbalking en inankering, inhoudende de bevoegdheid voor de eigenaar van het heersende erf om in de gevels van het te bouwen woonhuis, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend te bouwen schuur en/of de te bouwen berging zodanige verbindingen te bevestigen als voor de uitvoering en aangenomen, te weten:instandhouding van het huidige bouwplan met inbegrip van de hiervoor bedoelde uitbreidingsmogelijkheden noodzakelijk is. a. de 4. De erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf bevoegdheid om te dulden, dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan huidige bouwplan, met inbegrip van de hiervoor bedoelde uitbreidingsmogelijkheden, te bouwen of gebouwde opstallen opstallen, balkons, ramen en lichten op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf te hebben dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt;. b. de 5. De erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om de voortuin en in het voorkomende geval eventueel de zijtuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover voorzover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het heden bestaande bouwplan op het heersend heersende erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenbelemmerd. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, deze -om ten behoeve en ten laste van de naast het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + anderzijds: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en ten laste inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van _ overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen _ en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan _ te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond erven moet worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf is en zullen moeten worden blijven bestaan, ook indien de noodza- kelijke werkzaamhedenheersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en ongeacht de bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of dienende erven mocht _ worden gegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel het bepaalde in de Koopovereenkomst worden bij deze akte verleend en aanvaard - voor zover niet reeds in en andere akte is gedaan - de navolgende erfdienstbaarheden: In verband met de handhaving van de situatie, waarin de kavels zich na voltooiing van de, volgens het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshuidige bouwplan, zullen voor zoveel nodig daarop te bouwen opstallen ten opzichte van elkaar bevinden, worden bij dezen verleend, aanvaard en door inschrijving van een afschrift van deze akte in de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedaartoe bestemde openbare registers gevestigd, over en weer, voor zover niet reeds gevestigd, ten behoeve en ten laste van het verkochte Verkochte (bouwnummer ***), kadastraal bekend gemeente Arnhem, sectie D nummer *** en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelsaangrenzende bouwkavels (bouwnummers ***) kadastraal bekend gemeente Arnhem, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fasesectie D nummers ***, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te wetenerfdienstbaarheden: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende inhoudende: de verplichting van voor de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de het volgens het huidige bouwplan op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning met berging cum annexis met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van het woning, volgens het thans bestaande bestemmingsplan, op kortere afstand van de grens van met het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, balkons, vensters - al dan niet voorzien van doorzichtig glas en al dan niet met openslaande ramen - en lichten aanwe- zig aanwezig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende inhoudende: het verbod voor de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om de voortuin en in het voorkomende geval eventueel de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de het volgens het huidige bouwplan op het heersend heersende erf te bouwen dan wel of gebouwde woning belemmerenwoning, wordt belemmerd; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend heersende erf te bouwen of gebouwde opstal woning met berging cum annexis met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van de woning, volgens het thans bestaande bestemmingsplan, gedeeltelijk op het dienend dienende erf is/wordt is gebouwd, dan wel casu quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend dienende erf zijn gelegen of de bij de het op het heersend heersende erf ge- bouwde opstal behorende gebouwde woning toebehorende leidingen gedeeltelijk in het dienend dienende erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid van afvoer van hemelwater en drop, inhoudende: de verplichting van de eigenaar van het dienende erf om het overlopende water te ontvangen van het volgens het huidige bouwplan op het heersende erf te bouwen of gebouwde woning met berging cum annexis, overeenkomstig de aan te brengen daken, goten, leidingen en putten; e. de erfdienstbaarheid tot het hebben en houden van leidingen, inhoudende: de verplichting van de eigenaar van het dienende erf tot het dulden van het aanbrengen, hebben, houden, onderhouden, repareren, vervangen en verwijderen van draadomroep-, telefoon-, elektriciteits- en televisiegeleidingen en manipulatiekasten in, op of boven het dienende erf; f. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw ter uitvoering van het volgens het huidige bouwplan op het heersende erf te bouwen of gebouwde woning met berging cum annexis met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenwoning, blijft gehandhaafdvolgens het thans bestaande bestemmingsplan, ook al mocht deze toestand in strijd zijn eventueel met het burenrechtburen- en/of eigendomsrecht strijdige situaties ontstaan, speciaal wat be- treft in stand gehouden worden, worden onderhouden en zonodig hersteld of vernieuwd, zoals een uitbouw aan de aanwezigheid achterzijde van ondergrondse de woning, inankering, inbalking en bovengrondse leidingendergelijke, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder zijnde hieronder evenwel niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of en te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming verbouwen (met inachtneming van de daartoe door het bevoegde gezag gestelde voorwaarden); Onder het tijdens dan wel na de bouwrealisatie aan de achterzijde van een woning realiseren van een uitbouw - volgens het thans bestaande bestemmingsplan - wordt verstaan: - het mogen hebben en houden van een over-, aan- en onderbouw in de vorm van een (buiten)muur inclusief fundering op de grond van de naastgelegen aangrenzende bouwkavel(s), zonder dat de eigenaar van het heersende erven; 3erf daarvoor enige vergoeding in welke vorm ook verschuldigd is of in de toekomst zal zijn; - ingeval de eigenaar van de naastgelegen aangrenzende bouwkavel(s) - na oplevering van de woning - overgaa(t)(n) tot een soortgelijke uitbouw, zal de (buiten)muur van de uitbouw van het heersende erf dienen als afscheidingsmuur en zijn de hiervoor vermelde te vestigen erfdienstbaarheden van overeenkomstige toepassing. alle kosten Voor zover de hiervoor genoemde erfdienstbaarheden mede inhouden de verplichting tot het dulden van onderhoud en vernieuwing van casu quo vervanging, dient dit onderhoud casu quo vervanging te geschieden op een voor de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden eigenaar van het heersend dienende erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig isminst storende wijze, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld moet eventuele schade op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken onderhoudsplichtige worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenhersteld. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Ter uitvoering van hetgeen daarover tussen partijen is overeengekomen in de koopovereenkomst worden bij deze gevestigd en aangenomen de navolgende erfdienstbaarheden: 1. Ter legalisering Over en weer ten nutte en ten laste van eventueel het bij deze akte in eigendom overgedragen perceel kadastraal bekend als gemeente Brunssum, sectie F nummer * en de overige aan verkoper in eigendom verblijvende percelen kadastraal bekend als gemeente Brunssum sectie F nummers * * worden voorzoveel nodig en mogelijk en voorzover in het verleden niet al gevestigd, bij deze gevestigd en aangenomen al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestanden, waarin bedoelde gedeelten zich thans alsook na voltooiing van de voorgenomen be- of verbouwing ten opzichte van elkaar bevinden, daaronder begrepen de toestanden in strijd met het buren- burenrecht, blijven gehandhaafd, speciaal voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse of bovengrondse leidingen, kabels, buizen en dergelijke voor het verkrijgen van elektriciteit, water, gas, telefoon, radio- en televisie-ontvangst en dergelijke en/of eigendomsrecht strijdige situatiesafvoer van schoon, vuil en rioolwater, eventuele inbalking en inankering, over- of onderbouw, toevoer van licht en lucht, enzovoort, zijnde hieronder evenwel niet begrepen een verbod om te bouwen of te verbouwen. Deze erfdienstbaarheden zullen voor zoveel nodig bij blijven bestaan, ook al mochten de notariële akte heersende erven door bebouwing, verbouwing of anderszins van levering aard en/of bij afzonderlijke notariële aktebestemming worden veranderd, over waardoor verzwaring van die erfdienstbaarheden mocht plaats hebben. 2. Voor zover zulks door aannemer wordt aangeboden en weerkoper, danwel de koper van het naburige erf kiest voor een uitbouw aan de achterzijde van de (te bouwen) woning, dan verklaren de verschenen personen, handelend als gemeld, reeds nu voor alsdan de navolgende erfdienstbaarheid te vestigen en te aanvaarden: de erfdienstbaarheid tot het dulden van een gedeelte van de spouw en buitenmuur van de uitbouw van de te bouwen woning op het verkochte dan wel op het naastgelegen perceel kadastraal bekend gemeente Brunssum, sectie F nummer*, bekend als kavelnummer *, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste behoeve en ten behoeve laste van het naastgelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Brunssum, sectie F nummer *. Degene die niet als eerste overgaat tot uitbouw van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelswoning, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen zoals hiervoor vermeld, is gerechtigd om in een volgende fasevoormelde buitenmuur werken aan te brengen, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst mits hij aan de openbare straat muur en voor zover aan de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4muur bevoegdelijk daarmee verbonden werken geen nadeel toebrengt. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken Indien degene die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid als eerste overgaat tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gestichtvermeld, mag worden ingebalkt wil overgaan tot uitbouw aan de achterzijde van de woning, wordt hierbij het recht verleend de betreffende buitenmuur te gebruiken als binnenmuur van zijn uitbouw en inge- ankerd wordt hierbij reeds nu voor alsdan het recht van inankering en inbalking verleend in de buitengevel betreffende muur om de uitbouw te realiseren. Deze erfdienstbaarheid wordt beëindigd indien de eigenaren van die uitbouw; 2beide percelen (kavels * en *) zijn overgegaan tot gelijke uitbouw en wordt hierbij reeds nu voor alsdan afstand gedaan van onderhavige erfdienstbaarheid, welke afstanddoening hierbij reeds nu voor alsdan wordt aanvaard. de bouwwerken Ingeval van ongelijke uitbouw heeft voormelde afstanddoening uitsluitend betrekking op het dienend erf worden zo nodig gelijke gedeelte, en blijft voormelde erfdienstbaarheid in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend stand voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenresterende (ongelijke) gedeelte. Kopers verklaren met het in dit artikellid bepaalde bekend te zijn en hiermee nu voor alsdan akkoord te gaan. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering keuzeblok indien kavels 197-202 Ten deze bestaan casu quo worden voorbehouden, verleend, gevestigd en aanvaard de navolgende erfdienstbaarheden: A. over en weer, ten behoeve en ten laste van eventueel het Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (tezamen deel uitmakende de kavels met de bouwnummers 197 tot en met 210) in het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesonderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, zullen voor zoveel nodig de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +: C O N C E P T de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de notariële akte wet verboden afstand, van levering en/afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de wijze zoals thans casu quo bij afzonderlijke notariële aktede oplevering van de nieuw te bouwen opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de kosten van de werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de eigenaren van de betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken; B. over en weer, ten behoeve en ten laste van het Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (tezamen deel uitmakende de kavels met de bouwnummers 197 tot en met 202 in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +: de erfdienstbaarheden van uitpad om over het bestaande casu quo nog aan te leggen achterpad te komen van- en te gaan naar de openbare weg, welke erfdienstbaarheden zullen inhouden het recht om over gemeld pad te gaan, te voet, met een kruiwagen, kinderwagen, fiets, bromfiets of ander dergelijk voertuig aan de hand -mits met uitgeschakelde motor- onder bepaling dat het onderhoud van gemelde paden voor gezamenlijke rekening komt van de eigenaren van het dienend erf, ieder voor een gelijk deel. einde keuzeblok indien kavels 197-202 keuzeblok indien kavels 206-210 Ten deze bestaan casu quo worden voorbehouden, verleend, gevestigd en aanvaard de navolgende erfdienstbaarheden: A. over en weer, ten behoeve en ten laste van het Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (tezamen deel uitmakende de kavels met de bouwnummers 197 tot en met 210) in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de wijze zoals thans casu quo bij de oplevering van de nieuw te bouwen opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de kosten van de werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de eigenaren van de betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken; C O N C E P T B. over en weer, ten behoeve en ten laste van het Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (tezamen deel uitmakende de kavels met de bouwnummers 206 tot en met 210 in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +: de erfdienstbaarheden van uitpad om over het bestaande casu quo nog aan te leggen achterpad te komen van- en te gaan naar de openbare weg, welke erfdienstbaarheden zullen inhouden het recht om over gemeld pad te gaan, te voet, met een kruiwagen, kinderwagen, fiets, bromfiets of ander dergelijk voertuig aan de hand -mits met uitgeschakelde motor- onder bepaling dat het onderhoud van gemelde paden voor gezamenlijke rekening komt van de eigenaren van het dienend erf, ieder voor een gelijk deel. einde keuzeblok indien kavels 206-210 keuzeblok indien kavels 203-206 Ten deze bestaan casu quo worden voorbehouden, verleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (tezamen deel uitmakende de kavels met de bouwnummers 197 tot en met 210) in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels(openbare) nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, wijze zoals thans casu quo bij de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting oplevering van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan nieuw te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. einde keuzeblok indien kavels 203-206 Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering Voor zover niet reeds gevestigd wordt ter uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesbepaalde in de koopovereenkomst worden bij deze (en voor zover er ter zake van de hierna bedoelde percelen reeds leveringen hebben plaatsgevonden, zullen voor zoveel nodig zijn bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedie eerdere leveringen) gevestigd, over verleend en weer, aangenomen ten behoeve en ten laste van het verkochte (Nebostraat 20) en ten behoeve en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 perceelsgedeelten plaatselijk bekend Xxxxxxxxxx 0 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen 18 (niet-zijnde beplantingen) te hebbeneven nummers), die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende allen deel uitmakende van het dienend erf om te duldenkadastrale perceel gemeente Woensel, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwdsectie M nummer 1206, dan wel hierboven uitsteektover e weer als heersende en dienende erven: al zodanige erfdienstbaarheden, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat waardoor de toestand waarin die percelen na (af)bouw van met de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels voorzieningen ten behoeve van telecom- municatieaansluitingennutsbedrijven, de afvoer van hemelwater, gootwatergrondwater (drainage), rook gootwater en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen riolering of anderszins), eventuele inbalkinginbalking en inankering, inankering over- en in-onderbouw, onder- toevoer van licht, lucht en overbouw, licht en uitzicht, waaronder uitzicht zijnde hieronder evenwel niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze de erfdienstbaarheid, erin bestaande dat de eigenaar(s) en/of gebruiker(s) van elk heersend erf te voet of met aan de hand geleide voortuigen ten dienste van in hoofdzaak woon-bestemmingsverkeer over of via het/de op de dienende erven aanwezige bestaande (achter)pad(en) kan/kunnen komen gaan van en naar elk heersend erf, van en naar de openbare weg/ Deze erfdienstbaarheden worden zullen niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de der heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieskeuzeblok indien kavels 225-228 Ten deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (met de bouwnummers 225 tot en met 228) in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de wijze zoals thans casu quo bij de oplevering van de nieuw te bouwen opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de kosten van de werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de eigenaren van de betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erven moet worden verleend voor het bouwplan behorende bouwkavelsreinigen, waaron- der mede begrepen herstellen of vernieuwen van deze werken. einde keuzeblok indien kavels 225-228 keuzeblok indien kavels 229-236 Ten deze bestaan casu quo worden voorbehouden, verleend, gevestigd en aanvaard de navolgende erfdienstbaarheden: A. over en weer, ten behoeve en ten laste van het Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (kunnenmet de bouwnummers 229 tot en met 236) zijn en het mandelig te bestemmen terrein in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de bouwkavels gelegen in een volgende fasevolle eigendomsrechten, de navolgende erfdienstbaar- heden erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +: C O N C E P T de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de wijze zoals thans casu quo bij de oplevering van de nieuw te bouwen opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de kosten van de werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de eigenaren van de betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken; B. ten behoeve van de kavels met de bouwnummers 229 tot en aangenomenmet 236 in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +, als heersende erven, en ten laste van de kavels met de bouwnummers 232 tot en met 236 en het mandelig te bestemmen terrein in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +, als dienende erven: de erfdienstbaarheden van uitpad om over het bestaande casu quo nog aan te leggen achterpad te komen van- en te gaan naar de openbare weg, welke erfdienstbaarheden zullen inhouden het recht om over gemeld pad te gaan, te weten: a. voet, met een kruiwagen, kinderwagen, fiets, bromfiets of ander dergelijk voertuig aan de erfdienstbaarheid hand -mits met uitgeschakelde motor- onder bepaling dat het onderhoud van licht, inhoudende de verplichting gemelde paden voor gezamenlijke rekening komt van de rechthebbende eigenaren van het dienend erf om te duldenerf, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor ieder voor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (nietgelijk deel. einde keuzeblok indien kavels 229-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of 236 Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden moeten worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedeze -om niet-, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van de naast het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + anderzijds: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen is en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedeze -om niet-, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van de naast het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + (aan welke percelen door het Kadaster een voorlopige kadastrale grens en een voorlopige oppervlakte is toegekend) anderzijds: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelsopenbare nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen wijze zoals na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen is en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte ver- kochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden al zodanige erfdienst- baarheden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat waardoor de toestand waarin die percelen bouwkavels met de daarop te stichten opstallen zich onmiddellijk na (af)bouw voltooiing van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich bouw ten opzichte van elkaar bevinden of voor wat betreft het in dit artikel onder 3.b bepaalde zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, leidingen en kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingenradio- en televisiesignalen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook telefonie en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwdatacommunicatie, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden een photovoltaïsch sys- teemsysteem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. terwijl deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven;, waarbij met name geldt: 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 41. de rechthebbenden erfdienstbaarheden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, uitzicht: inhoudende de verplichting van voor de rechthebbende eigenaar van het dienend erf om te dulden dulden, dat de rechthebbende op het heersend erf te bouwen woning ramen, vensters, erkers, deuren, eventuele andere lichtopeningen en balkons heeft op een kor- tere afstand van het dienend erf dan in de wet is toegelaten, zonder dat hiervoor één van de in de wet ge- noemde beperkingen geldt. Het vorenstaande geldt ongeacht of sprake is van een uitbouw zoals in dit artikel onder 3 vermeld. 2. de erfdienstbaarheid van afvoer: inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om de afvoer van hemel- en afvalwater en faecaliën via de riolen, hemelwaterafvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers, welke bij de bouw zullen worden aangelegd in, aan of boven het dienend erf, te gedogen en geen activiteiten te verrichten, die de werking van de leidingen en dergelijke (kunnen) belemmeren. De kosten van het onderhoud en/of vervanging van de tot gezamenlijk gebruik behorende afvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers zijn voor rekening van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit en het dienend erf, ieder voor zijn aandeel. De koper is verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling zal worden aangebracht te laten bestaan. 3. de meerwerkopties erfdienstbaarheid van uit- en overbouw: a. inhoudende de verplichting voor de eigenaar van een bouwkavel, die tijdens de bouw geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot het (doen) realiseren van een uitbouw aan de achterzijde van een op een bouwkavel te stichten woning, te dulden, dat, indien de eigenaar van de aangrenzende bouwkavel wel tijdens de bouw gebruik maakt van de mogelijkheid tot het realiseren van een uitbouw, het hart van de fundering met de daarop te plaatsen muur is gelegen op de erfgrens; b. inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het bouwplandienend erf, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangebodente dulden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw (met een maximale diepte mag hebben van twee één meter en veertig cen- timeter en (slechtstwintig centimeter) tot op de kadastrale ka- dastrale erfgrens mag worden wordt gerealiseerd; , of, indien op het aangren- zende aangrenzende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden dat wordt ingebalkt en inge- ankerd ingeankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Op grond en ter uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst worden bij deze verleend, aanvaard en door inschrijving van een afschrift van deze akte ten kantore van de Dienst van het kadaster en de openbare registers, in het register Hypotheken 4, gevestigd: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dulden dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning, balkons, ramen en lichten zijn op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in bij de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldtgelden; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuintuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover voorzover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die hebben dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel gevels van de volgens het thans bestaande bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmeren;wordt belemmerd. c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van voor het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend erf een naast gelegen perceel te bouwen woning of gebouwde opstal de daarbij behorende berging, gedeeltelijk op het dienend erf is/zijn perceel wordt gebouwd, dan wel casu quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal deze woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht;perceel zijn d. 4. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatieinbalking en inankering, inhoudende de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend erf om te dulden dat bij de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid uitvoering van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan, balken, ankers enzovoort van op een naastgelegen perceel staande woning in zijn perceel zijn aangebracht; 5. de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop overeenkomstig de aanwezige daken, aan te brengen goten, leidingen en putten en mede inhoudende de verplichting voor het dienende erf het overlopende water van de daken van de op de heersende erven gebouwde opstallen te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels afvoer van fecaliën en leidingenhuishoudwater, overeenkomstig de aan te brengen putten en leidingen naar het gemeenteriool, inhoudende het onderhoud van deze putten en leidingen is voor gemeenschappelijke rekening van de aangesloten percelen; 7. een erfdienstbaarheid van nutsvoorzieningen, inhoudende de verplichting tot het dulden van het aanleggen, hebben, onderhouden en vervangen van nutsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord daaronder begrepen leidingen en voorzieningen voor elektriciteit, gas, water, riolering, centrale antenne-inrichting, openbare verlichting en dergelijke op of in het dienend erf dan wel aan de op het dienend erf op te richten opstallen, conform het geprojecteerde plan; 8. de erfdienstbaarheid van drainage, inhoudende de verplichting te dulden, dat in het dienend erf een onder de opstallen te leggen drainageleiding met bijbehorende doorspoelputten in de (zij-)tuin wordt aangelegd, gehouden, onderhouden, en vervangen. De erfdienstbaarheid wordt gevestigd onder de verplichting voor de eigenaren van de dienende erven tot onderhoud en schoonspuiten van deze leiding, welk onderhoud en schoonspuiten voor gezamenlijke rekening zal worden verricht. Handelingen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de leiding kunnen plaatsvinden indien daartoe besloten is door een meerderheid van de eigenaren, zulks onverminderd de draagplicht van iedere afzonderlijke eigenaar; 9. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter hoog en ter breedte van vijftig centimeter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de voor vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van vijftig centimeter (0,50 m) zal worden aangebracht. 10. de rechthebbenden erfdienstbaarheid van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- hebben van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie tachtig centimeter en centrale antenne-inrichting een breedte variërend van een meter tot drieënhalve meter; inhoudende de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten verplichting van de noodza- kelijke werkzaamhedeneigenaar van het gekochte om nadat op het heersend erf is aangebracht een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en een breedte variërend van een meter tot drieënhalve meter (1,00 m - 3,5 m), deze afscheiding verder voor eigen rekening te handhaven, te gedogen dan wel te vervangen door een soortgelijke afscheiding indien nodig, voor zover het betreft het gedeelte van de haag dat grenst aan het dienend erf. De haag dient te allen tijde niet hoger te zijn dan een meter en tachtig centimeter (1,80 m). 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter In verband met het feit dat de bij deze akte verkochte bouwgrond deel uitmaakt van een bouwcomplex, en ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig worden bij deze gevestigd en aanvaard de notariële akte navolgende erfdienstbaarheden, zulks onder de opschortende voorwaarde dat de eigendom danwel een beperkt recht van levering het heersende erf en/of bij afzonderlijke notariële aktehet dienende erf zich niet langer in één hand bevindt: Ten behoeve en ten laste van het in deze akte als “verkochte” omschreven perceel bouwgrond (bouwnummer *, over en weerkadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummer *) en ten behoeve en ten laste van het verkochte de aan verkoper in eigendom toebehorende percelen bouwgrond bouwnummers *8-21* *51-56* *41-50* (kadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummers *****) elk als heersende en ten laste dienende erven, over en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of weer: al zodanige erfdienstbaarheden als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat waardoor de toestand waarin die de percelen na (af)bouw van met de daarop voor de eerste maal gebouwde te stichten opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingentelefoonaansluiting, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook gootwater en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder zijnde hieronder niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. , terwijl deze erfdienstbaarheden worden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende De eigenaar van het dienend erf om dient te dulden dat bij de rechthebbende uitvoering van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de onderhavige akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten bouwplan eventueel een op het heersend erf te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van bouwen woning (gedeeltelijk) boven het dienend erf minst bezwarende wijze uitsteekt dan wel de versnijdingen van de funderingen of de bij de betreffende woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht. *bij bouwnummers 42-49 VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID VAN OPRIT Bij deze wordt voorts, ter uitvoering van hetgeen partijen zijn overeengekomen, gevestigd en aanvaard de volgende erfdienstbaarheid, voor respectievelijk water-zover nog niet bij eerdere akte(n) gevestigd: Ten behoeve en ten laste van het bij deze akte verkochte perceel kadastraal bekend gemeente Zutphen, warmtenet- sectie O, nummer * (bouwnummer *) en electriciteitsvoorzieningten laste en ten behoeve van het aangrenzende, rioleringtot het onderhavige bouwplan behorende, telecommunicatie bouwperceel, bouwnummer *, zijnde het aan verkoper in eigendom toebehorende kadastrale perceel gemeente Zutphen, sectie O, nummer *, over en centrale antenneweer: - ter breedte van de tussen de woningen gelegen opritten (met de woningen wordt bedoeld het verkochte en de aangrenzende woning met bouwnummer *); en zoals met kruisarcering schetsmatig is aangegeven op de aan deze akte gehechte situatietekening; met een (bestel)auto kan komen van en gaan naar het heersend erf om zo goed te kunnen indraaien voor het parkeren op de eigen oprit. De strook grond moet steeds vrij worden gehouden van obstakels. *bij bouwnummers 42-inrichting de daarvoor nodige kabels 49 VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN De verschenen personen verklaarden voorts een overeenkomst te hebben gesloten tot het vestigen van erfdienstbaarheden over en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd weer ten behoeve en verwijderd ten laste van het verkochte perceel (het heersende erf en het daarmee belaste personeel toegang dienende erf) en ten laste en ten behoeve van het bij verkoper in eigendom blijvende perceel kadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummer * (het dienende erf en het heersende erf). Ter uitvoering van die overeenkomst verklaarden de verschenen persoon sub 1 handelend als gemeld, respectievelijk de verschenen perso*nen sub 2, de hierna te vermelden erfdienstbaarheden te vestigen, welke vestiging ten behoeve van het heersende erf door de verschenen perso*nen sub 2, respectievelijk de verschenen persoon sub 1 handelend als gemeld wordt verleend voor aanvaard: het verrichten recht om te voet, met de fiets of met een ander klein voertuig met uitgeschakelde motor aan de hand over het dienende erf te komen van en te gaan naar het heersende erf naar en van de noodza- kelijke werkzaamhedenopenbare weg, uit te oefenen over een strook grond [*=gangetje tussen garages*] ter breedte van ongeveer *een meter en vijftig centimeter, waarvan op elk dienende erf (ongeveer) de helft, zoals aangegeven op de aan deze akte gehechte situatietekening; het onderhoud van het gedeelte van het dienende erf waarop laatstgemelde erfdienstbaarheid wordt uitgeoefend komt voor rekening van de eigenaar van het dienende erf en de eigenaar van het heersende erf, ieder voor de helft. het recht om het dienende erf te betreden voor onderhoud en reparatie aan de garage op het heersende erf. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Ter uitvoering van het vorenstaande verklaren partijen bij deze om over te gaan tot het vestigen en aanvaarden (dan wel wordt het bestaan van zodanige erfdienstbaarheden geconstateerd) van de volgende erfdienstbaarheden: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesal zodanige erfdienstbaarheden als noodzakelijk zijn om de feitelijke situatie, zullen voor zoveel nodig bij voortvloeiend uit de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van toestand waarin het verkochte en ten laste de aangrenzende kavel(s), kadastraal bekend gemeente Kampen, sectie V de nummers @, @, @ en ten behoeve @ @[bij bouwnummers 7, 8 en 9 ook tbv de bergingen] en de daarop te bouwen opstallen die deel uitmaken van hetzelfde bouwblok als het verkochte zich na de voltooiing van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich thans bestaande bouwplannen ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand te handhaven respectievelijk eventuele strijdigheden in strijd zijn met het burenrechtburenrecht te legaliseren, speciaal wat be- treft betreft het dulden van: - de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, waaronder die voor rioleringen en kolken, alsmede kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingenaansluitingen van telefoon, de ontvangst van radio- en televisie-uitzendingen en andere nutsvoorzieningen; - de toevoer van licht en lucht; - de afvoer van hemelwaterhemel-, gootwater, rook fecaliën en faecaliën (grondwater door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen riolering of anderszins); - het hebben van een overbouw op het dienend erf van de buitenspouwmuur die de begrenzing van de hierna onder a. en b. bedoelde uitbouw met het dienend erf vormt tot een breedte van vierentwintig centimeter: a. tot de lengte waarmee de voorgevel en de achtergevel ten opzichte van de naastgelegen aaneengesloten woning eventueel verspringt, eventuele gemeten uit de voorgevel casu quo achtergevel van de op het heersend erf te stichten woning; b. op grond van het eventueel in het kader van gekozen meerwerk uitbreiden van de opstallen op het heersend erf en wel tot een diepte van maximaal twee meter en veertig centimeter, gemeten uit de in het bestek als basissituatie aangeduide achtergevel van de op het heersend erf te stichten woning; alsmede het dulden van inbalking, inankering inankering, over- en in-onderbouw, onder- en overbouwenzovoorts, licht en uitzicht, waaronder wordende hieronder evenwel niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; . @KEUZE BIJ BOUWNUMMERS 1, 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud , 4, 5, 6, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39 en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden:40 1. In de bouwwerken worden gerealiseerd conform kavels met de ruwbouwopties die bouwnummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39 en 40 zullen door de aannemer gedurende de bouwperiode molgoten worden aangeboden, met dien verstande dat indien, aangelegd zulks voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot een efficiënte waterafvoer. een en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot ander zoals is aangegeven op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2aan deze akte gehechte situatietekening. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende De verkrijger heeft de verplichting te dulden dat op in zijn kavel de voor betreffende molgoot in stand gehouden moet worden. Indien, om welke reden dan ook, de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-oorspronkelijke molgoot teniet is gegaan, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting is de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten eigenaar van de noodza- kelijke werkzaamhedenbetreffende kavel verplicht om op zijn kosten een soortgelijke molgoot op dezelfde plek aan te (doen) brengen en aan te sluiten. 2. Photovoltaïsch systeemDe kosten van onderhoud van de betreffende hiervoor genoemde molgoot zijn geheel voor rekening van de eigenaar van de kavel waarin de molgoot is aangelegd. a. verboden handelingen3. De koper, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 1, 2 omschreven op zich te nemen en jegens de gemeente Kampen na te komen. b. vervanging 4. De onder 1, 2 en 3 genoemde verplichtingen zijn kwalitatieve verplichtingen ten behoeve van de publiekrechtelijke gemeente Kampen in de zin van art. 6:252 Burgerlijk Wetboek en zullen ook overgaan op degenen die het verkochte of uitbreiding zonnepaneleneen deel daarvan onder bijzondere titel zullen verkrijgen. Degenen, die van koper een recht tot gebruik van het verkochte zullen verkrijgen, zullen mede gebonden zijn.

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste behoeve en ten behoeve laste van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen naast en nabijgelegen kavels (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft met de bouwnummers 1 tot en met 12 en de 11) in fase 2 gelegen bouwnummers 19 het nieuwbouwproject Parksingel te Waddinxveen sectie E nummers 2375 tot en met 302385: de erfdienstbaarheden tot het hebben en houden van een (gedeelte van de) enfundering/of als siertuin uitbouw in en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit op de ramen in de voorgevel grond van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. buren ten behoeve van een uitbouw als meerwerkoptie, alles zoals deze meerwerkoptie zal worden uitgevoerd tijdens de erfdienstbaarheid nieuwbouw, alsmede de erfdienstbaarheden van overbouw, inhoudende van inbalking en inankering in de verplichting van de rechthebbende opgerichte casu quo op te richten muren, van het dienend erf om te duldenhebben en houden van overstekende daken en dakgoten, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen hebben en houden van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of ramen en deuren binnen de bij _ de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatiethans bestaande of aan te leggen goten, inhoudende de verplichting van de rechthebbende putten, riolen en drainageleidingen, en van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw hebben en houden van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer (openbare) bij de oplevering van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om nieuw te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwingopstallen met bijbehoren, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. _ Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- _ ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenneongeacht de bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of dienende erven mocht worden gegeven. KEUZEBLOK OPNEMEN BIJ BOUWNUMMERS 2-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen11

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Tussen Partijen is overeengekomen dat verleend en gevestigd zullen worden al zodanige erfdienstbaarheden als nodig zijn om hetgeen bij de eerste goedgekeurde bouw tot uitvoering is/wordt gebracht, te legaliseren. Ter uitvoering daarvan en indien en voor zover niet gevestigd bij een eerdere akte verlenen en vestigen Verkoper en Koper, die hierbij aanvaarden: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, weer ten behoeve en ten laste van het verkochte Verkochte, kadastraal bekend gemeente Kockengen, sectie E nummer + en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelsaangrenzende bouwkavel+s +, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen voor zover nog in een volgende faseeigendom toebehorende aan Verkoper, kadastraal bekend gemeente Kockengen sectie E nummers +, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te wetenerfdienstbaarheden: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het ten tijde van het passeren van deze akte bestaande bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen (met inbegrip van aangeboden uitbreidings-/ meerwerkopties) op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, balkons, ramen en lichten aanwe- zig aanwezig zijn, zonder dat hiervoor een van de der in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om de voortuin en in het voorkomende geval eventueel de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de het volgens het ten tijde van het passeren van deze akte bestaande bouwplan op het heersend heersende erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmerenwoonhuis wordt belemmerd; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het ten tijde van het passeren van deze akte bestaande bouwplan eventueel een op het heersend heersende erf te bouwen of gebouwde opstal woonhuis of de daarbij behorende schuur, dan wel garage (met inbegrip van aangeboden uitbreidings-/meerwerkopties), gedeeltelijk op het dienend dienende erf is/wordt is gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend dienende erf zijn gelegen of de het bij de op het heersend heersende erf ge- bouwde opstal behorende gebouwde woonhuis met toebehorende leidingen gedeeltelijk in het dienend dienende erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering instandhouding van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw ter uitvoering van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte goedgekeurde bouw (met inbegrip van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn aangeboden uitbreidings-/meerwerkopties) eventueel met het burenrechtburen- en/of eigendomsrecht strijdige situaties ontstaan, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse in stand gehouden worden, worden onderhouden en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen zonodig hersteld of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig isvernieuwd, zoals voor het plegen van onderhoud inankering, inbalking en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek geldendergelijke; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende eigenaar van het dienend dienende erf om het overlopende water van overeenkomstig de volgens de het ten tijde van het passeren van de deze akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, bouwplan aan te brengen goten, leidingen en putten het overlopende water te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden ontvangen van het dienend volgens het ten tijde van het passeren van deze akte bestaande bouwplan (met inbegrip van aangeboden uitbreidings-/meerwerkopties) op het heersende erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in te bouwen of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en gebouwde woonhuis of het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging bijgebouw zoals een schuur of uitbreiding zonnepanelengarage;

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels in het onderhavige project en het mandelig te bestemmen/bestemde terrein anderzijds, alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen, sectie E nummers 2969, 2968, 2967, 2966, 2965, 2964, 2963, 2974, 2975, 2976, 2970 en 2972, de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden tot het hebben en houden van een (gedeelte van de) fundering/uitbouw in en op de grond van de buren ten behoeve van een uitbouw als meerwerkoptie, alles zoals deze meerwerkoptie zal worden uitgevoerd tijdens de nieuwbouw, alsmede C O N C E P T de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels(openbare) nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, wijze zoals thans casu quo bij de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting oplevering van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan nieuw te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, deze -om niet- over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van het naast en nabij het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, perceel kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummer 4897, aan welk perceel door het Kadaster een voorlopige kadastrale grens en een voorlopige oppervlakte is toegekend, anderzijds: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van eventuele overstekende daken, dakgoten, hemelwaterafvoeren, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelsopenbare nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen wijze zoals na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen is en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedeze -om niet-, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en _ ten behoeve en ten laste van het naast het verkochte gelegen, aan verkoper _ in eigendom toebehorende, perceel kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummer + anderzijds: en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan _ te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot_ de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond erven moet worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf is en zullen moeten worden blijven bestaan, ook indien de noodza- kelijke werkzaamheden. 2heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en ongeacht de worden gegeven. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelenKETTINGBEDINGEN/KWALITATIEVE VERPLICHTING

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Op grond en ter uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst wor- den bij deze verleend, aanvaard en door inschrijving van een afschrift van deze akte ten kantore van de Dienst van het kadaster en de openbare registers, in het register Hypotheken 4, gevestigd: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dulden dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning, balkons, ramen en lichten zijn op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in bij de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldtgelden; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend die- nend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuintuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover voorzover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken ge- bruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die hebben dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel gevels van de volgens het thans bestaande bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmeren;wordt belemmerd. c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van voor het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend erf een naast gelegen perceel te bouwen woning of gebouwde opstal de daarbij behorende berging, gedeeltelijk op het dienend erf is/zijn perceel wordt gebouwd, dan wel ca- su quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal deze woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn perceel zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden erfdienstbaarheid van het heersend erf zijn bevoegd inbalking en inankering, inhoudende de ver- plichting van de eigenaar van het dienend erf te betreden indien dit voor dulden dat bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende uitvoe- ring van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan, balken, ankers enzovoort van op een naastgelegen perceel staande woning in zijn perceel zijn aangebracht; 5. de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop overeen- komstig de aanwezige daken, aan te brengen goten, leidingen en putten en mede inhou- dende de verplichting voor het dienende erf het overlopende water van de daken van de op de heersende erven gebouwde opstallen te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels afvoer van fecaliën en leidingenhuishoudwater, over- eenkomstig de aan te brengen putten en leidingen naar het gemeen- teriool, inhoudende het onderhoud van deze putten en leidingen is voor gemeenschappelijke rekening van de aangesloten percelen; 7. een erfdienstbaarheid van nutsvoorzieningen, inhoudende de verplich- ting tot het dulden van het aanleggen, hebben, onderhouden en vervangen van nutsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord daaronder begre- pen leidingen en voorzieningen voor elektriciteit, gas, water, riolering, cen- trale antenne-inrichting, openbare verlichting en dergelijke op of in het die- nend erf dan wel aan de op het dienend erf op te richten opstallen, con- form het geprojecteerde plan; 8. de erfdienstbaarheid van drainage, inhoudende de verplichting te dul- den, dat in het dienend erf een onder de opstallen te leggen drainagelei- ding met bijbehorende doorspoelputten in de (zij-)tuin wordt aangelegd, gehouden, onderhouden, en vervangen. De erfdienstbaarheid wordt ge- vestigd onder de verplichting voor de eigenaren van de dienende erven tot onderhoud en schoonspuiten van deze leiding, welk onderhoud en schoonspuiten voor gezamenlijke rekening zal worden verricht. Handelin- gen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de leiding kunnen plaatsvin- den indien daartoe besloten is door een meerderheid van de eigenaren, zulks onverminderd de draagplicht van iedere afzonderlijke eigenaar; 9. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter hoog en ter breedte van een meter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van een meter (1,00 m) zal worden aangebracht. 10. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter en ter breedte van een meter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligus- terhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en ter breedte van een meter (1,00 m) zal worden aangebracht. 11. de erfdienstbaarheid van het hebben van een hekwerk met hedera, inhoudende de verplichting voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-te dulden op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een hekwerk met hedera ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) zal worden aangebracht. 12. de erfdienstbaarheid tot het in standhouden van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en tachtig cen- timeter en een breedte variërend van een meter tot drieënhalve me- ter; op het heersend erf zal worden aangebracht een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en een breedte variërend van een meter tot drieënhalve meter (1,00 m - 3,5 m). 13. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een beukenhaag ter hoogte van zestig centimeter en ter breedte een meter, warmtenet- op het heersend erf zal worden aangebracht een erf- afscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ter breedte van een meter (1,00 m). 14. de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven erfdienstbaarheid van overpad inhoudende de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend verplichting voor het verrichten van dienend erf te dulden dat over het op het dienend erf gelegen voetpad vanaf het heersend erf te voet of met een fiets, bromfiets, motorfiets of kin- derwagen en dergelijke andere kleine voertuigen, aan de noodza- kelijke werkzaamhedenhand, wordt ge- gaan naar de openbare weg en omgekeerd. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. BOUWKAVELS 150 T/M 153 EN 159 1. de erfdienstbaarheden van uitzicht: inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om te dulden, dat de op het heersend erf te bouwen woning ramen, vensters, erkers, deuren, eventuele andere lichtopeningen en balkons heeft op een kortere afstand van het dienend erf dan in de wet is toegelaten, zonder dat hiervoor één van de in de wet genoemde beperkingen geldt. 2. de erfdienstbaarheid van afvoer: inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om de afvoer van hemel- en afvalwater en faecaliën via de riolen, hemelwaterafvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers, welke bij de bouw zullen worden aangelegd in, aan of boven het dienend erf, te gedogen en geen activiteiten te verrichten, die de werking van de leidingen en dergelijke (kunnen) belemmeren. De kosten van het onderhoud en/of vervanging van de tot gezamenlijk gebruik behorende afvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers zijn voor rekening van het heersend en het dienend erf, ieder voor zijn aandeel. De koper is verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling zal worden aangebracht te laten bestaan. ##EINDE XXXXXXXXXX 000 T/M 153 EN 159 ##BOUWKAVELS 140 T/M 143 EN 149 Ter uitvoering van hetgeen partijen bij de koopovereenkomst met elkaar zijn overeengekomen, worden bij deze, casu quo zijn in eerdere akten, ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden al zodanige erfdienstbaarheden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat waardoor de toestand waarin die percelen bouwkavels met de daarop te stichten opstallen zich onmiddellijk na (af)bouw voltooiing van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich bouw ten opzichte van elkaar bevinden of voor wat betreft het in dit artikel onder 3.b bepaalde zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, leidingen en kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingenradio- en televisiesignalen, de afvoer van hemelwatertelefonie en datacommunicatie, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. terwijl deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven;, waarbij met name geldt: 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 41. de rechthebbenden erfdienstbaarheden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, uitzicht: inhoudende de verplichting van voor de rechthebbende eigenaar van het dienend erf om te dulden dulden, dat de rechthebbende op het heersend erf te bouwen woning ramen, vensters, erkers, deuren, eventuele andere lichtopeningen en balkons heeft op een kortere afstand van het dienend erf dan in de wet is toegelaten, zonder dat hiervoor één van de in de wet genoemde beperkingen geldt. Het vorenstaande geldt ongeacht of sprake is van een uitbouw, erker of veranda zoals in dit artikel onder 3 vermeld. 2. de erfdienstbaarheid van afvoer: inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om de afvoer van hemel- en afvalwater en faecaliën via de riolen, hemelwaterafvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers, welke bij de bouw zullen worden aangelegd in, aan of boven het dienend erf, te gedogen en geen activiteiten te verrichten, die de werking van de leidingen en dergelijke (kunnen) belemmeren. De kosten van het onderhoud en/of vervanging van de tot gezamenlijk gebruik behorende afvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers zijn voor rekening van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit en het dienend erf, ieder voor zijn aandeel. De koper is verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling zal worden aangebracht te laten bestaan. 3. de meerwerkopties erfdienstbaarheid van uit- en overbouw (uitsluitend voor zover een uitbouw, erker of veranda tijdens de bouw als meerwerkoptie voor de betreffende bouwkavel wordt/werd aangeboden): a. inhoudende de verplichting voor de eigenaar van een bouwkavel, die tijdens de bouw geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot het (doen) realiseren van een uitbouw aan de achterzijde of een erker of veranda aan de voorzijde van een op een bouwkavel te stichten woning, te dulden, dat, indien de eigenaar van de aangrenzende bouwkavel wel tijdens de bouw gebruik maakt van de mogelijkheid tot het realiseren van een uitbouw, erker of veranda, het hart van de fundering met de daarop te plaatsen muur casu quo de daarop te plaatsen constructie (zijkant) van de veranda, is gelegen op de erfgrens; b. inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het bouwplandienend erf, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangebodente dulden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw (met een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) centimeter), erker of veranda tot op de kadastrale erfgrens mag worden wordt gerealiseerd; , of, indien op het aangren- zende aangrenzende bouwkavel reeds een uitbouw uitbouw, erker of veranda als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden dat wordt ingebalkt en inge- ankerd ingeankerd in de buitengevel van die uitbouw;uitbouw of erker, of zijkant van die veranda. ##EINDE XXXXXXXXXX 000 T/M 143 EN 149 ##BOUWKAVELS 160 EN 161 Ter uitvoering van hetgeen partijen bij de koopovereenkomst met elkaar zijn overeengekomen, worden bij deze, casu quo zijn in eerdere akten, ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, al zodanige erfdienstbaarheden verleend en aangenomen, waardoor de toestand waarin die bouwkavels met de daarop te stichten opstallen zich onmiddellijk na voltooiing van de bouw ten opzichte van elkaar bevinden of voor wat betreft het in dit artikel onder 3.b bepaalde zullen bevinden, blijft gehandhaafd, speciaal voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen en kabels ten behoeve van radio- en televisiesignalen, telefonie en datacommunicatie, terwijl deze erfdienstbaarheden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven, waarbij met name geldt: 21. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten erfdienstbaarheden van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, uitzicht: inhoudende de verplichting van voor de rechtheb- bende eigenaar van het dienend erf om te dulden, dat de op het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige dakenheersend erf te bouwen woning ramen, gotenvensters, leidingen erkers, deuren, eventuele andere lichtopeningen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat balkons heeft op de voor de rechthebbenden een kortere afstand van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-dan in de wet is toegelaten, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten zonder dat hiervoor één van de noodza- kelijke werkzaamhedenin de wet genoemde beperkingen geldt. Het vorenstaande geldt ongeacht of sprake is van een uitbouw zoals in dit artikel onder 3 vermeld. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. de erfdienstbaarheid van afvoer: inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om de afvoer van hemel- en afvalwater en faecaliën via de riolen, hemelwaterafvoeren, buizen, drains en/of grindkoffers, welke bij de bouw zullen worden aangelegd in, aan of boven het dienend erf, te gedogen en geen activiteiten te verrichten, die de werking van de leidingen en dergelijke (kunnen) belemmeren. De kosten van het onderhoud en/of vervanging van de tot gezamenlijk gebruik behorende afvoeren, buizen, drains en/of uitbreiding zonnepanelengrindkoffers zijn voor rekening van het heersend en het dienend erf, ieder voor zijn aandeel. De koper is verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling zal worden aangebracht te laten bestaan.

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig hetgeen partijen bij de notariële akte van levering en/of koop-/aannemingsovereenkomst met elkaar zijn overeengekomen, worden bij afzonderlijke notariële aktedeze, casu quo zijn in eerdere akten, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden erfdienstbaarheden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig aanwezig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van een (perso- nen)auto(’s)(voor personen)auto (voor wat betreft de bouwnummers 1 bouwkavels 103 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30117) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde gebouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingentelecommunicatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nenschoorstenen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw als basis- en/of optiepakket aangeboden photovoltaïsch sys- teemsysteem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkoptiesruwbouwopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkoptiesruwbouwopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties ruwbouwopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende volgende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer verkoper gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamhedenherstelwerkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende rechthebbende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke noodzakelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeemIn/op de te realiseren woningen zal een photovoltaïsch systeem worden aangebracht, welk systeem onder meer bestaat uit zonnepanelen, een omvormer, de leidingen ertussen en montagematerialen. De zonnepanelen van het photovoltaïsch systeem zullen op het dak van een betreffende woning worden aangelegd. Ter uitvoering van hetgeen partijen daaromtrent met elkaar zijn overeengekomen wordt de hiervoor vermelde erfdienstbaarheid met betrekking tot de aanwezigheid van het tijdens de bouw als basis- en/of optiepakket aangeboden photovoltaïsch systeem bij deze nader uitgewerkt met de navolgende bepalingen: a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding uit zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, deze -om ten behoeve en ten laste van de naast het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + anderzijds: en ten laste deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan _ te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond erven moet worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf is en zullen moeten worden blijven bestaan, ook indien de noodza- kelijke werkzaamheden. 2heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en ongeacht de worden gegeven. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelenKETTINGBEDINGEN/KWALITATIEVE VERPLICHTING

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (met de bouwnummers 163 tot en met 167) in het onderhavige nieuwbouwproject Parkweide te Waddinxveen (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen), alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers + de navolgende erfdienstbaarheden: C O N C E P T de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels(openbare) nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, wijze zoals thans casu quo bij de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting oplevering van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan nieuw te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met een daartoe strekkende overeenkomst, ter bestendiging van de toestand waarin het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesverkochte zich zal bevinden na de realisering van de bouw, zullen voor zoveel nodig bij ten opzichte van de notariële akte aangrenzende woningen, al welke respectieve percelen deel uitmaken van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktehet bouwplan, worden hierbij gevestigd, over en weer, weer ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste de aangrenzende percelen welke tot een bouwblok behoren, voorzover deze percelen thans nog bij de verkoper in eigendom zijn, alle erfdienstbaarheden die nodig zijn om de feitelijke situatie van de woningen behorende tot het bouwplan waartoe het verkochte behoort na voltooiing van de bouw van de opstallen conform het bestaande bouwplan te handhaven, te realiseren en te legaliseren - speciaal voor wat betreft de uitvoering van de door de aannemer aangeboden uitbreidingsmogelijkheden - de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende faseonder meer telefoonaansluiting en elektriciteit, de navolgende erfdienstbaar- heden afvoer van hemelwater, gootwater en fecaliën (door rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en overbouw, licht en uitzicht, zijnde hieronder niet begrepen het verbod om te bouwen of te verbouwen, terwijl deze erfdienstbaarheden niet geacht worden verleend en aangenomente zijn verzwaard door bebouwing, te wetenmeerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven, waarbij met name geldt: a. de erfdienstbaarheid van lichtlicht en uitzicht, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestemde bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden, ook indien deze uitbreidingen na de eerste bouwrealisatie worden uitgevoerd), op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijnte hebben, zonder dat hiervoor een van de der in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw ter uitvoering van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte goedgekeurde bouw (met inbegrip van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafdaangeboden uitbreidingsmogelijkheden van het woonhuis, ook al mocht indien deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, uitbreidingen na de eerste oplevering bouwrealisatie worden uitgevoerd) balken, ankers enzovoorts van op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd naastgelegen perceel staande woning in de buitengevel van die uitbouwzijn perceel zijn aangebracht; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. c. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelenafvoer:

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter In verband met het feit dat de bij deze akte verkochte bouwgrond deel uitmaakt van een bouwcomplex, en ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig worden bij deze gevestigd en aanvaard de notariële akte navolgende erfdienstbaarheden, zulks onder de opschortende voorwaarde dat de eigendom danwel een beperkt recht van levering het heersende erf en/of bij afzonderlijke notariële aktehet dienende erf zich niet langer in één hand bevindt: Ten behoeve en ten laste van het in deze akte als “verkochte” omschreven perceel bouwgrond (bouwnummer *, over en weerkadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummer *) en ten behoeve en ten laste van het verkochte de aan verkoper in eigendom toebehorende percelen bouwgrond bouwnummers *** (kadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummers *****) elk als heersende en ten laste dienende erven, over en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of weer: al zodanige erfdienstbaarheden als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat waardoor de toestand waarin die de percelen na (af)bouw van met de daarop voor de eerste maal gebouwde te stichten opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingentelefoonaansluiting, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook gootwater en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder zijnde hieronder niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een _ verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. , terwijl deze erfdienstbaarheden worden niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende De eigenaar van het dienend erf om dient te dulden dat bij de rechthebbende uitvoering van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de onderhavige akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten bouwplan eventueel een op het heersend erf te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van bouwen woning (gedeeltelijk) boven het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-uitsteekt dan wel de versnijdingen van de funderingen of de bij de betreffende woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht. Partijen verklaarden een overeenkomst te hebben gesloten tot het vestigen van een erfdienstbaarheid ten behoeve *en ten laste* van bouwnummer * (kadastraal bekend gemeente Zutphen, warmtenet- en electriciteitsvoorzieningsectie O, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd nummer **) (het heersende erf en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten dienende erf) en ten behoeve en ten laste van de noodza- kelijke werkzaamhedenbouwnummers ** tot en met ** (kadastraal bekend gemeente Zutphen, sectie O, nummers ****) (het heersende erf en het dienende erf). Ter uitvoering van die overeenkomst verklaarden de verschenen personen, handelend als gemeld, de hierna te vermelden erfdienstbaarheid te vestigen en aan te nemen: het recht om te voet, met de fiets of met een ander klein voertuig met uitgeschakelde motor aan de hand over het dienende erf te komen van en te gaan naar het heersende _ erf naar en van de dichtstbijzijnde openbare weg, uit te oefenen over een strook grond _ (achterpad), welk achterpad schetsmatig met streeparcering is aangegeven op de aan deze akte gehechte situatietekening. Over gemelde strook grond mag een fiets, bromfiets, kinderwagen of een dergelijk klein voertuig aan de hand worden meegenomen. Deze erfdienstbaarheid wordt gevestigd onder de bepaling, dat verandering van bestemming van het betreffende kadastrale perceel, noch de splitsing daarvan in meerdere percelen, noch het stichten daarop van nieuwe of meerdere gebouwen als een verzwaring der erfdienstbaarheid kan worden aangemerkt, terwijl bedoelde strook grond niet zal mogen worden gebruikt als berg of opslagplaats en op bedoelde strook grond mag zich niets bevinden, hetgeen de uitoefening der erfdienstbaarheid zou kunnen bemoeilijken of verhinderen. Het onderhoud van bedoelde strook grond komt ten laste van de eigenaren van de heersende en dienende erven, ieder voor een evenredig deel. ******** Alle ontbindende voorwaarden die zijn overeengekomen in de koopovereenkomst of in nadere overeenkomsten die op de koop betrekking hebben, zijn thans uitgewerkt. Noch verkoper noch koper kan zich terzake van deze koop en levering nog op een ontbindende voorwaarde _ beroepen. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met een daartoe strekkende overeenkomst, ter bestendiging van de toestand waarin het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesverkochte zich zal bevinden na de realisering van de bouw, zullen voor zoveel nodig bij ten opzichte van de notariële akte aangrenzende woningen, al welke respectieve percelen deel uitmaken van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktehet bouwplan, worden hierbij gevestigd, over en weer, weer ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste de aangrenzende percelen welke tot een bouwblok behoren, voorzover deze percelen thans nog bij de verkoper in eigendom zijn, alle erfdienstbaarheden die nodig zijn om de feitelijke situatie van de woningen behorende tot het bouwplan waartoe het verkochte behoort na voltooiing van de bouw van de opstallen conform het bestaande bouwplan te handhaven, te realiseren en te legaliseren - speciaal voor wat betreft de uitvoering van de door de aannemer aangeboden uitbreidingsmogelijkheden - de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende faseonder meer telefoonaansluiting en elektriciteit, de navolgende erfdienstbaar- heden afvoer van hemelwater, gootwater en fecaliën (door rioleringswerken of anderszins), eventuele inbalking, inankering en overbouw, licht en uitzicht, zijnde hieronder niet begrepen het verbod om te bouwen of te verbouwen, terwijl deze erfdienstbaarheden niet geacht worden verleend en aangenomente zijn verzwaard door bebouwing, te wetenmeerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven, waarbij met name geldt: a. de erfdienstbaarheid van lichtlicht en uitzicht, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestemde bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden, ook indien deze uitbreidingen na de eerste bouwrealisatie worden uitgevoerd), op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijnte hebben, zonder dat hiervoor een van de der in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw ter uitvoering van de daarop voor eerste goedgekeurde bouw (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van het woonhuis, ook indien deze uitbreidingen na de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte bouwrealisatie worden uitgevoerd) balken, ankers enzovoorts van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand op een naastgelegen perceel staande woning in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft perceel zijn aangebracht; c. de aanwezigheid erfdienstbaarheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingenafvoer: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming Op een strook grond gelegen aan de achterzijde van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 bouwkavels 25 tot en met 5 28 en 9 daarvan deel uitmakende, @ of @ 21 tot en met 1823 en daarvan deel uitmakende, na @ of @ 1 tot en met 8 en 10 tot en met 16, is casu quo zal een (gerioleerd) voetpad (worden) aangelegd. De ligging van het voetpad is aangegeven op vermelde juridische tekening. Ter uitvoering van hetgeen partijen met elkaar zijn overeengekomen wordt bij deze casu quo is in (een) eerdere akte(n) of zal bij (een) nog te verlijden akte(n) - om niet - als erfdienstbaarheid het recht van voetpad (worden) verleend en aangenomen, zulks over en weer, ten behoeve en ten laste van de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerdbouwkavels @ tot en met @ (kadastraal bekend gemeente Sommelsdijk, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter sectie B nummers @ tot en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag met @. Het voetpad zal uitsluitend mogen worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gestichtgebruikt om daarover te voet, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in met een kinderwagen, een rijwiel, een snorfiets of bromfiets of een tweewielig motorrijwiel aan de oude staat hersteld op hand of met een hond aan de lijn, te komen van- en te gaan naar de openbare straat. Het is niet toegestaan de tot pad bestemde strook grond geheel of gedeeltelijk te blokkeren door het daarop plaatsen van welk voorwerp dan ook, dan wel de vrije doorgang te belemmeren. De kosten van de rechthebbende onderhoud, verbetering en eventuele vernieuwing van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang pad komen voor rekening van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting eigenaren van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige dakenbetreffende heersende en lijdende erven, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de ieder voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedeneen gelijk deel per woning. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering Partijen zijn in artikel 7.3 van eventueel de koopovereenkomst met betrekking tot het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesverkochte het volgende overeengekomen, zullen voor zoveel nodig bij woordelijk als volgt: "In de notariële akte van levering en/of zullen worden opgenomen alle rechten en verplichtingen als zijn vereist om de feitelijke situatie ten aanzien van het Verkochte en ten aanzien van de locatie waar het Verkochte deel van uitmaakt te bestendigen.". Ter nadere uitvoering van het in voormeld artikel 7.3 bepaalde, worden bij afzonderlijke notariële akte, over deze gevestigd en weer, aangenomen ten behoeve en ten laste van het verkochte (*adres/huisnr. *), als heersend respectievelijk dienend erf, en ten laste en ten behoeve van *de/het bij verkoper in eigendom zijnde percelen, kadastraal bekend gemeente Urmond, sectie B nummer*s, * (adres/huisnrs. *), als dienend respectievelijk heersend erf, al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelstoestanden, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting waarin deze zich thans alsook na voltooiing van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen voorgenomen bebouwing of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich verbouwing ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenbevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand daaronder begrepen de toestanden in strijd zijn met het burenrecht, speciaal blijven gehandhaafd, special voor wat be- treft betreft de aanwezigheid van ondergrondse en of bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve kabels, buizen en dergelijke voor het verkrijgen van telecom- municatieaansluitingenelektriciteit, de water, gas, telefoon, radio- en televisie-ontvangst en dergelijke en/of afvoer van hemelwaterschoon, gootwatervuil en rioolwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, toevoer van licht en uitzichtlucht, waaronder enzovoort, zijnde hieronder evenwel niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze Deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard zullen blijven bestaan, ook al mochten de heersende erven door bebouwing, meerdere bebou- wing verbouwing of verandering anderszins van aard en/of bestemming worden veranderd, waardoor verzwaring van de heersende erven; 3die erfdienstbaarheden mocht plaats hebben. alle kosten **einde keuzeblok 13 (bij levering van onderhoud en vernieuwing van de zich op kavel G-20 indien er al een eerdere levering uit het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 blok G-18 tot en met 5 en 9 tot en met 18G-20 heeft plaatsgevonden, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamhedenvolgende tekst opnemen); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, deze -om niet- over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van de naast en nabij het verkochte gelegen, aan verkoper in eigendom toebehorende, percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummers +, aan welke percelen door het Kadaster een voorlopige kadastrale grens en een voorlopige oppervlakte is toegekend, anderzijds: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van eventuele overstekende daken, dakgoten, hemelwaterafvoeren, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavelsopenbare nutsvoorzieningen, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn alles uit te oefenen op de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen wijze zoals na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen is en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedeze -om niet-, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en _ ten behoeve en ten laste van het naast het verkochte gelegen, aan verkoper _ in eigendom toebehorende, perceel kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummer + anderzijds: en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de thans bestaande of aan _ te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot_ de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond erven moet worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten reinigen, herstellen of vernieuwen van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2deze werken Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf is en zullen moeten worden worden gegeven. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelenKETTINGBEDINGEN/KWALITATIEVE VERPLICHTING

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1Tussen Partijen is overeengekomen dat verleend en gevestigd zullen worden al zodanige erfdienstbaarheden als nodig zijn om hetgeen bij de eerste goedgekeurde bouw tot uitvoering is/wordt gebracht, te legaliseren. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesuitvoering daarvan en indien en voor zover niet gevestigd bij een eerdere akte verlenen en vestigen Verkoper en Koper, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, die hierbij aanvaarden over en weer, weer ten behoeve en ten laste van het verkochte Verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende aangrenzende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen voor zover nog in een volgende faseeigendom toebehorende aan Verkoper, kadastraal bekend gemeente Harderwijk sectie I nummer*s *, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te wetenerfdienstbaarheden: a. 1. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestaande bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van de woning), op kortere afstand van de grens van het dienend dienende erf dan in de wet is toegestaan, balkons, ramen en lichten aanwe- zig aanwezig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende inhoudende: het verbod voor de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om de voortuin en in het voorkomende geval eventueel de zijtuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestaande bouwplan op het heersend heersende erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmerenwordt belemmerd; c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende inhoudende: de verplichting van de rechthebbende eigenaar van het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan eventueel een op het heersende erf te bouwen of gebouwde woning of de oplevering gerealiseerde opstallen daarbij behorende schuur, casu quo garage (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van de woning), gedeeltelijk op het dienende erf is gebouwd, casu quo hierboven uitsteekt, casu quo de versnijdingen van de funderingen in het dienende erf zijn gelegen of de bij de op het heersende erf gebouwde woning met toebehorende leidingen gedeeltelijk in het dienende erf zijn aangebracht; 4. de erfdienstbaarheid van legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende: de verplichting van de eigenaar van het dienende erf om te dulden dat ter uitvoering van de eerste goedgekeurde bouw (met inbegrip van aangeboden uitbreidingsmogelijkheden van de woning), eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties ontstaan, in stand gehouden worden, worden onderhouden en zonodig hersteld of vernieuwd, zoals inankering, inbalking en dergelijke; 5. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende: de verplichting van de eigenaar van het dienende erf om het overlopende water van de volgens het ten tijde van het passeren van de akte van levering bestaande toestand via bouwplan op het heersende erf te bouwen of gebouwde woning of de aanwezige daarbij behorende schuur, casu quo garage, daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingendrainage, inhoudende inhoudende: de verplichting van de eigenaar van het dienende erf het door de verkoper aan te dulden dat leggen drainagesysteem in stand te houden en te onderhouden. De koper heeft daarbij tevens de verplichting het drainagesysteem op eigen terrein, gelegen buiten het woningblok, in stand te houden en te verzorgen. De eigenaren van een aaneengesloten woningblok zijn verplicht bij te dragen in de kosten welke verband houden met de instandhouding en onderhoud van het drainagesysteem op eigen terrein; 7. de erfdienstbaarheid van voetpad, inhoudende: om over het ter plaatse aangelegde voetpad te komen van en te gaan naar de openbare weg en omgekeerd, zulks onder de volgende bepalingen: a. In het gebruik van de erfdienstbaarheid van voetpad is begrepen het recht een fiets, bromfiets, kinderwagen en dergelijke andere kleine voertuigen aan de hand te leiden. b. Het is niet toegestaan het voetpad te blokkeren, waaronder begrepen het daarop plaatsen van welk voorwerp dan ook, danwel de vrije doorgang te belemmeren. c. Het is niet toegestaan eventuele toegangshekjes/deuren tot de tuinen over het pad te laten scharnieren. d. De kosten van het onderhoud en het herstel van het voetpad komen voor gezamenlijke rekening van de eigenaren van de heersende en dienende erven, ieder voor een gelijk deel. Deze erfdienstbaarheid van voetpad wordt gevestigd voor het voetpad, liggende langs de ongeveer noordoostelijke grens van- en op de voor percelen met bouwnummers 68, 69, 70 en 71, plaatselijk bekend * te Harderwijk, dienende als achteruitgang ten behoeve van de rechthebbenden bouwnummers 68, 69, 70 en 71 (* te Harderwijk) en ten laste van de bouwnummers 68, 69, 70 en 71 (* te Harderwijk): - ten *behoeve van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-verkochte, warmtenet- tijdens de bouw bekend als bouwnummer * en electriciteitsvoorzieningten *laste van de percelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, rioleringsectie I nummer*s *, telecommunicatie tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *, en centrale antenne-inrichting - ten laste van het verkochte, tijdens de daarvoor nodige kabels bouw bekend als bouwnummer * en dienstleidingen in of boven ten behoeve van de grond worden gelegdpercelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, gehoudensectie I nummer*s *, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *. Deze erfdienstbaarheid van voetpad wordt verleend gevestigd voor het verrichten voetpad, liggende langs de ongeveer noordelijke grens van- en op de percelen met de bouwnummers 78, 79, 80 en 81, plaatselijk bekend * te Harderwijk, dienende als achteruitgang ten behoeve van de noodza- kelijke werkzaamhedenbouwnummers 78, 79, 80 en 81(* te Harderwijk) en ten laste van de bouwnummers 78, 79, 80 en 81 (* te Harderwijk): - ten *behoeve van het verkochte, tijdens de bouw bekend als bouwnummer * en ten *laste van de percelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, sectie I nummer*s *, tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *, en - ten laste van het verkochte, tijdens de bouw bekend als bouwnummer * en ten behoeve van de percelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, sectie I nummer*s *, tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *. Deze erfdienstbaarheid van voetpad wordt gevestigd voor het voetpad, liggende langs de ongeveer noordelijke grens van- en op de percelen met bouwnummers 89, 90, 91, 92 en 93, plaatselijk bekend * te Harderwijk, dienende als achteruitgang ten behoeve van de bouwnummers 89, 90, 91, 92 en 93(* te Harderwijk) en ten laste van de bouwnummers 89, 90, 91, 92 en 93(* te Harderwijk): - ten *behoeve van het verkochte, tijdens de bouw bekend als bouwnummer * en ten *laste van de percelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, sectie I nummer*s *, tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *, en - ten laste van het verkochte, tijdens de bouw bekend als bouwnummer * en ten behoeve van de percelen kadastraal bekend gemeente Harderwijk, sectie I nummer*s *, tijdens de bouw bekend als bouwnummer*s *. Voor wat betreft eerdere gevestigde erfdienstbaarheden wordt verwezen naar de akten van levering van de reeds geleverde kavels, deel uitmakende van het Project, waarin gelijke erfdienstbaarheden als hierboven vermeld zijn gevestigd. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Op grond en ter uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst wor- den bij deze verleend, aanvaard en door inschrijving van een afschrift van deze akte ten kantore van de Dienst van het kadaster en de openbare registers, in het register Hypotheken 4, gevestigd: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dulden dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning, balkons, ramen en lichten zijn op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in bij de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldtgelden; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend die- nend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuintuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van voor het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend erf een naast gelegen perceel te bouwen woning of gebouwde opstal de daarbij behorende berging, gedeeltelijk op het dienend erf is/zijn perceel wordt gebouwd, dan wel ca- su quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal deze woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn perceel zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden erfdienstbaarheid van het heersend erf zijn bevoegd inbalking en inankering, inhoudende de ver- plichting van de eigenaar van het dienend erf te betreden indien dit voor dulden dat bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende uitvoe- ring van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan, balken, ankers enzovoort van op een naastgelegen perceel staande woning in zijn perceel zijn aangebracht; 5. de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop overeen- komstig de aanwezige daken, aan te brengen goten, leidingen en putten en mede inhou- dende de verplichting voor het dienende erf het overlopende water van de daken van de op de heersende erven gebouwde opstallen te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels afvoer van fecaliën en leidingenhuishoudwater, over- eenkomstig de aan te brengen putten en leidingen naar het gemeen- teriool, inhoudende het onderhoud van deze putten en leidingen is voor gemeenschappelijke rekening van de aangesloten percelen; 7. een erfdienstbaarheid van nutsvoorzieningen, inhoudende de verplich- ting tot het dulden van het aanleggen, hebben, onderhouden en vervangen van nutsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord daaronder begre- pen leidingen en voorzieningen voor elektriciteit, gas, water, riolering, cen- trale antenne-inrichting, openbare verlichting en dergelijke op of in het die- nend erf dan wel aan de op het dienend erf op te richten opstallen, con- form het geprojecteerde plan; 8. de erfdienstbaarheid van drainage, inhoudende de verplichting te dul- den, dat in het dienend erf een onder de opstallen te leggen drainagelei- ding met bijbehorende doorspoelputten in de (zij-)tuin wordt aangelegd, gehouden, onderhouden, en vervangen. De erfdienstbaarheid wordt ge- vestigd onder de verplichting voor de eigenaren van de dienende erven tot onderhoud en schoonspuiten van deze leiding, welk onderhoud en schoonspuiten voor gezamenlijke rekening zal worden verricht. Handelin- gen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de leiding kunnen plaatsvin- den indien daartoe besloten is door een meerderheid van de eigenaren, zulks onverminderd de draagplicht van iedere afzonderlijke eigenaar; 9. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter hoog en ter breedte van een meter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van een meter (1,00 m) zal worden aangebracht. 10. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter en ter breedte van een meter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligus- terhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en ter breedte van een meter (1,00 m) zal worden aangebracht. 11. de erfdienstbaarheid van het hebben van een hekwerk met hedera, inhoudende de verplichting voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- te dulden op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een hekwerk met hedera ter hoogte van een meter en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond tachtig centimeter (1,80 m) zal worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenaangebracht. 212. Photovoltaïsch systeemde erfdienstbaarheid tot het in standhouden van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en tachtig cen- timeter en een breedte variërend van een meter tot drieënhalve me- ter; op het heersend erf zal worden aangebracht een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en een breedte variërend van een meter tot drieënhalve meter (1,00 m - 3,5 m). a. verboden handelingen13. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een beukenhaag ter hoogte van zestig centimeter en ter breedte van een meter, op het heersend erf zal worden aangebracht een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van een meter (1,00 m). b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen14. de erfdienstbaarheid van overpad inhoudende de verplichting voor het

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels in het onderhavige project anderzijds, alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen, sectie E nummers +, (opnemen alle nieuwe kadastrale n_u_m_m_e_r_s_b_o_u_w_n_u_m_me_r_s 7_0_-_7_9) de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden tot het hebben en houden van een (gedeelte van de) fundering/uitbouw in en op de grond van de buren ten behoeve van een uitbouw als meerwerkoptie, alles zoals deze meerwerkoptie zal worden uitgevoerd tijdens de nieuwbouw, alsmede de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de _ thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de wijze zoals thans casu quo bij de oplevering van de nieuw te bouwen opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruik zijn bestemd door de eigenaren van de betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden erven moet worden verleend en aangenomenvoor het reinigen, te weten: a. de erfdienstbaarheid herstellen of vernieuwen van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod deze werken. voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige _ verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2gegeven. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelenKETTINGBEDINGEN/KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve (artikel 3.18) a. Ten nutte en ten laste van het verkochte en ten laste nutte en ten behoeve laste van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aangrenzende aan de openbare straat gemeente in eigendom toebehorende kadastrale percelen wordt hierbij over en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot weer gevestigd en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat aangenomen al zodanige erfdienstbaarheden waardoor de toestand waarin die de percelen zich thans en na (af)bouw realisatie van het project conform de bouwvergunning van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich gemeente ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vindenelkander in strijd met het burenrecht mochten bevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft betreft de funderingen, het recht van inbalking, inankering, overbouw, ventilatiesystemen en de aanwezigheid van ondergrondse ondergrondse- en bovengrondse kabels en leidingen, alsmede de kabels met toebehoren ten behoeve van telecom- municatieaansluitingentelefoonaansluiting, de afvoer van hemelwater, gootwatergootwater en fecaliën door rioleringswerken als anderszins, rook en faecaliën (door gotenlicht, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht lucht en uitzicht, waaronder zijnde hieronder evenwel niet begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen verbouwen of te verbouwen; 2bouwen. deze Deze erfdienstbaarheden worden zullen niet geacht worden te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing verbouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3, terwijl bij gemeenschappelijke muren geacht wordt dat de kadastrale grens door het hart van deze muren loopt. alle De kosten van onderhoud en vernieuwing werken welke tot gemeenschappelijk gebruik bestemd zijn, moeten door de eigenaren van de zich op betreffende percelen gezamenlijk worden gedragen, ieder voor een gelijk deel, terwijl voorts te allen tijde toegang tot de percelen moet worden verleend voor het heersend reinigen, herstellen of vernieuwen van deze werken. b. Het omleggen of verwijderen, indien noodzakelijk geacht voor de ontwikkeling en dienend erf bevindende werken worden gedragen realisering van een door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden gemeente goedgekeurd bouwplan, van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien eventueel in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkoptiesverkochte aanwezige riolen, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplanbuizen, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die leidingen, kabels en dergelijke zal zo nodig door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op gemeente of het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld betreffende nutsbedrijf op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedenkoper plaatsvinden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte Registergoed en ten behoeve en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen naast en nabijgelegen kavels (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft met de bouwnummers 1 tot en met 12 en 8) in het onderhavige project anderzijds (zowel de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten _ van die percelen) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebbenalle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen, die het uitzicht uit sectie E nummers +, de ramen in navolgende erfdienstbaarheden: de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid erfdienstbaarheden van overbouw, inhoudende van inbalking en inankering in de verplichting van de rechthebbende opgerichte casu quo op te richten muren, van het dienend erf om te duldenhebben en houden van overstekende daken en dakgoten, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen hebben en houden van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of ramen en deuren binnen de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie_ thans bestaande of aan te leggen goten, inhoudende de verplichting van de rechthebbende putten, riolen en drainageleidingen, en van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw hebben en houden van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van telecom- municatieaansluitingende (openbare) nutsvoorzieningen, alles uit te oefenen op de afvoer wijze zoals thans casu quo bij de oplevering van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om nieuw te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwingopstallen met bijbehoren, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot_ de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de _ voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige _ verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. Op grond en ter uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst wor- den bij deze verleend, aanvaard en door inschrijving van een afschrift van deze akte ten kantore van de Dienst van het kadaster en de openbare registers, in het register Hypotheken 4, gevestigd: 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situaties, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dulden dat aan en in de op het heersend heersende erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen woning, balkons, ramen en lichten zijn op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in bij de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijntoegelaten, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldtgelden; b. 2. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend die- nend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuintuin, voor zover voorzover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover voorzover de rechthebbende eigenaar van het heersend heersende erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend heersende erf is gelegen, anders te gebruiken ge- bruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin zodanige beplantingen of opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die hebben dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel gevels van de volgens het thans bestaande bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel casu quo gebouwde woning belemmeren;wordt belemmerd. c. 3. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van voor het dienend dienende erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het huidige bouwplan eventueel een op het heersend erf een naast gelegen perceel te bouwen woning of gebouwde opstal de daarbij behorende berging, gedeeltelijk op het dienend erf is/zijn perceel wordt gebouwd, dan wel ca- su quo hierboven uitsteekt, dan wel de casu quo versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal deze woning behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn perceel zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden erfdienstbaarheid van het heersend erf zijn bevoegd inbalking en inankering, inhoudende de ver- plichting van de eigenaar van het dienend erf te betreden indien dit voor dulden dat bij de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende uitvoe- ring van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens bestaande bouwplan, balken, ankers enzovoort van op een naastgelegen perceel staande woning in zijn perceel zijn aangebracht; 5. de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop overeen- komstig de aanwezige daken, aan te brengen goten, leidingen en putten en mede inhou- dende de verplichting voor het dienende erf het overlopende water van de daken van de op de heersende erven gebouwde opstallen te ontvangen; en; g. 6. de erfdienstbaarheid van kabels afvoer van fecaliën en leidingenhuishoudwater, over- eenkomstig de aan te brengen putten en leidingen naar het gemeen- teriool, inhoudende het onderhoud van deze putten en leidingen is voor gemeenschappelijke rekening van de aangesloten percelen; 7. een erfdienstbaarheid van nutsvoorzieningen, inhoudende de verplich- ting tot het dulden van het aanleggen, hebben, onderhouden en vervangen van nutsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord daaronder begre- pen leidingen en voorzieningen voor elektriciteit, gas, water, riolering, cen- trale antenne-inrichting, openbare verlichting en dergelijke op of in het die- nend erf dan wel aan de op het dienend erf op te richten opstallen, con- form het geprojecteerde plan; 8. de erfdienstbaarheid van drainage, inhoudende de verplichting te dul- den, dat in het dienend erf een onder de opstallen te leggen drainagelei- ding met bijbehorende doorspoelputten in de (zij-)tuin wordt aangelegd, gehouden, onderhouden, en vervangen. De erfdienstbaarheid wordt ge- vestigd onder de verplichting voor de eigenaren van de dienende erven tot onderhoud en schoonspuiten van deze leiding, welk onderhoud en schoonspuiten voor gezamenlijke rekening zal worden verricht. Handelin- gen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de leiding kunnen plaatsvin- den indien daartoe besloten is door een meerderheid van de eigenaren, zulks onverminderd de draagplicht van iedere afzonderlijke eigenaar; 9. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter hoog en ter breedte van vijftig centimeter, inhoudende de verplichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van vijftig centimeter (0,50 m) zal worden aangebracht. 10. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter en ter breedte van vijftig centimeter, inhoudende de ver- plichting te dulden dat op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een ligusterhaag ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) en ter breedte van vijftig centimeter (0,50 m) zal worden aangebracht. 11. de erfdienstbaarheid van het hebben van een stalen hekwerk met be- groeiing, inhoudende de verplichting voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-te dulden op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van een stalen hekwerk met begroeiing ter hoogte van een meter en tachtig centimeter (1,80 m) zal worden aangebracht. 12. de erfdienstbaarheid van het hebben van een stalen hekwerk, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting inhou- dende de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend verplichting voor het verrichten dienend erf te dulden op het gekochte een erfafscheiding in de vorm van de noodza- kelijke werkzaamhedeneen stalen hekwerk ter hoogte van een me- ter en tachtig centimeter (1,80 m) zal worden aangebracht. 213. Photovoltaïsch systeemde erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een beukenhaag ter hoogte van zestig centimeter en ter breedte van een meter, op het heersend erf zal worden aangebracht een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van zestig centimeter (0,60 m) en ter breedte van een meter (1,00 m). a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen14. de erfdienstbaarheid tot het hebben van een erfafscheiding in de vorm van een haag ter hoogte van *** centimeter en ter breedte van *** meter, op het heersend erf zal worden aangebracht een erfafscheiding

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel het bepaalde in de koopovereenkomsten tussen verkoper en koper, worden in verband met de bouwkundige toestand waarin het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesgekochte zich na afbouw bevindt ten opzichte van de naastgelegen nieuw te bouwen woning(en), zullen bij deze - voor zoveel nodig bij zover rechtens vereist - de notariële akte navolgende erfdienstbaarheden gevestigd, verleend en aangenomen: Ten behoeve en ten laste van levering en/of bij afzonderlijke notariële akte, over het gekochte (kadastraal bekend gemeente Zegveld sectie G nummer(s) *) en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en ten laste en ten behoeve van de overige tot het bouwplan project behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen bouwkavels met de bouwnummers * (kunnenkadastraal bekend gemeente Zegeveld sectie G nummers *) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te wetenerfdienstbaarheden: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. b. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. c. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden eigenaren die daarvan profiteren; 4. d. de rechthebbenden eigenaren van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. e. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek wetboek gelden; e. a. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende bouwwerken worden gerealiseerd binnen vijf (5) jaar na de verplichting eerste oplevering van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van woning op het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden:erf; 1. b. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties meerwerkopties die door de aannemer ondernemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft aangeboden en waarvoor door de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na ondernemer gedurende de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op bouwperiode eventueel al de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouwvoorbereidende voorzieningen zijn aangebracht; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat op de voor de rechthebbenden van het dienend erf minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-, warmtenet- en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in of boven de grond worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamheden. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering uitvoering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatieshetgeen dienaangaande tussen partijen is overeengekomen, zullen voor zoveel nodig verlenen, vestigen en aanvaarden partijen bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële aktedeze -om niet-, over en weer, ten behoeve en ten laste van het sub A omschreven verkochte enerzijds en ten behoeve en ten laste van het naastgelegen aan verkoper in eigendom toebehorende perceel kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen sectie E nummer 1407 anderzijds de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van_ hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft naar de openbare straat waaraan het heersend erf is gelegen, anders te gebruiken dan voor het parkeren van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebben, die het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het bouwplan op het heersend erf te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouwnutsvoorzieningen, alsmede de aanwezigheid erfdienstbaarheden van het tijdens uitpad, alles uit te oefenen op de wijze zoals na de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teemfeitelijk aanwezig is _ en gebruikt kan worden, een en ander onder terwijl de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te _ allen tijde toegang tot de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden gelden ook indien een kavel alleen heersend erf danwel alleen dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen is en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat zullen moeten worden uitgeoefend op de voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen

VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN. 1. Ter legalisering van eventueel met het buren- en/of eigendomsrecht strijdige situatiesTen deze bestaan casu quo worden voorbehouden, zullen voor zoveel nodig bij de notariële akte van levering en/of bij afzonderlijke notariële akteverleend, gevestigd en aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte Registergoed en ten behoeve en ten laste van de naast en nabijgelegen kavels (met de bouwnummers 45 tot en met 63) in het onderhavige project anderzijds (zowel de volle eigendomsrechten, de erfpachtsrechten als de bloot eigendomsrechten van die percelen) alle deeluitmakend de percelen kadastraal bekend Gemeente Waddinxveen, sectie E nummers +, de navolgende erfdienstbaarheden: de erfdienstbaarheden van overbouw, van inbalking en inankering in de opgerichte casu quo op te richten muren, van het hebben en houden van overstekende daken en dakgoten, van het hebben en houden van ramen en deuren binnen de bij de wet verboden afstand, van afvoer van faecaliën, huishoudwater en regenwater door de _ thans bestaande of aan te leggen goten, putten, riolen en drainageleidingen, en van het hebben en houden van leidingen, buizen, kabels, draden, installaties ten behoeve van de overige tot (openbare) nutsvoorzieningen, alsmede de erfdienstbaarheden van uitpad om over het bouwplan behorende bouwkavels, waaron- der mede begrepen (kunnen) zijn de bouwkavels gelegen in een volgende fase, de navolgende erfdienstbaar- heden worden verleend bestaande casu quo nog aan te leggen achterpad te komen van- en aangenomen, te weten: a. de erfdienstbaarheid van licht, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat aan en in de op het heersend erf volgens het bouwplan te bouwen of gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van het dienend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwe- zig zijn, zonder dat hiervoor een van de in de wet genoemde beperkingen geldt; b. de erfdienstbaarheid van uitzicht, inhoudende het verbod voor de rechthebbende van het dienend erf om de voortuin en in het voorkomende geval de zijtuin, voor zover deze onmiddellijk grenst aan de openbare straat en voor zover de rechthebbende van het heersend erf hierover uitzicht heeft gaan naar de openbare straat waaraan weg, welke erfdienstbaarheden zullen inhouden het heersend erf is gelegenrecht om over gemeld pad te gaan, anders te gebruiken dan voet, met een kruiwagen, kinderwagen, fiets, _ bromfiets of ander dergelijk voertuig aan de hand -mits met uitgeschakelde motor- onder bepaling dat het onderhoud van gemeld pad voor het parkeren gezamenlijke rekening komt van (perso- nen)auto(’s)(voor wat betreft de bouwnummers 1 tot en met 12 en eigenaren van de in fase 2 gelegen bouwnummers 19 tot en met 30) en/of als siertuin en het verbod hierin opstallen (niet-zijnde beplantingen) te hebbenpercelen, die van het uitzicht desbetreffende pad gebruik kunnen maken, ieder voor een gelijk deel; alles uit te oefenen op de ramen in wijze zoals thans casu quo bij de voorgevel oplevering van de volgens het bouwplan op het heersend erf nieuw te bouwen dan wel gebouwde woning belemmeren; c. opstallen met bijbehoren, feitelijk aanwezig is en gebruikt kan worden, terwijl de erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden, dat bij de uitvoering van het bouwplan eventueel een op het heersend erf te bouwen of gebouwde opstal gedeeltelijk op het dienend erf is/wordt gebouwd, dan wel hierboven uitsteekt, dan wel de versnijdingen van de funderingen in het dienend erf zijn gelegen of de bij de op het heersend erf ge- bouwde opstal behorende leidingen gedeeltelijk in het dienend erf zijn aangebracht; d. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop voor de eerste maal gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen be- vinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht, speciaal wat be- treft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecom- municatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorste- nen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, alsmede de aanwezigheid van het tijdens de bouw aangeboden photovoltaïsch sys- teem, een en ander onder de volgende bepalingen: 1. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen; 2. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebou- wing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven; 3. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren; 4. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing; 5. deze erfdienstbaarheid geldt niet voor bouwwerken die niet zijn voorzien in het bouwplan (inclusief meerwerkopties); voor deze bouwwerken blijft het burenrecht van Titel 4 van Boek 5 Burgerlijk Wetboek gelden; e. de erfdienstbaarheid tot legalisering van later uitgevoerde meerwerkopties, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de rechthebbende van het heersend erf bouwwerken realiseert voortvloeiend uit de meerwerkopties van het bouwplan, mits is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: 1. de bouwwerken worden gerealiseerd conform de ruwbouwopties die door de aannemer gedurende de bouwperiode worden aangeboden, met dien verstande dat indien, voor wat betreft de bouw- nummers 2 tot en met 5 en 9 tot en met 18, na de eerste oplevering op een heersend erf een uitbouw wordt gerealiseerd, deze uitbouw een maximale diepte mag hebben van twee meter en veertig cen- timeter en (slechts) tot op de kadastrale erfgrens mag worden gerealiseerd; indien op het aangren- zende bouwkavel reeds een uitbouw als hiervoor bedoeld is gesticht, mag worden ingebalkt en inge- ankerd in de buitengevel van die uitbouw; 2. de bouwwerken op het dienend erf worden zo nodig in de oude staat hersteld op kosten van de rechthebbende van het heersend erf; 3. werken die tot gezamenlijk _ gebruik zijn bestemd door de bouwwerken worden na schriftelijke aankondiging gerealiseerd in één bouwstroom, binnen een termijn van zes (6) maanden na aanvang eigenaren van de bouwwerkzaamheden (inclusief eventuele herstel- werkzaamheden); f. betreffende erven gemeenschappelijk gedragen moeten worden en te allen tijde toegang tot_ de erfdienstbaarheid erven moet worden verleend voor het reinigen, herstellen of vernieuwen van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechtheb- bende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de akte van levering dan wel tijdens de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand via de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen; en g. de erfdienstbaarheid van kabels en leidingen, inhoudende de verplichting te dulden dat deze werken. Alle voormelde erfdienstbaarheden zullen moeten worden uitgeoefend op de _ voor de rechthebbenden van het dienend erf dienende erven minst bezwarende wijze voor respectievelijk water-en zullen blijven bestaan, warmtenet- ook indien de heersende erven door opbouw, aanbouw of vernieuwing enige _ verandering mochten ondergaan en electriciteitsvoorziening, riolering, telecommunicatie en centrale antenne-inrichting ongeacht de daarvoor nodige kabels en dienstleidingen in bestemming welke te eniger tijd aan de heersende of boven de grond dienende erven mocht worden gelegd, gehouden, gerepareerd, vernieuwd en verwijderd en het daarmee belaste personeel toegang wordt verleend voor het verrichten van de noodza- kelijke werkzaamhedengegeven. 2. Photovoltaïsch systeem a. verboden handelingen b. vervanging of uitbreiding zonnepanelen