Voorwaarden personeel. De controle- en certificatie-instelling heeft volgende verantwoordelijkheden met betrekking tot personeel: • de controle- en certificatie-instelling moet een verantwoordelijke contactpersoon (=coördinator) en een plaatsvervanger aanduiden en moet beschikken over minstens één bevoegde auditor per schakel en ook over minstens één supervisor. De supervisor kan ook de rol van coördinator vervullen; • de controle- en certificatie-instelling moet ervoor zorgen dat het personeel voldoet aan de nodige voorwaarden beschreven in dit hoofdstuk door supervisie, vorming en het behouden van de deskundigheid; • de controle- en certificatie-instelling moet ervoor zorgen dat alle medewerkers zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden. Waar gedocumenteerde procedures/werkinstructies voor de uit te voeren taken bestaan, hebben de relevante medewerkers daar toegang toe en is men in staat dat de werkzaamheden in overeenstemming met de instructies uitgevoerd worden; • de auditors van de controle- en certificatie-instelling dienen te allen tijde de geldende sanitaire wettelijke normen en het bedrijfseigen hygïeneprotocol te respecteren en hiertoe de gepaste preventieve maatregelen te nemen inzake gedragscode en kledij teneinde de overdracht van besmettelijke (dier)ziekten te vermijden; • de controle- en certificatie-instelling moet erop toezien dat een verlengingsaudit maximaal drie keer na elkaar door dezelfde auditor bij dezelfde deelnemer uitgevoerd wordt. Belpork vzw kan examens (die verplichtend zijn voor alle auditoren) opleggen. Freelance auditoren, kunnen voor meerdere controle- en certificatie-instellingen optreden, indien ze onderworpen zijn aan het kwaliteitssysteem van elke betrokken controle- en certificatie-instelling, indien hun competentie gevalideerd is door elke betrokken controle- en certificatie-instelling en indien ze erkend zijn door Belpork vzw.
