Common use of Voorwaarden Clause in Contracts

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming aanstelling een akte zoals opgenomen in bijlage IC ID van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid bedoelde periode dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: : a. de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en en b. de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 4.5, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao CAO wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, oudersou- ders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze caoCAO. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven inge- schreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste tenminste bepalingen over: - de begeleiding van de leraar in opleiding; - dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling be- oordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao CAO (akte van benoemingaanstelling). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leer-werkplan op. Het leerwerkplan leer- werkplan wordt getoetst door: - de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en - de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan leer-werkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan leer-werkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten wordenwor- den. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.8.23 en

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao CAO wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze caoCAO. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven ingeschre- ven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste tenminste bepalingen over: - de begeleiding van de leraar in opleiding; - dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling be- oordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao CAO (akte van benoeming). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leer-werkplan op. Het leerwerkplan leer- werkplan wordt getoetst door: - de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en - de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan leer-werkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten wordenwor- den. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.8.23 en

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming aanstelling een akte zoals opgenomen in bijlage IC ID van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid bedoelde periode dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: : a. de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en en b. de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 4.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamhedenwerkzaam- heden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienst- verband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: : a. de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en en b. de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 2A.3, 4.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamhedenwerkzaam- heden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld vast- gesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 2A.3, 3.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.25 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding LIO waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding LIO ontvangt bij benoeming een akte (leer)arbeidsovereenkomst zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding LIO omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding LIO is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding LIO met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleidingLIO, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming)cao. 10. De leraar in opleiding LIO stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdLIO werkzaam is. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding LIO heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.86.3, 6.7, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 6.21 en 8.10 tot en met 8.168.14, 8.18 8.16 t/m 8.238.20, 8.25, 8A.5 en 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleidingLIO.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding LIO waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding LIO ontvangt bij benoeming een akte (leer)arbeidsovereenkomst zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding LIO omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding LIO is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel moeten binnen het dienstverband dienen gelijk zijn aan elkaar gelijk te zijn gesteldelkaar. 7. Het salaris van de leraar in opleiding LIO met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleidingLIO, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: • de begeleiding van de leraar in opleiding; • dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming)cao. 10. De leraar in opleiding LIO stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: • de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven en • de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdLIO werkzaam is. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding LIO heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.86.3, 6.7, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 6.21 en 8.10 tot en met 8.168.13, 8.18 8.16 t/m 8.238.20, 8.25, 8A.5 en 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleidingLIO.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding LIO waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding LIO ontvangt bij benoeming een akte (leer)arbeidsovereenkomst zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding LIO omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-LIO- schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding LIO is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding LIO met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleidingLIO, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: • de begeleiding van de leraar in opleiding; • dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming)cao. 10. De leraar in opleiding LIO stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: • de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven en • de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdLIO werkzaam is. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding LIO is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding LIO heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.86.3, 6.7, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 6.21 en 8.10 tot en met 8.168.14, 8.18 8.16 t/m 8.238.20, 8.25, 8A.5 en 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleidingLIO.

Voorwaarden. 1. De leraar Het ROC ziet erop toe dat de BOL-leerling voor aanvang van de BPV: a. in opleiding waarmee het bezit is van een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar.legitimatiebewijs aspirant-beveiliger; b. heeft deelgenomen aan het examen SVPB-certificaat Beveiliging B. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming Het ROC ziet erop toe dat de praktijkovereenkomst: a. is aangevuld met een akte zoals opgenomen in bijlage IC aanhangsel waarin staat dat de BOL-leerling uitsluitend niet fakturabel (boven de sterkte) mag worden ingezet. Het aanhangsel maakt onlosmakelijk deel uit van deze caode praktijkovereenkomst. ECABO verstrekt het verplichte aanhangsel; b. voor aanvang van de BPV is ondertekend door het leerbedrijf, de praktijkopleider, de BOL-leerling en het ROC. 3. De periode zoals bedoeld Het ROC ziet erop toe dat het aantal BOL-leerlingen in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begintleerbedrijf gelijk of minder is dan het aantal praktijkopleiders per dienst per dag in het leerbedrijf. 4. De functie leraar in opleiding omvat Het ROC ziet erop toe dat de in BOL-leerling tijdens de BPV: a. zichtbaar op het vijfde lid aangegeven onderdelen uniform onder het logo van het bedrijf een badge met de taakkarakteristiek waarbij tekst ‘stagiair’ draagt. Het ROC vraagt het vignet tegelijkertijd met het indienen van het aanvraagformulier voor het legitimatiebewijs BOL-leerling aan bij XXXXX. Nadat de zelfstandige uitoefening politie het legitimatiebewijs heeft verstrekt, verstrekt XXXXX het vignet aan het ROC. Het ROC overhandigt het vignet aan de leerling en controleert bij de eerste gelegenheid of het vignet op de juiste wijze bevestigd is op het uniform. b. bij het uitvoeren van beveiligingstaken onder directe aanwezigheid en begeleiding staat van een gediplomeerd beveiliger die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schaptevens praktijkopleider is; c. beveiligingstaken uitvoert conform de Wpbr. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel vanKBD-adviseur: a. stemt regelmatig met het geven ROC af over de BPV van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamhedenBOL-leerlingen zonder arbeidsovereenkomst; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit controleert en houdt toezicht op de naleving van dit reglement door het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d..ROC; c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van bezoekt de goede gang van zaken aan de instellingBOL-leerling tijdens zijn BPV. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao CAO wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 1,0000 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d... c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze caoCAO. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste tenminste bepalingen over: − de begeleiding van de leraar in opleiding; − dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao CAO (akte van benoemingaanstelling). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leer-werkplan op. Het leerwerkplan leer- werkplan wordt getoetst door: − de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en − de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan leer-werkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan leer-werkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.23 en 8A.7 8.25 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 3.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.23 en 8A.7 8.25 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1Er zijn voorwaarden die gelden voor alle uitingen van VOLZIN en er zijn specifieke voorwaarden voor het type bijdrage. a. De redactie van VOLZIN behoudt het recht eerder afgesproken geschreven bijdragen of beeldmateriaal niet te plaatsen, bijvoorbeeld als andere bijdragen meer prioriteit hebben. De leraar In dat geval vindt betaling toch plaats, maar alleen als de opdrachtafspraak schriftelijk is bevestigd. b. Een afspraak tot een opdracht is alleen geldig als deze bevestigd wordt in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst e-mail van de hoofdredacteur. Daarin wordt ook het aantal overeengekomen woorden of werken vermeld. Over extra meegeleverde materialen worden vooraf geen toezeggingen gedaan. Plaatsing is gesloten als opgenomen afhankelijk van de kwaliteit en relevantie van het bijgeleverde materiaal en de ruimte in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd de opmaak. c. Indien auteur akkoord is gegaan met de aanleverdatum in de briefing/opdracht- bevestiging voor een periode die overeenkomt magazine-artikel, maar zonder bericht vooraf met daarin een zeer goede reden voor een aangepaste leverdatum, niet op tijd levert, zijn wij genoodzaakt 25% van de vergoeding in te houden voor gemaakte kosten voor het aanvullend inhuren van eindredactie. d. Geschreven journalistieke bijdragen zijn vrijgesteld van btw volgens artikel 11, lid 1, letter q van de wet op de omzetbelasting 1968. e. BDUvakmedia verkrijgt de rechten op de overeengekomen journalistieke, opiniërende, fotografische, audiovisuele als illustratieve bijdragen. f. BDUvakmedia kan de productie onder lid e. doorplaatsen in andere media. g. Auteur heeft het recht om ná de publicatiedatum het in opdracht van BDUvakmedia vervaardigde werk in het eigen portfolio op te nemen. Het werk mag niet in zijn geheel gepubliceerd worden. Alleen kop, inleiding en eerste paragraaf mogen op de eigen site gepubliceerd worden met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaarlink naar het betreffende artikel op XXXXXX.xx. 2h. Auteur mag het betreffende artikel niet integraal doorplaatsen in andere media of uitgaven van derden zonder toestemming van BDUvakmedia. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming Dat is alleen toegestaan via een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze caolink naar XXXXXX.xx. 3. De periode zoals bedoeld i. Auteur garandeert dat het in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie opdracht van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding BDUvakmedia vervaardigde werk exclusief is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs tot aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken publicatiedatum bij VOLZIN. Wanneer exclusiviteit niet te garanderen is tot aan de instellingpublicatiedatum bij VOLZIN, laat auteur dit tijdig weten en geeft auteur op bij welke andere media (nationaal en internationaal) het werk gepubliceerd is, gepubliceerd zal worden of waar intentieverklaringen zijn afgegeven voor hetzelfde onderwerp. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1De belangrijkste voorwaarden per type praktijk- of werkleerplaats staan hieronder op een rij. - Vso praktijkleerplaats: o De leraar in werkgever is een erkend leerbedrijf dat het praktijkdeel van de opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2verzorgt. o De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld leerling volgt onderwijs in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie uitstroomprofiel ‘arbeidsmarktgericht’ of binnen het uitstroomprofiel ‘vervolgonderwijs’ en bevindt zich in het laatste jaar van de instelling begint. 4opleiding. o De functie leraar in praktijkleerplaats voldoet aan de eisen voor beroepspraktijkvorming (minimaal 640 klokuren en maximaal 50% van het totaalaantal uren waarin onderwijs wordt verzorgd). - Pro praktijkleerplaats: o De werkgever is een erkend leerbedrijf dat het praktijkdeel van de opleiding omvat de verzorgt. o De leerling staat ingeschreven aan een school voor praktijkonderwijs en zit in het vijfde lid aangegeven onderdelen laatste schooljaar. o De praktijkleerplaats voldoet aan de eisen voor beroepspraktijkvorming (minimaal 640 klokuren en maximaal 50% van het totaalaantal uren waarin onderwijs wordt verzorgd). - Vmbo entreeopleiding: o De werkgever is een erkend leerbedrijf dat het praktijkdeel van de taakkarakteristiek waarbij opleiding verzorgt. o Een leerling volgt een basisberoepsgerichte leerweg in het voortgezet onderwijs. Deze is ingericht als een entreeopleiding en wordt verzorgd als beroepsbegeleidende leerweg. o De praktijkleerplaats voldoet aan de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens eisen voor voldoende begeleide onderwijsuren (200) en uren aan beroepspraktijkvorming (610). - Vmbo praktijkleerplaats (leer-werktraject in het LIO-schap. 5. voortgezet onderwijs): o De taakkarakteristiek werkgever is een erkend leerbedrijf dat het praktijkdeel van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen verzorgt. o Een leerling volgt een basisberoepsgerichte leerweg en het onderhouden leer-werktraject voldoet aan het aantal klokuren (min. 640 en max. 1.280 in het 3e en 4e jaar) en is gericht op het behalen van contacten met collega’s een startkwalificatie op het niveau van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6basisberoepsopleiding. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met o Er is een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven praktijkleerovereenkomst opgesteld en de werkgever waar voert een administratie die aanwezigheid bij het praktijkgedeelte en hoe de leraar in leerdoelen zijn behaald, aantoont. - Mbo praktijkleerplaats (beroepsbegeleidende leerweg (bbl) voor alle niveaus): o De werkgever is een erkend leerbedrijf dat het praktijkdeel van de opleiding verzorgt. o De opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar opgenomen in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan CREBO register en voldoet aan de eindtermen van eisen voor voldoende begeleide onderwijsuren (200) en uren beroepspraktijkvorming (bpv) (610). o Er is een praktijkleerovereenkomst opgesteld (mede ondertekent door de werkgever) en de werkgever voert een administratie die aanwezigheid, begeleiding en behaalde kwalificaties aantoont. o Een beroepsopleidende leerweg (bol) of EVC-traject komt niet in aanmerking. - Hbo praktijkleerplaats (duale of deeltijdopleiding met verplicht praktijkdeel, geen voltijdstudie): o De CROHO-code valt onder de sectoren techniek of landbouw en natuurlijke omgeving. o Er is een praktijkleerovereenkomst opgesteld en de werkgever voert een administratie die aanwezigheid, begeleiding en behaalde kwalificaties aantoont. - Academische werkleerplaats (in bepaalde gevallen: promovendus of technologisch ontwerper in opleiding. 12. ): o De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om is een private partij, maar geen bijzondere universiteit, een daaraan verbonden academisch ziekenhuis of een private onderzoekorganisatie. o De promovendus is in dienst bij een universiteit of een instituut van NWO of KNAW en heeft een overeenkomst wat betreft loonkosten door de werkzaamheden werkgever òf is in dienst bij een werkgever die verricht moeten wordeneen overeenkomst heeft met één van deze kennisinstellingen t.b.v. de begeleiding. o De t.o.i.o. is in dienst bij een universiteit en heeft een ontwerpopdracht bij de werkgever o.b.v. een overeenkomst tussen universiteit en werkgever òf is in dienst bij een werkgever o.b.v. een begeleidingsovereenkomst met een universiteit. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1In de huur van het gebouw is het gebruik van gas, water en licht inbegrepen. - Gebruik van de tuin en telefoon is niet in de huur van het gebouw inbegrepen. - Eten en drinken is niet aanwezig. Versnaperingen mogen worden meegenomen en genuttigd. Echter - Speeltuinvereniging "Kindervreugd" heeft geen horecavergunning. Alcoholische dranken mogen dan ook niet genuttigd worden, ook geen alcoholvrij bier of wijn, in het gebouw of op het terrein van de speeltuin. - De leraar ter beschikking gestelde sleutels mogen niet nagemaakt worden. - Versieringen mogen niet op of in opleiding waarmee de buurt van de (disco)verlichting worden opgehangen. - Per 1 juli 2008 is roken in het gebouw en de speeltuin verboden. - Het zelf meebrengen van (disco)verlichting en apparatuur is niet toegestaan, m.u.v. een leerarbeidsovereenkomst kleine radio of cd-speler. Overleg bij twijfel vooraf met de contactpersoon van de speeltuinvereniging. - Het is gesloten als opgenomen niet toegestaan meer personen toe te laten dan vooraf op het contract is vermeld. - Tijdens de gehele verhuurperiode moeten vluchtwegen vrijgehouden worden. - Na verhuur:  Het pand opruimen (inclusief versieringen),  Zonnescherm indien gebruikt weer dichtdoen  Prullenbakken legen en de vloer dweilen.  Prullenbakken in bijlage II de speeltuin legen indien deze gebruikt zijn.  De toiletten en keuken schoonmaken en de afwas doen.  Schoonmaakmiddelen zijn aanwezig. (in de werkkast in het halletje)  Eventuele mankementen dienen gemeld te worden.  Bij het verlaten van het pand alle lichten uitzetten, alle verwarmingen weer open draaien (ook in de zomer), deur en hek op slot en de sleutels inleveren bij de contactpersoon van de speeltuin. - Betaling geschiedt overeenkomstig de gemaakte afspraken met de contactpersoon van de speeltuin. - Bij overtreding van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2voorwaarden volgt verwijdering. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3- Alle schade en/of gevolgschade zal op de huurder verhaald worden. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie - Bij onenigheid tussen huurder en contactpersoon van de instelling begintspeeltuinvereniging beslist het bestuur van "Kindervreugd". Deze beslissing is bindend. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding van de leraar in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. Een belanghebbende kan voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerling-werknemer is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt op of na 1-9-2015 gestart met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaarberoepsopleiding bouw of infra middels de bbl conform de WEB op niveau 3. De leerling-werknemer volgt de opleiding daadwerkelijk en is werkzaam in het beroep waarvoor hij de opleiding volgt. 2. De leraar in leerling-werknemer start de opleiding ontvangt bij benoeming bbl-3 binnen vier maanden na het behalen van een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze caodiploma bbl-2. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór Belanghebbende valt onder de datum waarop de zomervakantie werkingssfeer van de instelling begintcao en de cao BTER en voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit deze cao’s, waaronder het afdragen van premies voor de bedrijfstakfondsen gedurende de opleiding. 4. De functie leraar in opleiding omvat Belanghebbende is met de in het vijfde lid aangegeven onderdelen leerling-werknemer een beroepspraktijkvormingsovereenkomst en een arbeidsovereenkomst aangegaan voor minimaal de duur van de taakkarakteristiek waarbij opleiding en waarop de zelfstandige uitoefening cao van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schaptoepassing is verklaard. 5. De taakkarakteristiek Belanghebbende voldoet ten opzichte van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs leerling-werknemer aan de instelling, verplichtingen zoals het deelnemen aan teamvergaderingen vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instellingberoepspraktijkvormingsovereenkomst en/of onderwijsovereenkomst. 6. De omvang Belanghebbende voldoet aan het reglement erkenning leerbedrijven van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteldstichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). 7. Het salaris Indien belanghebbende een opleidingsbedrijf is, is de leerling-werknemer geplaatst bij een door de SBB erkend leerbedrijf dat onder de werkingssfeer van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze caocao en de cao BTER valt. 8. Tussen Indien er voor de leraar leerling in opleidingde afgelopen vijf jaren op grond van dit reglement of voorgaande regelingen een tegemoetkoming is verstrekt én de leerling is geslaagd, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in dan is er voor een opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst geslotenop hetzelfde niveau géén financiële tegemoetkoming meer beschikbaar. 9. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: Indien er voor de begeleiding leerling in de afgelopen vijf jaren op grond van dit reglement of voorgaande regelingen een tegemoetkoming is verstrekt én de leraar leerling is niet geslaagd, dan is er voor een opleiding op hetzelfde niveau financiële tegemoetkoming beschikbaar. Daarbij zal de in opleiding; dat deel van de eindtermen dat de leraar afgelopen vijf jaren verstrekte financiële tegemoetkoming in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao (akte van benoeming)mindering worden gebracht. 10. De leraar Belanghebbende is verplicht inzage te verlenen in opleiding stelt alle documenten en verder alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor aanvang de uitvoering van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar wat in opleiding dit reglement is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdbepaald. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: : a. de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en en b. de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 4.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.23 en 8A.7 8.25 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming aanstelling een akte zoals opgenomen in bijlage IC ID van deze cao. 3. De periode zoals bedoeld in het eerste lid bedoelde periode dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 4. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 5. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 6. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienst- verband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 7. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 8. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 9. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 10. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 11. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 12. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 13. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 15. De artikelen 2.3, 6.1 t/m 6.8, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 en 8A.7 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao wordt benoemd aangesteld voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming aanstelling van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s collega‟s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d.. c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze cao. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst bevat ten minste bepalingen over: de begeleiding : x. xx xxxxxxxxxxx van de leraar in opleiding; ; b. dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC ID van deze cao (akte van benoemingaanstelling). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst leerovereenkomst een leerwerk- plan leerwerkplan op. Het leerwerkplan wordt getoetst door: : a. de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en en b. de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemdaangesteld. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 4.5, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.23 en 8A.7 8.25 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.

Voorwaarden. 1. De leraar in opleiding waarmee een leerarbeidsovereenkomst is gesloten als opgenomen in bijlage II van deze cao CAO wordt benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 1,0000 binnen één schooljaar. 2. De leraar in opleiding ontvangt bij benoeming een akte zoals opgenomen in bijlage IC van deze cao. 3. De Deze periode zoals bedoeld in het eerste lid dient te eindigen vóór de datum waarop de zomervakantie van de instelling begint. 43. De functie leraar in opleiding omvat de in het vijfde vierde lid aangegeven onderdelen van de taakkarakteristiek waarbij de zelfstandige uitoefening van die taken geleidelijk toeneemt tijdens het LIO-schap. 54. De taakkarakteristiek van de functie leraar in opleiding is het leren van het beroep leraar door middel van: a. het geven van onderwijs, alsmede de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden; b. algemene werkzaamheden, die redelijkerwijs voortvloeien uit het onderwijs aan de instelling, zoals het deelnemen aan teamvergaderingen en het onderhouden van contacten met collega’s van de instelling, ouders, begeleidingsdiensten e.d... c. het verrichten van overige werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken aan de instelling. 65. De omvang van het leeraandeel en de omvang van het arbeidsdeel binnen het dienstverband dienen aan elkaar gelijk te zijn gesteld. 76. Het salaris van de leraar in opleiding met een leerarbeidsovereenkomst dienstverband wordt vastgesteld volgens bijlage IV.A van deze caoCAO. 87. Tussen de leraar in opleiding, de werkgever en de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven wordt een leerarbeidsovereenkomst gesloten. 98. De leerarbeidsovereenkomst bevat ten minste tenminste bepalingen over: − de begeleiding van de leraar in opleiding; − dat deel van de eindtermen dat de leraar in opleiding tijdens het LIO-schap dient te realiseren en de beoordeling daarvan, alsmede de onderdelen genoemd in bijlage IC van deze cao CAO (akte van benoeming). 109. De leraar in opleiding stelt voor aanvang van de leerarbeidsovereenkomst een leerwerk- plan leer-werkplan op. Het leerwerkplan leer-werkplan wordt getoetst door: − de lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven en − de werkgever waar de leraar in opleiding is benoemd. 1110. De lerarenopleiding waar de leraar in opleiding is ingeschreven, ingeschreven toetst het leerwerkplan leer-werkplan aan de eindtermen van de opleiding. 1211. De werkgever toetst het leerwerkplan leer-werkplan voor zover het gaat om de werkzaamheden die verricht moeten worden. 1312. De leraar in opleiding heeft geen recht op een tegemoetkoming woningwerkverkeer woning-werkverkeer indien hij gebruik kan maken van een reisvoorziening als bedoeld in art. 3.7 van de Wet studiefinanciering 2000. 14. De arbeidsovereenkomst van de LIO maakt op grond van artikel 7:668a lid 9 geen onderdeel uit van de keten van arbeidsovereenkomsten, zoals is bedoeld in artikel 7:668a lid 1 BW. 1513. De artikelen 2.32.1, 2.2, 6.1 t/m 6.86.9, 6.12, 6.13, 6.14, 6.17, 6.18, 6.33 en 8.10 tot en met 8.16, 8.18 t/m 8.23, 8.25, 8A.6 8.23 en 8A.7 8.25 zijn niet van toepassing op de leraar in opleiding.