Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid. 6.1 Voor de arbeidsongeschikte deelnemer wordt door de Verzekeraar gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van de in artikel 5.1 omschreven bijdrage verleend. De vrijstelling gaat in op hetzelfde tijdstip als waarop de uitkeringen krachtens de WIA voor de arbeidsongeschikte deelnemer aanvangen, en zij wordt verleend zolang de arbeidsongeschiktheid voortduurt. 6.2 De acceptatie van de verzekering van het premievrijstellingsrisico bij arbeidsongeschiktheid geschiedt conform het bepaalde in de Bijzondere Voorwaarden Premievrijstelling V6. Deze voorwaarden zijn als bijlage 1 opgenomen bij dit pensioenreglement. 6.3 Indien de wachttijd is verstreken en verder aan alle daartoe gestelde voorwaarden is voldaan, wordt voor de voor de betrokken deelnemer gesloten verzekering vrijstelling van premiebetaling verleend naar het WIA- uitkeringspercentage zoals dat door het UWV is vastgesteld, een en ander met inachtneming van de onderstaande tabel: Minder dan 35% 0% 35 tot 45% 40% 45 tot 55% 50% 55 tot 65% 60% 65 tot 80% 72,5% 80 tot en met 100% 100% 6.4 De vrijstelling van premiebetaling wordt beëindigd, dan wel de aanvraag geseponeerd: • bij overlijden van de betrokken deelnemer; • bij het bereiken van de einddatum voor de uitkering door de betrokken deelnemer; • indien het WIA-uitkeringspercentage van de betrokken deelnemer op basis van de overeengekomen uitkeringstabel geen recht op vrijstelling geeft; • indien de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van de Bijzondere Voorwaarden Premievrijstelling V6 niet worden nageleefd; • doch uiterlijk op de 67e verjaardag van de deelnemer. 6.5 Indien het WIA-uitkeringspercentage van een arbeidsongeschikte deelnemer wijzigt, wordt de vrijstelling van premiebetaling per de wijzigingsdatum aan het nieuwe percentage aangepast, een en ander met inachtneming van het in de Bijzondere Voorwaarden Premievrijstelling V6 bepaalde.
Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid. Voor de arbeidsongeschikte deelnemer wordt door de Verzekeraar gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van de in artikel 5.1 omschreven bijdrage verleend. De vrijstelling gaat in op hetzelfde tijdstip als waarop de uitkeringen krachtens de WIA voor de arbeidsongeschikte deelnemer aanvangen, en zij wordt verleend zolang de arbeidsongeschiktheid voortduurt.

Related to Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.