Immateriële vaste activa. De aanschaffingen gebeuren tegen aanschaffingswaarde. De immateriële vaste activa verschijnen netto op de balans, d.w.z. na aftrek van de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode en de toegepaste afschrijvingspercentages houden rekening met de economische levensduur van de vaste activa. Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast:
a. onderzoek en ontwikkeling: 5 jaar
b. software: 3 jaar
Immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa, inhoudende onder meer goodwill, kosten voor onderzoek en ontwikkeling, licenties, enz., worden geboekt tegen aanschaffingswaarde of vervaardigingsprijs in zoverre deze niet hoger is dan de gebruikswaarde of het toekomstig rendement. De afschrijvingen gebeuren lineair naar rata van 20% per jaar of volgens terugbetalingsschema van de lening. Zij kunnen worden aangevuld of teruggenomen als de economische of technologische omstandigheden dit noodzaken. De concessies worden afgeschreven over de volledige looptijd van de concessie.
Immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. De afschrijvingen gebeuren op basis van de volgende regels: oSoftware: 3 jaar oAndere: 3 tot 5 jaar
Immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa worden op het actief ingeschreven en afgeschreven over een duurtijd van vijf jaar volgens het lineaire systeem.
Immateriële vaste activa. Immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde.
Immateriële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn reële vaste activa die een recht vertegenwoordigen van niet lichamelijke aard. De waarde van immateriële vaste activa gebeurt tegen aanschaffingswaarde. Voor deze met beperkte levensduur past men afschrijvingen hierop toe, voor deze met onbeperkte levensduur past men eventuele waardeverminderingen toe. De gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen worden voor de voorstelling in de balans afgetrokken van de actiefposten waarop ze betrekking hebben. De afschrijving op immateriële vaste activa wordt als volgt bepaald: - Kosten voor onderzoek en ontwikkeling: af te schrijven over 5 jaar - Concessies, octrooien en licenties: af te schrijven over 5 jaar
Immateriële vaste activa. Immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde. Andere dan van derden verworven immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, voor zover deze niet hoger is dan een voorzichtige raming van de gebruikswaarde of van het toekomstig rendement voor de onderneming van deze vaste activa (art. 60, eerste lid). De vervaardigingsprijs van de immateriële vaste activa omvat enkel: de aanschaffingskosten van de grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen. de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn. de aanschaffingswaarde van de immateriële vaste activa wordt de rente opgenomen op het vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering en die betrekking heeft op de periode die de bedrijfsklaarheid van deze immateriële vaste activa voorafgaat (art. 38, eerste lid).
Immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen bedragen een percentage van de bestede kosten. Ten aanzien van de afschrijving wordt het volgende afschrijvingspercentage toegepast: - plaatsings- en structureringskosten 20% per jaar
Immateriële vaste activa. Onderzoek- en ontwikkelingskosten De kosten die in verband staan met onderzoeksactiviteiten met het oog op het verwerven van wetenschappelijke kennis en nieuwe technieken worden geactiveerd en vervolgens 100% afgeschreven. De geactiveerde kosten omvatten de kosten voor materialen, loonkosten en een gedeelte van de algemene kosten, alsook de indirecte kosten die nodig zijn om de activa voort te brengen en die hieraan op een redelijke en consequente manier kunnen worden toegekend. De geactiveerde onderzoekskosten worden in de boeken opgenomen aan vervaardigingsprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. De kosten die in verband staan met ontwikkelingsactiviteiten die beogen om het fabriceren van producten en nieuwe procédés substantieel te verbeteren worden geactiveerd op het ogenblik dat men oordeelt dat het product of het procédé technisch en commercieel uitvoerbaar is. De geactiveerde kosten omvatten de loonkosten alsook de indirecte kosten die nodig zijn om de activa voort te brengen en die hieraan op een redelijke en consequente manier kunnen worden toegekend. Vanaf boekjaar 2023 omvatten deze kosten niet langer de kosten voor materialen en een gedeelte van de algemene kosten. De geactiveerde ontwikkelingskosten worden in de boeken opgenomen aan vervaardigingsprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. De overige ontwikkelingskosten worden in het resultaat geboekt. Andere immateriële vaste activa De andere immateriële vaste activa omvatten voornamelijk de aanschaffingskosten van technologieën en licenties die bij derden werden verkregen. Latere uitgaven voor immateriële vaste activa worden alleen geactiveerd indien ze de toekomstige economische voordelen van het specifieke actief waarop ze betrekking hebben, doen toenemen en indien deze kosten op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald en aan het actief kunnen worden toegewezen. Alle andere uitgaven worden opgenomen als kosten op het moment waarop ze worden gemaakt.
Immateriële vaste activa. De aanschaffingen en de ingebrachte immateriële vaste activa worden geboekt op het actief van de balans tegen hun aanschaffings- of inbrengwaarde.