Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in deze titel belet de EG en de overeenkomst- sluitende Cariforum-staten te eisen dat natuurlijke personen de kwalifi- caties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend voor de betrokken sector van economische activi- teit zijn voorgeschreven. 2. De partijen moedigen de desbetreffende beroepsorganisaties op hun respectieve grondgebied aan gezamenlijk aanbevelingen over we- derzijdse erkenning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelings- comité Cariforum-EG voor te leggen, teneinde ervoor te zorgen dat investeerders en dienstverleners volledig of gedeeltelijk voldoen aan de door de EG en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten toegepaste criteria voor het verlenen van vergunningen aan en voor de werkzaam- heden en de certificering van investeerders en dienstverleners, in het bij- zonder voor beoefenaars van vrije beroepen. 3. Met name moedigen de partijen de desbetreffende beroeps- organisaties op hun respectieve grondgebied aan uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst onderhandelingen aan te kno- pen om gezamenlijk dergelijke aanbevelingen over wederzijdse erken- ning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG voor te leggen voor onder meer de volgende onderwer- pen: accountancy, architectuur, ingenieurswetenschappen en toerisme. 4. Wanneer het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG een aanbeveling als bedoeld in het voorgaande lid ontvangt, beoordeelt het die aanbeveling binnen een redelijke termijn, teneinde vast te stellen of die in overeenstemming is met deze overeenkomst. 5. Wanneer overeenkomstig de procedure van lid 2 wordt vastgesteld dat een in dat lid bedoelde aanbeveling in overeenstemming met deze overeenkomst is en er een voldoende mate van analogie bestaat tussen de desbetreffende regelingen van de partijen en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten, onderhandelen de partijen via hun bevoegde autoritei- ten over een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van eisen, kwalificaties, vergunningen en andere regelingen, teneinde deze aanbe- veling ten uitvoer te leggen. 6. Dergelijke overeenkomsten dienen in overeenstemming te zijn met de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst en in het bij- zonder met artikel VII van de GATS. 7. Het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG bespreekt de op het punt van de wederzijdse erkenning gemaakte vorderingen om de twee jaar.
Appears in 1 contract
Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in deze titel dit hoofdstuk belet de EG en de overeenkomst- sluitende Cariforum-staten een partij te eisen dat natuurlijke personen de kwalifi- caties kwalificaties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend verleend, voor de betrokken betrok- ken sector van economische activi- teit activiteit zijn voorgeschreven.
2. De partijen moedigen de desbetreffende beroepsorganisaties op hun respectieve grondgebied aan gezamenlijk aanbevelingen over we- derzijdse erkenning te ontwikkelen en wederzijdse erken- ning aan het Handels- en ontwikkelings- comité Cariforum-EG Handelscomité voor te leggen, teneinde ervoor te zorgen dat opdat investeerders en dienstverleners volledig of gedeeltelijk voldoen aan de door de EG en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten elk van beide partijen toegepaste criteria voor het verlenen van vergunningen aan investeerders en dienstverleners en voor de werkzaam- heden werkzaamheden en de certificering van investeerders en dienstverlenersdezen, in het bij- zonder voor beoefenaars bijzonder beoefenaren van vrije beroepen.
3. Met name moedigen de partijen de desbetreffende beroeps- organisaties op hun respectieve grondgebied aan uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst onderhandelingen aan te kno- pen om gezamenlijk dergelijke aanbevelingen over wederzijdse erken- ning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG voor te leggen voor onder meer de volgende onderwer- pen: accountancy, architectuur, ingenieurswetenschappen en toerisme.
4. Wanneer het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG Handelscomité een aanbeveling als bedoeld in het voorgaande lid 2 van dit artikel ontvangt, beoordeelt onderzoekt het die aanbeveling deze binnen een redelijke termijn, teneinde ter- mijn om vast te stellen of die in overeenstemming is zij met deze overeenkomstovereenkomst in overeenstem- ming is.
54. Wanneer overeenkomstig de procedure van lid 2 3 van dit artikel wordt vastgesteld dat een aanbeveling als bedoeld in dat lid bedoelde aanbeveling 2 van dit arti- kel in overeenstemming met deze overeenkomst is en er een voldoende mate van analogie bestaat tussen de desbetreffende regelingen van de partijen en de overeenkomstsluitende Cariforum-statenbestaat, onderhandelen de partijen zij via hun bevoegde autoritei- ten autoriteiten over een overeenkomst over- eenkomst inzake de wederzijdse erkenning van eisen, kwalificaties, vergunningen vergun- ningen en andere regelingen, teneinde deze aanbe- veling aanbeveling ten uitvoer te leggen.
65. Dergelijke overeenkomsten dienen in overeenstemming te zijn met de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst en in het bij- zonder met artikel VII van de GATS.
7. Het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG bespreekt de op het punt van de wederzijdse erkenning gemaakte vorderingen om de twee jaar.
Appears in 1 contract
Samples: Associatieovereenkomst
Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in deze titel van dit hoofdstuk belet de EG en de overeenkomst- sluitende Cariforum-staten een partij te eisen dat natuurlijke personen de kwalifi- caties kwalificaties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend verleend, voor de betrokken sector van economische activi- teit activiteit zijn voorgeschreven.
2. De partijen moedigen Elke partij moedigt de desbetreffende beroepsorganisaties op hun respectieve grondgebied aan gezamenlijk aanbevelingen over we- derzijdse wederzijdse erkenning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelings- comité Cariforum-EG associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 438, lid 4, van deze overeen komst, voor te leggen, teneinde ervoor te zorgen dat investeerders opdat ondernemers en dienstverleners volledig of gedeeltelijk voldoen aan de door de EG en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten elke partij toegepaste criteria voor het verlenen van vergunningen aan en voor de werkzaam- heden werkzaamheden en de certificering van investeerders onderne mers en dienstverleners, in het bij- zonder voor bijzonder beoefenaars van vrije beroepeneen vrij beroep.
3. Met name moedigen de partijen de desbetreffende beroeps- organisaties op hun respectieve grondgebied aan uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst onderhandelingen aan te kno- pen om gezamenlijk dergelijke aanbevelingen over wederzijdse erken- ning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG voor te leggen voor onder meer de volgende onderwer- pen: accountancy, architectuur, ingenieurswetenschappen en toerisme.
4. Wanneer het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een aanbeveling als bedoeld in het voorgaande lid 2 ontvangt, beoordeelt onderzoekt het die aanbeveling deze binnen een redelijke termijn, teneinde termijn om vast te stellen of die in overeenstemming is zij met deze overeenkomstovereenkomst in overeen stemming is, en op basis van de in de aanbeveling vervatte informatie beoordeelt het in het bijzonder:
a) de mate waarin de normen en de criteria die elke partij hanteert voor het verlenen van vergunningen aan en voor de werkzaamheden en de certificering van ondernemers en dienstverleners, met elkaar verenigbaar zijn, en
b) de potentiële economische waarde van een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning.
(1) Voor de vergunning verschuldigde vergoedingen omvatten geen veiling- of aanbestedingskosten of kosten van andere niet-discrimine rende middelen om concessies te verlenen, noch verplichte bijdragen voor het verlenen van een universele dienst.
4. Indien aan deze vereisten is voldaan, neemt het associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken de nodige maatregelen om tot onderhandelingen te komen. Vervolgens onderhandelen de door hun bevoegde autori teiten vertegenwoordigde partijen over een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning.
5. Wanneer overeenkomstig de procedure van lid 2 wordt vastgesteld dat een in dat lid bedoelde aanbeveling in overeenstemming met deze overeenkomst is en er een voldoende mate van analogie bestaat tussen de desbetreffende regelingen van de partijen en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten, onderhandelen de partijen via hun bevoegde autoritei- ten over een Een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning als bedoeld in lid 4 van eisen, kwalificaties, vergunningen en andere regelingen, teneinde deze aanbe- veling ten uitvoer te leggen.
6. Dergelijke overeenkomsten dienen dit artikel dient in overeenstemming te zijn met de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst en overeenkomst, in het bij- zonder bijzonder met artikel VII van de GATSGaTS.
7. Het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG bespreekt de op het punt van de wederzijdse erkenning gemaakte vorderingen om de twee jaar.
Appears in 1 contract
Samples: Associatieovereenkomst
Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in deze titel dit hoofdstuk belet de EG en de overeenkomst- sluitende Cariforum-staten een partij te eisen dat natuurlijke personen de kwalifi- caties kwalificaties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend verleend, voor de betrokken betrok- ken sector van economische activi- teit activiteit zijn voorgeschreven.
2. De partijen moedigen de desbetreffende beroepsorganisaties representatieve beroepsor- ganisaties op hun respectieve grondgebied aan gezamenlijk aanbevelingen aanbevelin- gen over we- derzijdse wederzijdse erkenning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelings- comité Cariforum-EG Handelsco- mité voor te leggen, teneinde ervoor te zorgen dat opdat dienstverleners en investeerders en dienstverleners in dienstensectoren volledig of gedeeltelijk voldoen aan de door de EG en de overeenkomstsluitende Cariforum-staten elk van beide partijen toegepaste criteria voor het verlenen van vergunningen aan dienstverleners en investeerders in dienstensectoren en voor de werkzaam- heden werkzaamheden en de certificering van investeerders en dienstverlenersdezen, in het bij- zonder voor beoefenaars bijzonder op het gebied van vrije beroepenzakelijke dienstverlening, met inbegrip van het verlenen van tijdelijke vergunningen.
3. Met name moedigen de partijen de desbetreffende beroeps- organisaties op hun respectieve grondgebied aan uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst onderhandelingen aan te kno- pen om gezamenlijk dergelijke aanbevelingen over wederzijdse erken- ning te ontwikkelen en aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG voor te leggen voor onder meer de volgende onderwer- pen: accountancy, architectuur, ingenieurswetenschappen en toerisme.
4. Wanneer het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG Handelscomité een aanbeveling als bedoeld in het voorgaande lid 2 ontvangt, beoordeelt onderzoekt het die aanbeveling deze binnen een redelijke termijn, teneinde termijn om vast te stellen of die zij met deze overeenkomst in overeenstemming is met deze overeenkomstis.
54. Wanneer overeenkomstig de procedure van lid 2 3 wordt vastgesteld dat een in dat lid 2 bedoelde aanbeveling in overeenstemming met deze overeenkomst is en er een voldoende mate van analogie bestaat tussen de desbetreffende des- betreffende regelingen van de partijen en de overeenkomstsluitende Cariforum-statenbestaat, onderhandelen de partijen zij via hun bevoegde autoritei- ten autoriteiten over een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning erken- ning, hierna „MRA” genoemd, van eisen, kwalificaties, vergunningen en andere regelingen, teneinde deze aanbe- veling aanbeveling ten uitvoer te leggen.
65. Dergelijke overeenkomsten dienen Een dergelijke overeenkomst is in overeenstemming te zijn met de desbetreffende desbe- treffende bepalingen van de WTO-overeenkomst en Overeenkomst, in het bij- zonder bijzonder met artikel VII van de GATS.
76. Het Handels- De krachtens lid 1 van artikel 15.3 (Werkgroepen) opgerichte Werkgroep MRA werkt onder auspiciën van het Handelscomité en ontwikkelingscomité Cariforum-EG bespreekt de op het punt be- staat uit vertegenwoordigers van de partijen. Ter vergemakkelijking van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden komt de Werkgroep, tenzij de par- tijen anders overeenkomen, binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen.
a. De Werkgroep onderzoekt voor diensten in het algemeen en in voorkomend geval voor afzonderlijke diensten de volgende aangelegen- heden:
i. procedures om de desbetreffende representatieve organisaties op hun respectieve grondgebied aan te moedigen hun belang bij wederzijdse erkenning gemaakte vorderingen te onderzoeken; en
ii. procedures om het ontwikkelen van aanbevelingen over weder- zijdse erkenning door de twee jaardesbetreffende representatieve organi- saties te stimuleren.
b. De werkgroep fungeert als contactpunt voor door de desbetreffende beroepsorganisaties uit een partij aan de orde gestelde kwesties betref- fende wederzijdse erkenning.
Appears in 1 contract
Samples: Vrijhandelsovereenkomst