Zwangerschaps- en bevallingsuitkering Voorbeeldclausules

Zwangerschaps- en bevallingsuitkering art. 3:8 Wazo – Nawerking: artt. 46 ZW en 3:10 Wazo
Zwangerschaps- en bevallingsuitkering. In de Wet Arbei d en zorg (WAZO) is een aantal verlofregelingen neergelegd: zwangerschaps - en bevallingsverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, kortdurend en langdurend zorgverlof en ouderschapsverlof. Soms voorziet de wet in een loondoorbetalingsplicht tijdens het verlof. Dit is onder meer het geval bij het calamiteitenverlof en het kortdurend zorgverlof bij ziekte van een gezinslid of ouder. Voor andere verlofvormen, zoals het langdurend zorgverlof en het ouderschapsverlof, bestaat geen wettelijke loondoorbetalingsverplichting. Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof, het adoptieverlof en het pleegzorgverlof bestaat geen recht op loon, maar kan de werknemer aanspraak maken op een uitkering van UWV. De kring van rechthebbenden wordt gevormd door personen die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst of een aanstelling als ambtenaar. Huishoudelijk personeel valt ook onder de werkingssfeer van de wet. Wel kent deze op één punt een bijzondere positie toe aan degene die doorgaans op minder dan vier dagen per week diensten verricht ten behoeve van de natuurlijk persoon tot wie zij in dienstbetrekking staat. Dat is het geval bij de uitkering die bij zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof van het UWV kan worden ontvangen. Voor werknemers in de zin van de werknemersverzekeringen kent de WAZO tijdens deze verlofvormen een uitkeringsrecht gelijk aan het door de werknemer genoten (gemaximeerde) dagloon. Huishoudelijk personeel kan daarvoor niet in aanmerking komen, omdat zij niet verzekerd zijn voor genoemde verzekeringen (zie hiervoor). De uitsluiting van deze groep van inkomensbescherming tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof zou echter in strijd zijn met Europeesrechtelijke verplichtingen. Daarom is in de WAZO een bijzondere
Zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Bij dit onderwerp is de Wet Arbeid en Zorg leidend. Aanvullend GKN Fokker beleid: voor loondoorbetaling geldt geen maximumsalaris.

Related to Zwangerschaps- en bevallingsuitkering

  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof Artikel 68

  • Eindejaarsuitkering 1. De werknemer die in een kalenderjaar op enig moment in dienst is bij een instelling, ontvangt een eindejaarsuitkering van 8,33%.

  • Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken -

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.

  • Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de werknemer die:

  • Kostbaarheden 1.4 U bent alleen verzekerd voor diefstal van kostbaarheden uit een vervoermiddel als:

  • Klachten- en geschillenregeling 9a. Mijn patiënten kunnen met klachten over mij of mijn behandeling terecht bij mij of bij (naam en contactgegevens klachtenfunctionaris): Link naar website:

  • Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw; Woningborg-certificaat Artikel 8

  • Inschakelen van derden of onderaannemers 5.1. Verwerker mag in het kader van deze verwerkersovereenkomst gebruik maken van derden onder voorwaarde dat deze vooraf worden gemeld aan Verwerkingsverantwoordelijke. Verwerkingsverantwoordelijke mag bezwaar maken indien het gebruik van een specifieke gemelde derde onaanvaardbaar voor haar is.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.