Examples of Gezin in a sentence
In de formule "Gezin" betalen wij het bedrag van 50.000 EUR per getroffen verzekerde aan de wettelijke erfgenamen.
Onder deze sectie begrijpen we onder Verzekerde: • De Kaarthouder en alle leden van zijn/haar Gezin; • Alle minderjarige Kinderen en minderjarige kleinkinderen van de Kaarthouder of zijn/haar Echtgeno(o)t(e), ook als de minderjarige Kinderen en minderjarige kleinkinderen niet gedomicilieerd zijn op het adres van de Xxxxxxxxxxx, maar die er occasioneel verblijven terwijl zij zijn toevertrouwd aan de zorgen van de Kaarthouder of onder diens toezicht of controle staan.
Kind en Gezin, Jongerenwelzijn en een deel van het aanbod van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) vormen samen Opgroeien.
De schadeloosstelling bedraagt niet meer dan 10.000 € per Verzekerde Reis en per Gezin.
Bij Duo, Eenoudergezin en Gezin is het maximaal verzekerde bedrag 2 3.500,- per polis per reis.