Gezin definitie

Gezin. Eén volwassene, dan wel 2 gehuwde of duurzaam samenwonende personen en de ongehuwde eigen kinderen, stief-, pleeg- of adoptiekinderen tot 30 jaar, waarvoor aanspraak bestaat op kinderbijslag, op uitkering uit hoofde van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) of op buitengewone lastenaftrek ingevolge de belastingwetgeving.
Gezin de personen die bij u in huis wonen en met wie u samen reist. Als u alleen reist, beschouwen wij u als een gezin.
Gezin. Één volwassene, dan wel twee gehuwde of duurzaam samenwonende personen en de ongehuwde eigen, stief-, pleeg- of adoptiekinderen tot 30 jaar, waarvoor aanspraak bestaat op kinderbijslag, op uitkering uit hoofde van de Wet studiefinanciering 2000/ Wet tegemoetkoming studiekosten of op buitengewone lastenaftrek ingevolge de belastingwetgeving.

Examples of Gezin in a sentence

  • In de formule "Gezin" betalen wij het bedrag van 50.000 EUR per getroffen verzekerde aan de wettelijke erfgenamen.

  • Onder deze sectie begrijpen we onder Verzekerde: • De Kaarthouder en alle leden van zijn/haar Gezin; • Alle minderjarige Kinderen en minderjarige kleinkinderen van de Kaarthouder of zijn/haar Echtgeno(o)t(e), ook als de minderjarige Kinderen en minderjarige kleinkinderen niet gedomicilieerd zijn op het adres van de Xxxxxxxxxxx, maar die er occasioneel verblijven terwijl zij zijn toevertrouwd aan de zorgen van de Kaarthouder of onder diens toezicht of controle staan.

  • Kind en Gezin, Jongerenwelzijn en een deel van het aanbod van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) vormen samen Opgroeien.

  • De schadeloosstelling bedraagt niet meer dan 10.000 € per Verzekerde Reis en per Gezin.

  • Bij Duo, Eenoudergezin en Gezin is het maximaal verzekerde bedrag 2 3.500,- per polis per reis.


More Definitions of Gezin

Gezin. U, uw partner en/of uw kinderen t/m 25 jaar.
Gezin. Naast de hoofdverzekerde zijn verzekerd de inwonende partner/ echtgeno(o)t(e) en inwonende kinderen tot 27 jaar. Overeenkomstig het bepaalde in de begripsomschrijvingen van de voorwaarden worden naast de hoofdverzekerde de inwonende partner/ echtgeno(o)t(e) en de inwonende kinderen tot 27 jaar als verzekerden beschouwd. Zowel in het geval dat zij alleen reizen als in het geval dat zij in gezelschap van de hoofdverzekerde reizen.
Gezin verzekerde en partner en/of inwonende (pleeg- of stief)kinderen Familieleden:
Gezin de verzekeringnemer, alsmede diens partner met wie hij is gehuwd of waarvan het partnerschap is geregistreerd of met wie hij duurzaam samenwoont en/of de eigen, stief-, pleeg- of adoptiekinderen jonger dan 30 jaar.
Gezin samenreizende huisgenoten. Een zonder huisgenoten reizende verzekerde wordt ook aangemerkt als een gezin.
Gezin. De personen die bij u in huis wonen en met wie u samen reist.
Gezin combinatie van ouder(s) met thuiswonende kinderen.