Common use of Aaneengesloten vakantie Clause in Contracts

Aaneengesloten vakantie. 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans genoten tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Indien het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen duurt de aaneengesloten vakantie ten minste 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt de aaneengesloten vakantie vast in overleg met de betrokken werknemer, als de werknemer dit op tijd aanvraagt en hij voldoende vakantie-saldo heeft. Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaar.

Aaneengesloten vakantie. 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans als regel genoten tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Indien omvat, tenzij het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen duurt de aaneengesloten vakantie ten minste daartegen verzet, 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt vaststelling van de aaneengesloten vakantie vast geschiedt door de werkgever in overleg met de betrokken werknemer, als mits de werknemer dit op tijd deze tijdig aanvraagt en hij voldoende vakantie-saldo heeft. Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaarzijn aanspraken toereikend zijn.

Aaneengesloten vakantie. 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans genoten in principe opgenomen tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Indien Als het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen kalenderdagen, dan duurt de aaneengesloten vakantie ten minste 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt de aaneengesloten vakantie vast in overleg met de betrokken werknemerwerk- nemer, als op voorwaarde dat de werknemer dit op tijd aanvraagt en hij voldoende vakantie-saldo uren heeft. Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaar.

Aaneengesloten vakantie. 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans als regel genoten tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Indien omvat, tenzij het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen duurt de aaneengesloten vakantie ten minste daartegen verzet, 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt vaststelling van de aaneengesloten vakantie vast geschiedt door de werkgever in overleg met de betrokken werknemer, als mits de werknemer dit op tijd deze tijdig aanvraagt en hij voldoende vakantie-saldo heeftzijn aanspraken toereikend zijn. Aantekening: Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen va- kantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaar.

Aaneengesloten vakantie. 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans als regel genoten tussen 30 april en 1 oktober en duurt omvat, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen ver- zet, 21 of meer kalenderdagen. Indien het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie va- kantie van 21 of meer kalenderdagen duurt kalenderdagen, omvat de aaneengesloten vakantie ten minste 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt vaststelling van de aaneengesloten vakantie vast geschiedt door de werkgever in overleg met de betrokken werknemer, als mits de werknemer dit op tijd aanvraagt deze tijdig aan- vraagt en hij voldoende vakantie-saldo heeft. Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaarzijn aanspraken toereikend zijn.