Aanloopvoorschot Voorbeeldclausules

Aanloopvoorschot. Het in artikel 3.90, derde lid, bedoelde bedrag is: € 25.656.
Aanloopvoorschot. 1. Als u voor een periode van minimaal twaalf maanden bij een post bent geplaatst, heeft u recht op een aanloopvoorschot. U kunt een aanloopvoorschot aanvragen in de periode gelegen tussen drie maanden voorafgaande aan de verwachte dag van uw aankomst op uw standplaats en een maand na de dag van uw eerste aankomst op uw standplaats. 2. Het aanloopvoorschot bedraagt maximaal de som van: a. de vergoedingen waarop u in een periode van drie maanden recht heeft volgens: - artikel 3.10 (koopkrachtcorrectie nettosalaris) - de artikelen 3.13 tot en met 3.15 (standplaatsvergoeding) - artikel 3.19 (koopkrachtcorrectie standplaatsvergoeding) - artikel 3.32 (huispersoneel) - de artikelen 3.35 en 3.36 (passieve representatie) - artikel 3.37 (koopkrachtcorrectie passieve representatie) en - artikel 3.39 (transportvergoeding) en b. uw nettosalaris in een periode van drie maanden. 3. Uw aanloopvoorschot bedraagt maximaal het bedrag dat is vermeld in Bijlage 2B, onder 23. Dit bedrag wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld volgens artikel 3.13, derde lid. 4. Uw aanloopvoorschot is rentevrij en wordt verrekend met het totaal aan vergoedingen dat aan u volgens deze cao wordt betaald. De verrekening vindt plaats in 24 gelijke maandelijkse termijnen en start vanaf de eerste dag van de maand volgend op de dag van uw eerste aankomst op uw standplaats. 5. Als u voor de eerste keer een aanloopvoorschot ontvangt, geldt het volgende: a. het bedrag van het aanloopvoorschot bedraagt maximaal 150% van het in het tweede lid bedoelde maximum en b. de verrekening vindt plaats in 36 gelijke maandelijkse termijnen.
Aanloopvoorschot. Als u voor een periode van minimaal twaalf maanden bij een post bent geplaatst, heeft u recht op een aanloopvoorschot. U kunt een aanloopvoorschot aanvragen in de periode gelegen tussen drie maanden voorafgaande aan de verwachte dag van uw aankomst op uw standplaats en een maand na de dag van uw eerste aankomst op uw standplaats.

Related to Aanloopvoorschot

  • Voorschot Zoals nader omschreven in artikel 6.5.

  • Voorschotten De beroepsbeoefenaar kan een of meerdere voorschotten vragen. Deze voorschotten worden dan verrekend in de eindstaat van kosten en erelonen.

  • Aanloopschaal a. De werknemer die nog niet over de vaardigheid en/of ervaring beschikt, welke voor de vervulling van de functie is vereist, kan gedurende minimaal twee maanden en maximaal zes maanden op het naast lagere functieniveau worden ingedeeld. Deze termijn is afhankelijk van het functieniveau waarin de werknemer is ingedeeld. Voor de functieniveaus 2, 3 en 4 geldt een termijn van maximaal twee maanden, voor de functieniveaus 5 en 6 geldt een termijn van maximaal drie maanden en voor de functieniveaus 7, 8 en 9 geldt een termijn van maximaal zes maanden. b. De aanloopschaal wordt, inclusief de periode, vooraf overeengekomen en opgenomen in de individuele arbeidsovereenkomst. c. De uitwerking van het aanloopbeleid, begeleiding en scholing vindt plaats in overleg met de Ondernemingsraad of de Personeelsvertegenwoordiging.

  • WAARSCHUWING Voordat de Reiziger wordt uitgesloten van deelname, krijgt de Reiziger eerst een mondelinge of schriftelijke waarschuwing. Een waarschuwing is niet vereist indien dit gegeven de omstandigheden niet op zijn plaats is.

  • Rijbevoegdheid Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig: a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten. Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.

  • Bevoegdheden De mondelinge behandeling van het bezwaar, zowel van werkgever als werknemer, vindt plaats binnen 6 weken na indiening van het bezwaarschrift. Tijdens de behandeling worden de betrokken werknemer en de werkgever gehoord, waarbij zij zich door een raadsman kunnen laten bijstaan. De mondelinge behandeling is niet openbaar, tenzij de adviescommissie anders besluit, gehoord hebbende de betrokken werknemer en de werkgever.

  • Werkgeversbijdrage a. De werkgeversorganisaties verplichten zich per 1 maart 2015 tot het betalen van een werkgevers- bijdrage aan de werknemersorganisaties van in totaal € 95.000 op jaarbasis. De werkgeversbijdrage wordt jaarlijks vanaf 2016 geïndexeerd aan de hand van het CBS consumentenprijsindexcijfer (CPI) van het voor- gaande kalenderjaar. Per 1 juni 2019 is de werkgevers- bijdrage evenredig met het aantal toegetreden werk- nemers uit de Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx (ca. 2000) verhoogd. De werkgeversorganisaties betalen de werkgeversbijdrage uit aan iedere afzonderlijke werk- nemersorganisatie na collectieve opgave van de leden- tallen en op basis van die ledentallen. b. Partijen komen overeen dat voor elk van de werk- nemersbestuurszetels de SSFH in 2015, 2016 en 2017 een bedrag van € 5.000,- uitkeert aan de desbetreffende werknemersorganisaties, ter ondersteuning en voorbe- reiding van de bestuurlijke activiteiten voor het fonds.

  • Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de (gewezen) werknemer die a) vóór 1 januari 1996 een tijdelijk partnerpensioen heeft opgebouwd uit hoofde van het pensioenreglement van het inmiddels geliquideerde Pensioenfonds Campagne, welk reglement in 2003 is overgenomen door het Fonds; en b) een ex-partner heeft. 2.2 Het deelnemerschap vangt aan op 1 april 2016. 2.3 Het deelnemerschap eindigt: a) op de datum van overlijden van de (gewezen) deelnemer; b) op de pensioendatum.

  • Voorzitterschap 1. De Commissie benoemt bij meerderheid van stemmen uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, met inachtneming van het gestelde in de navolgende leden van dit artikel. 2. De functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter wordt bij toerbeurt waargenomen door één der werkgevers en één der werknemersleden. 3. De zittingsperiode van de voorzitter respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter bedraagt één kalenderjaar.

  • Bevoegdheid Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst en van de overeenkomsten daaruit afgeleid, wordt beheerst door Belgisch recht en zal tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gebied waarin de onderneming van de leverancier gevestigd is behoren.