Aanloopschaal a. De werknemer die nog niet over de vaardigheid en/of ervaring beschikt, welke voor de vervulling van de functie is vereist, kan gedurende minimaal twee maanden en maximaal zes maanden op het naast lagere functieniveau worden ingedeeld. Deze termijn is afhankelijk van het functieniveau waarin de werknemer is ingedeeld. Voor de functieniveaus 2, 3 en 4 geldt een termijn van maximaal twee maanden, voor de functieniveaus 5 en 6 geldt een termijn van maximaal drie maanden en voor de functieniveaus 7, 8 en 9 geldt een termijn van maximaal zes maanden.
b. De aanloopschaal wordt, inclusief de periode, vooraf overeengekomen en opgenomen in de individuele arbeidsovereenkomst.
c. De uitwerking van het aanloopbeleid, begeleiding en scholing vindt plaats in overleg met de Ondernemingsraad of de Personeelsvertegenwoordiging.
Aanloopschaal. De aanloopschaal is bedoeld voor nieuwe medewerkers in de branche, zonder enige ervaring of branchekennis. Nieuwe medewerkers verblijven maximaal 3 maanden in deze functieschaal. In deze periode dienen de competenties verworven te worden welke doorstroom naar functiegroep A mogelijk maakt.
Aanloopschaal a. Indien uit de zogenaamde nulmeting blijkt dat de werknemer nog niet over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de functie uit te kunnen oefenen voor de groep waarin de functie is ingedeeld, wordt deze werknemer ingeschaald in de aanloopschaal. De aanloopschaal wordt, naarmate de voor de functie relevante kennis en ervaring toenemen, in verschillende stappen doorlopen. In het algemeen vindt doorgroei plaats op grond van een met de werknemer overeengekomen training/opleidingstraject.
b. Tijdens het overeengekomen training/opleidingstraject vindt een tussentijdse evaluatie en een eind evaluatie plaats om vast te kunnen stellen of aan de eisen voor de functie wordt voldaan. Aanloopschaal Functieschaal Criterium Begin ‘nul’ meting Tussentijdse evaluatie Eind evaluatie Aanvangsniveau Kennis Geen relevante kennis Bezit minimale basis kennis Bezit voldoende kennis om kerntaak uit te voeren Het kennis niveau voldoet aan de eisen voor de functie Ervaring Geen relevante ervaring Heeft minimale ervaring Heeft voldoende ervaring om de kerntaak uit te voeren Heeft het ervaringsniveau noodzakelijk om de functie uit te oefenen Zelfstandig- heid Werkt onder direct toezicht Werkt onder frequent toezicht Werkt redelijk zelfstandig Werkt in hoge mate tot geheel zelfstandig Er worden drie evaluatiemomenten onderscheiden. Elk evaluatie moment kan maximaal 4 maanden bedragen. Bij aanvang van de werkzaamheden wordt een zogenaamde nulmeting gehouden. Verder zal er een tussentijdse evaluatie plaatsvinden en een laatste eind evaluatie. Bij elk evaluatiemoment is het voldoen aan de eisen ten aanzien van kennis en ervaring het belangrijkste. De mate van zelfstandigheid is bij de evaluatie van secundair belang en kan in voorkomend geval een niveau lager liggen.
c. De werknemer die over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de toegewezen functie te kunnen uitoefenen, heeft de functievolwassen ervaring bereikt en wordt vervolgens beloond volgens het aanvangssalaris van de aan de functiegroep toegekende functieschaal. Met ingang van de eerstvolgende maand nadat de werknemer naar het oordeel van de werkgever over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt hij ingeschaald in het aanvangssalaris van de groep waarin de functie is opgenomen.
Aanloopschaal. De werknemer die nog niet over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt ingeschaald in de aanloopschaal. De aanloopschaal wordt doorlopen naarmate zijn voor de functie relevante kennis en ervaring toenemen, in het algemeen op grond van een met de werknemer overeengekomen trainings/opleidingstraject. Met ingang van de eerstvolgende maand nadat de werknemer naar het oordeel van de werkgever over voldoende niveau aan opleiding, kennis en ervaring beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt hij ingeschaald op het minimumsalaris van de salarisschaal.
Aanloopschaal. Indien een werknemer bij indiensttreding nog niet over de kennis en ervaring beschikt om zijn functie volledig te vervullen, kan de werkgever hem gedurende 6 maanden één salarisklasse lager plaatsen. Deze bepaling geldt niet voor werknemers in salarisklasse 1. Salarisschalen bruto per maand per 1 maart 2021 15 jaar 30% 50% 50% 50% 50% 50% - - 16 jaar 34,5% 55% 55% 55% 55% 55% - - 17 jaar 39,5% 60% 60% 60% 60% 60% - - 18 jaar 50% 65% 65% 65% 65% 65% 65% 65% 19 jaar 60% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 20 jaar 80% 90% 90% 90% 90% 90% 90% 90% Leeftijd: 21 jaar 1696,80 1797,80 1893,75 1994,75 2105,85 2222 2343,20 2474,50 Maximum 2323 2424 2575,50 2727 2878,50 3080,50 4040 Een leerling-medewerker in de BBL schaalt u onafhankelijk van het niveau van de opleiding in volgens het wettelijk minimumloon. De hoogte van het loon wordt twee keer per jaar aangepast vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namelijk in januari en in juli. De beloning van de leerling-medewerker gaat mee in deze verhogingen. De leerling-werknemer volgt dus niet de collectieve loonontwikkeling, zoals afgesproken in deze cao voor werknemers. U mag een leerling-medewerker natuurlijk altijd hoger belonen. Het wettelijk minimumloon bedraagt vanaf 1 januari 2021 15 jaar 504,- 505,45 16 jaar 579,60 581,25 17 jaar 663,60 665,50 18 jaar 840,- 842,40 19 jaar 1008,- 1010,90 20 jaar 1344,- 1347,85 21 jaar 1680,- 1684,80 Als een BBL-er een opleiding met succes heeft afgerond mét diploma, schaalt u hem in de volgende salarisklasse in: Medewerker met diploma MBO, niveau 2 Medewerker met diploma MBO, niveau 3 Medewerker met diploma MBO, niveau 4 Medewerker met diploma HBO, niveau AD Medewerker met diploma HBO, niveau Bachelor
Aanloopschaal a. Een werknemer die bij zijn indiensttreding nog niet voldoet aan de functie-eisen, met betrek- king tot de kennis en kundigheden die voor de uitoefening van zijn functie zijn vereist, kan voor ten hoogste een periode van 1 jaar in de aanloopschaal worden ingedeeld. De lengte van de periode van de indeling in de aanloopschaal hangt samen met de kennis en kunde van de werknemer en met de ingewikkeldheid van de functie.
b. Zodra de werknemer beschikt over de kundigheden die voor invulling van zijn functie worden vereist, wordt hij ingedeeld in de salarisgroep die met zijn functie overeenkomt. Of en op welk moment dit het geval is, wordt beoordeeld door de direct leidinggevende van de betrokken werknemer.
c. De leidinggevende motiveert zijn beslissing over de lengte van de periode in de aanloopschaal en over het moment van overplaatsing naar de salarisschaal die behoort bij de functie en bevestigt dit schriftelijk aan de werknemer.
d. Indien een werknemer wordt ingedeeld in de aanloopschaal, ontvangt hij een salaris van tenminste het minimum van de aanloopschaal en van ten hoogste het maximum van de aanloopschaal, of van een bedrag dat is gelegen tussen minimum en maximum. Bij de vaststelling van het salaris spelen kennis en kunde van de werknemer een rol.
Aanloopschaal. Medewerkers kunnen tijdelijk, voor maximaal twee jaar, één salarisschaal lager worden ingedeeld. Bijvoorbeeld als de medewerker nog niet aan alle functie- eisen voldoet of over onvoldoende relevante kennis of werkervaring beschikt, waardoor de functie nog niet volledig vervuld wordt (bijvoorbeeld starters op HBO/WO-niveau). In de Perform & Develop- cyclus maken medewerker en leidinggevende hierover werk-, ontwikkel- en opleidingsafspraken. RSP/Score Uitzonderlijk Succesvol Verbetering noodzakelijk <75% 5,00% - 8,50% 4,50% 0,00% 75-90% 4,00% - 7,50% 3,50% 0,00% 90%-100% 2,50% - 6,00% 1,50% 0,00% 100-110% 1,00% - 5,00% 0,00% 0,00% ≥110% 0,00% 0,00% 0,00%
Aanloopschaal. In afwijking van het hierboven bepaalde kan een werknemer, die met een tekort aan relevante ervaring in een functie begint, in de "aanloop" een salarisgroep lager worden geplaatst dan de salarisgroep die bij de functie hoort. Eerst bij volledige vervulling van de functie promoveert de werknemer naar de salarisgroep, die bij de functie hoort. Bij de plaatsing in de functie dan wel in het Groeigesprek worden hierover afspraken gemaakt.
Aanloopschaal. De schaal waarin een werknemer kan worden geplaatst wanneer hij nog niet over alle voor de functie benodigde kwalificaties beschikt. De aanloopschaal is één schaal lager dan de functionele schaal.
Aanloopschaal a. De werknemer die bij indiensttreding nog niet over voldoende niveau aan (in- en externe) opleiding en kennis beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt ingeschaald in een aanloopschaal. De aanloopschaal wordt doorlopen naarmate zijn voor de functie relevante opleiding en kennis toenemen, in het algemeen op grond van een met de werknemer overeengekomen trainings-/opleidingstraject.
b. Inschaling naar de volgende aanloopschaal vindt uiterlijk na 1 jaar plaats. Met ingang van de eerstvolgende maand nadat de werknemer naar het oordeel van de werkgever over voldoende niveau aan opleiding en kennis beschikt om de functie te kunnen uitoefenen, wordt hij ingeschaald op het beginsalaris (periodiek 0) van de betreffende salarisschaal.