Common use of Aanspraak op een uitkering Clause in Contracts

Aanspraak op een uitkering. Werknemers kunnen op grond van het in of krachtens deze CAO bepaalde aanspraak maken op een uitkering tegenover uitsluitend SUCON II en voorts enkel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals in dit artikel nader bepaald en overigens ook met inachtneming van de elders in of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche gestelde voorwaarden. De in dit artikel genoemde Vut-leeftijden gelden met ingang van de publicatiedatum van de wet in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd d.d. 18 juni 2015 (Staatsblad Nr. 218) uitgaande van een AOW-leeftijd die op de werknemer van toepassing is als vermeld in lid 1 sub f van dit artikel (tabel geldend vanaf 18 juni 2015). Indien deze AOW-leeftijd (nogmaals) zou worden verhoogd, dan impliceert dit dienovereenkomstige verhoging van de Vut-leeftijden zoals in dit artikel genoemd. Voor een eventuele uitkering komen slechts die werknemers in aanmerking die op 1 januari 2003 werknemer waren in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche en die dat na de datum van 1 januari 2003 zijn gebleven. Voorts gelden onderstaande voorwaarden. 1. Recht op een uitkering krachtens deze CAO heeft voornoemde werknemer: a. die geboren is in 1950, 1951, 1952 of 1953 en die de leeftijd heeft bereikt zoals vermeld in sub f (tabel geldend vanaf 18 juni 2015) en die gedurende ten minste de laatste 18 jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest en b. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. en c. die de premie van 3,5% genoemd in artikel 3: heeft betaald aan XXXXX XX. en die de premie van 3,5% zoals deze was neergelegd in artikel 3 lid 4 sub a van de (voormalige) Xxx Xxxxxxxxxx Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche, tot 1 januari 2006 heeft betaald aan SUCON. d. De werknemer die in de jaren, gelegen voor de datum van 1 januari 2003, werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens SUCON II. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande dat hij in plaats van de genoemde referteperioden tenminste de jaren vanaf 1 januari 2003 xxxxxxxxxxxxx bij een of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. De overige jaren, gelegen voor 1 januari 2003, dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het horecabedrijf en/of de Contractcateringbranche. e. Aanspraak op een uitkering kan tevens maken de werknemer die de 61-jarige leeftijd heeft bereikt plus het aantal maanden c.q. jaar c.q. jaar en maanden waarmee voor de werknemer de ingangsdatum van de AOW is/wordt verhoogd (conform de tabel in sub f geldend vanaf 18 juni 2015) en die niet later is geboren dan in 1953 en die 40 of meer jaren onafgebroken in dienstbetrekking als werknemer bij één of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. Hiervan dient hij tenminste de laatste 12 jaren ononderbroken in dienst te zijn geweest van een werkgever in de Contractcateringbranche. De overige jaren dient deze werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor de Contractcateringbranche en/of de CAO voor het horecabedrijf. f. AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend vanaf de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden(geboortejaar t/m 1949:63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 maanden 63 + 6 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 jaar 64 na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 jaar + 4 maanden 64 jaar + 4 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 VUT t/m 1953 2020 66 jaar + 8 maanden 64 jaar + 8 maanden AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden 63 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden 63 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 jaar 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regelingen vanaf 1 januari 2013 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin van de WAO of WIA was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de XXXXX XX meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a, d en e genoemde perioden. 3. Uitzondering op dienstjarencriterium: Xxxxx, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige CAO toe te passen, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)

Aanspraak op een uitkering. Werknemers kunnen op grond van het in of krachtens deze CAO bepaalde aanspraak maken 1. Aanspraak op een uitkering tegenover uitsluitend SUCON II en voorts enkel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals in dit artikel nader bepaald en overigens ook met inachtneming van de elders in of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche gestelde voorwaarden. De in dit artikel genoemde Vut-leeftijden gelden met ingang van de publicatiedatum van de wet in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd d.d. 18 juni 2015 (Staatsblad Nr. 218) uitgaande van een AOW-leeftijd die op kan de werknemer van toepassing is als vermeld in lid 1 sub f van dit artikel (tabel geldend vanaf 18 juni 2015). Indien deze AOW-leeftijd (nogmaals) zou worden verhoogd, dan impliceert dit dienovereenkomstige verhoging van de Vut-leeftijden zoals in dit artikel genoemd. Voor een eventuele uitkering komen slechts die werknemers in aanmerking die op 1 januari 2003 werknemer waren in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche en die dat na de datum van 1 januari 2003 zijn gebleven. Voorts gelden onderstaande voorwaarden. 1. Recht op een uitkering krachtens deze CAO heeft voornoemde werknemermaken: a. die geboren 40 of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers is in 1950, 1951, 1952 geweest of 1953 en die de 58-jarige leeftijd heeft bereikt zoals vermeld in sub f (tabel geldend vanaf 18 juni 2015) en en b. die gedurende ten minste de laatste 18 tien jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest (voor seizoenwerknemers geldt een evenredig langer dienstjarencriterium, dat wil zeggen in de laatste aaneengesloten seizoenen 120 maanden) behoudens: – een onderbreking wegens arbeidsongeschiktheid; – andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer, ter beoordeling van het bestuur van de SUHOR en b. c. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. en c. die de premie van 3,5% genoemd in artikel 3: heeft betaald aan XXXXX XX. en die de premie van 3,5% zoals deze was neergelegd in artikel 3 lid 4 sub a van de (voormalige) Xxx Xxxxxxxxxx Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche, tot 1 januari 2006 heeft betaald aan SUCON. d. De werknemer die in de jaren, gelegen voor de datum van 1 januari 2003, werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens SUCON II. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande dat hij in plaats van de genoemde referteperioden tenminste de jaren vanaf 1 januari 2003 xxxxxxxxxxxxx bij een of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. De overige jaren, gelegen voor 1 januari 2003, dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het horecabedrijf en/of de Contractcateringbranche. e. Aanspraak op een uitkering kan tevens maken de werknemer die de 61-jarige leeftijd heeft bereikt plus het aantal maanden c.q. jaar c.q. jaar en maanden waarmee voor de werknemer de ingangsdatum van de AOW is/wordt verhoogd (conform de tabel in sub f geldend vanaf 18 juni 2015) en die niet later is geboren dan in 1953 en die 40 of meer jaren onafgebroken in dienstbetrekking als werknemer bij één of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. Hiervan dient hij tenminste de laatste 12 jaren ononderbroken in dienst te zijn geweest van een werkgever in de Contractcateringbranche. De overige jaren dient deze werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor de Contractcateringbranche en/of de CAO voor het horecabedrijf. f. AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend vanaf de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden(geboortejaar t/m 1949:63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 maanden 63 + 6 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 jaar 64 na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 jaar + 4 maanden 64 jaar + 4 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 VUT t/m 1953 2020 66 jaar + 8 maanden 64 jaar + 8 maanden AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden 63 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden 63 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 jaar 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regelingen vanaf 1 januari 2013 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden Xxxxx, gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin bedrijven of bij werkgevers als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de WAO of WIA was CAO, krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, kunnen onder nader door het bestuur van de SUHOR vast te stellen voorwaarden meegeteld worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder asub b., d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de XXXXX XX meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a, d en e genoemde perioden. 3. Uitzondering op het dienstjarencriterium: Xxxxx, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die con- form artikel 11 van de Vakraad CAO van de Landelijke Bedrijfscommissie voor de Contract-cateringbranche het Horecabedrijf (LBC) dan wel van het Ministerie de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige CAO toe te passen, krach- tens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder asub a. en b., d en e genoemde perioden. 4. Dit geldt tevens bij Geen aanspraak op een gedeeltelijk aan uitkering krachtens de CAO kan doen gelden c.q. aanspraak verliest: x. xxxxxx, die in aanmerking komt voor een volledige SV-uitkering; x. xxxxxx, die in aanmerking komt voor loondoorbetaling door de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover de werknemer valt tijdens ziekte als bedoeld in artikel 7:629 van het Bur- gerlijk Wetboek; c. degene, die onder de reikwijdte een afvloeiingsregeling of non-aktiviteits- regeling valt; x. xxxxxx, die in het genot is van deze verleende ontheffingeen ouderdomspensioen op grond van een arbeidsovereenkomst bij één of meer werkgevers.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao) for Voluntary Early Retirement in the Hospitality Sector

Aanspraak op een uitkering. Werknemers kunnen op grond van het in of krachtens deze CAO bepaalde aanspraak maken op een uitkering tegenover uitsluitend SUCON II en voorts enkel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals in dit artikel nader bepaald en overigens ook met inachtneming van de elders in of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche gestelde voorwaarden. De in dit artikel genoemde Vut-leeftijden gelden met ingang van de publicatiedatum van de wet in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd d.d. 18 juni 2015 (Staatsblad Nr. 218) uitgaande van een AOW-leeftijd die op de werknemer van toepassing is als vermeld in lid 1 sub f van dit artikel (tabel geldend vanaf 18 juni 2015). Indien deze AOW-leeftijd (nogmaals) zou worden verhoogd, dan impliceert dit dienovereenkomstige verhoging van de Vut-leeftijden zoals in dit artikel genoemd. Voor een eventuele uitkering komen slechts die werknemers in aanmerking die op 1 januari 2003 werknemer waren in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche en die dat na de datum van 1 januari 2003 zijn gebleven. Voorts gelden onderstaande voorwaarden. 1. Recht op een uitkering krachtens deze CAO heeft voornoemde werknemer: a. die geboren is in 1950, 1951, 1952 of 1953 en die de leeftijd heeft bereikt zoals vermeld in sub f (tabel geldend vanaf 18 juni 2015) en die gedurende ten minste de laatste 18 jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest en b. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. en c. die de premie van 3,5% genoemd in artikel 3: vanaf 1 januari 2007 heeft betaald aan XXXXX XX. en die de premie van 3,5% zoals neergelegd in artikel 3 van de (voormalige) “Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950“, van 1 januari 2006 tot 1 januari 2007 heeft betaald aan SUCON I. Artikel 3 lid 3a t/m 3d van de hier genoemde (voormalige) vut-cao is bij deze cao gevoegd als bijlage 7. en die de premie van 3,5% zoals deze was neergelegd in artikel 3 lid 4 sub a van de (voormalige) Xxx Xxxxxxxxxx Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche, tot 1 januari 2006 heeft betaald aan SUCON. d. De werknemer die in de jaren, gelegen voor de datum van 1 januari 2003, werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits -mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – vereisten- eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens SUCON II. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande dat hij in plaats van de genoemde referteperioden tenminste de jaren vanaf 1 januari 2003 xxxxxxxxxxxxx ononderbroken bij een of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. De overige jaren, gelegen voor 1 januari 2003, dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het horecabedrijf en/of de Contractcateringbranche. e. Aanspraak op een uitkering kan tevens maken de werknemer die de 61-jarige leeftijd heeft bereikt plus het aantal maanden c.q. jaar c.q. jaar en maanden waarmee voor de werknemer de ingangsdatum van de AOW is/wordt verhoogd (conform de tabel in sub f geldend vanaf 18 juni 2015) en die niet later is geboren dan in 1953 en die 40 of meer jaren onafgebroken in dienstbetrekking als werknemer bij één of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. Hiervan dient hij tenminste de laatste 12 jaren ononderbroken in dienst te zijn geweest van een werkgever in de Contractcateringbranche. De overige jaren dient deze werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor de Contractcateringbranche en/of de CAO voor het horecabedrijf. f. AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend vanaf de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden(geboortejaar maanden (geboortejaar t/m 1949:63 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 maanden 63 + 6 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 jaar 64 na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 jaar + 4 maanden 64 jaar + 4 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 VUT t/m 1953 2020 66 jaar + 8 maanden 64 jaar + 8 maanden AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden 63 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden 63 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 jaar 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar. g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regelingen vanaf 1 januari 2013 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin van de WAO of WIA was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de XXXXX XX meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a, d en e genoemde perioden. 3. Uitzondering op dienstjarencriterium: Xxxxx, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige CAO toe te passen, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden

Aanspraak op een uitkering. Werknemers kunnen op grond van het in of krachtens deze CAO bepaalde aanspraak maken op een uitkering tegenover uitsluitend SUCON II en voorts enkel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals in dit artikel nader bepaald en overigens ook met inachtneming van de elders in of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche gestelde voorwaarden. De in dit artikel genoemde Vut-leeftijden gelden met ingang van de publicatiedatum van de wet in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd d.d. 18 juni 2015 (Staatsblad Nr. 218) uitgaande van een AOW-leeftijd die op de werknemer van toepassing is als vermeld in lid 1 sub f van dit artikel (tabel geldend vanaf 18 juni 2015). Indien deze AOW-leeftijd (nogmaals) zou worden verhoogd, dan impliceert dit dienovereenkomstige verhoging van de Vut-leeftijden zoals in dit artikel genoemd. Voor een eventuele uitkering komen slechts die werknemers in aanmerking die op 1 januari 2003 werknemer waren in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden Uittreden 1 Stcrt. 2013, nr. 33365; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 februari 2016 (Stcrt. 2016, nr. 1926). voor de Contractcateringbranche en die dat na de datum van 1 januari 2003 zijn gebleven. Voorts gelden onderstaande voorwaarden. 1. Recht op een uitkering krachtens deze CAO heeft voornoemde werknemer: a. die geboren is in 1950, 1951, 1952 of 1953 en die de leeftijd heeft bereikt zoals vermeld in sub f (tabel geldend vanaf 18 juni 2015) en die gedurende ten minste de laatste 18 jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest en b. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. en c. die de premie van 3,5% genoemd in artikel 3: 3 heeft betaald aan XXXXX XXSUCON II. en die de premie van 3,5% zoals deze was neergelegd in artikel 3 lid 4 sub a van de (voormalige) Xxx Xxxxxxxxxx Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche, tot 1 januari 2006 heeft betaald aan SUCON. d. De werknemer die in de jaren, gelegen voor de datum van 1 januari 2003, werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits -mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – vereisten- eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens SUCON II. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande dat hij in plaats van de genoemde referteperioden tenminste de jaren vanaf 1 januari 2003 xxxxxxxxxxxxx bij een of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. De overige jaren, gelegen voor 1 januari 2003, dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het horecabedrijf en/of de Contractcateringbranche. e. Aanspraak op een uitkering kan tevens maken de werknemer die de 61-jarige leeftijd heeft bereikt plus het aantal maanden c.q. jaar c.q. jaar en maanden waarmee voor de werknemer de ingangsdatum van de AOW is/wordt verhoogd (conform de tabel in sub f geldend vanaf 18 juni 2015) en die niet later is geboren dan in 1953 en die 40 of meer jaren onafgebroken in dienstbetrekking als werknemer bij één of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. Hiervan dient hij tenminste de laatste 12 jaren ononderbroken in dienst te zijn geweest van een werkgever in de Contractcateringbranche. De overige jaren dient deze werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor de Contractcateringbranche en/of de CAO voor het horecabedrijf. f. AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend vanaf de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden(geboortejaar maanden (geboortejaar t/m 1949:63 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 maanden 63 + 6 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 jaar 64 na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 jaar + 4 maanden 64 jaar + 4 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 VUT t/m 1953 2020 66 jaar + 8 maanden 64 jaar + 8 maanden AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden 63 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden 63 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 jaar 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar64 g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 18 juni 2015 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regelingen regeling vanaf 1 januari 2013 18 juni 2015 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen verhoging van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin van de WAO of WIA was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de XXXXX XX meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a, d en e genoemde perioden. 3. Uitzondering op dienstjarencriterium: Xxxxx, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige CAO toe te passen, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Aanspraak op een uitkering. Werknemers kunnen op grond van het in of krachtens deze CAO bepaalde aanspraak maken op een uitkering tegenover uitsluitend SUCON II en voorts enkel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals in dit artikel nader bepaald en overigens ook met inachtneming van de elders in of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche gestelde voorwaarden. De in dit artikel genoemde Vut-leeftijden gelden met ingang van de publicatiedatum van de wet in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd d.d. 18 juni 2015 (Staatsblad Nr. 218) uitgaande van een AOW-leeftijd die op de werknemer van toepassing is als vermeld in lid 1 sub f van dit artikel (tabel geldend vanaf 18 juni 2015). Indien deze AOW-leeftijd (nogmaals) zou worden verhoogd, dan impliceert dit dienovereenkomstige verhoging van de Vut-leeftijden zoals in dit artikel genoemd. Voor een eventuele uitkering komen slechts die werknemers in aanmerking die op 1 januari 2003 werknemer waren in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche en die dat na de datum van 1 januari 2003 zijn gebleven. Voorts gelden onderstaande voorwaarden. 1. Recht Aanspraak op een uitkering krachtens deze CAO heeft voornoemde werknemerkan de werknemer maken: a. die geboren 40 of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers is in 1950, 1951, 1952 geweest of 1953 en die de 58-jarige leeftijd heeft bereikt zoals vermeld in sub f (tabel geldend vanaf 18 juni 2015) en en b. die gedurende ten minste de laatste 18 tien jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest (voor seizoenwerknemers geldt een evenredig langer dienstjarencriterium, dat wil zeggen in de laatste aaneengesloten seizoenen 120 maanden) behoudens: – een onderbreking wegens arbeidsongeschiktheid; – andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer, ter beoordeling van het bestuur van de SUHOR en b. c. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. en c. die de premie van 3,5% genoemd in artikel 3: heeft betaald aan XXXXX XX. en die de premie van 3,5% zoals deze was neergelegd in artikel 3 lid 4 sub a van de (voormalige) Xxx Xxxxxxxxxx Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche, tot 1 januari 2006 heeft betaald aan SUCON. d. De werknemer die in de jaren, gelegen voor de datum van 1 januari 2003, werkzaamheden heeft verricht vallende onder de werkingssfeer van de CAO voor het Horecabedrijf kan – mits voldaan wordt aan de navolgende vereisten – eveneens een beroep doen op een uitkering krachtens SUCON II. Voor laatstgenoemde werknemer gelden dezelfde voorwaarden als hiervoor omschreven met dien verstande dat hij in plaats van de genoemde referteperioden tenminste de jaren vanaf 1 januari 2003 xxxxxxxxxxxxx bij een of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. De overige jaren, gelegen voor 1 januari 2003, dient voormelde werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor het horecabedrijf en/of de Contractcateringbranche. e. Aanspraak op een uitkering kan tevens maken de werknemer die de 61-jarige leeftijd heeft bereikt plus het aantal maanden c.q. jaar c.q. jaar en maanden waarmee voor de werknemer de ingangsdatum van de AOW is/wordt verhoogd (conform de tabel in sub f geldend vanaf 18 juni 2015) en die niet later is geboren dan in 1953 en die 40 of meer jaren onafgebroken in dienstbetrekking als werknemer bij één of meer werkgevers in de Contractcateringbranche werkzaam is geweest. Hiervan dient hij tenminste de laatste 12 jaren ononderbroken in dienst te zijn geweest van een werkgever in de Contractcateringbranche. De overige jaren dient deze werknemer werkzaamheden te hebben verricht ressorterend onder de werkingssfeer van de CAO voor de Contractcateringbranche en/of de CAO voor het horecabedrijf. f. AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend vanaf de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden(geboortejaar t/m 1949:63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 maanden 63 + 6 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 jaar 64 na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 jaar + 4 maanden 64 jaar + 4 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 VUT t/m 1953 2020 66 jaar + 8 maanden 64 jaar + 8 maanden AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 maanden 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 maanden 63 + 5 maanden na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 maanden 63 + 7 maanden na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 maanden 63 + 9 maanden na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 jaar 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regelingen vanaf 1 januari 2013 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden Xxxxx, gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin van de WAO bedrijven of WIA was worden meegeteld voor de berekening van de bij werkgevers als bedoeld in het eerste lidartikel 2 leden 7 krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, kunnen onder a, d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan nader door het bestuur van de XXXXX XX meetellen SUHOR vast te stellen voorwaarden meegeteld worden voor de berekening bere- kening van het eerste lid, de in lid 1 sub a, d en e b. genoemde perioden. 3. Uitzondering op het dienstjarencriterium: Xxxxx, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die con- form artikel 11 van deze CAO van de Vakraad Landelijke Bedrijfscommissie voor de Contract-cateringbranche het Horecabedrijf (LBC) dan wel van het Ministerie de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige deze CAO toe te passen, krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d lid 1 sub a. en e 1 sub b. genoemde perioden. 4. Dit geldt tevens bij Geen aanspraak op een gedeeltelijk aan uitkering krachtens de werkgever verleende ontheffing en wel CAO kan doen gelden c.q. aanspraak verliest: x. xxxxxx, die in aanmerking komt voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing.een volledige SV-uitkering;

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao) for Voluntary Early Retirement in the Hospitality Sector