Aanzegplicht Voorbeeldclausules

Aanzegplicht. 1. Indien P-services verplicht is Werknemer te informeren over het al dan niet voortzetten van de Arbeidsovereenkomst zal zij Opdrachtgever hier minimaal zes weken voor het aflopen van de Arbeidsovereenkomst over informeren. Opdrachtgever dient P-services alsdan binnen één week in een reactie te voorzien of het dienstverband met Werknemer wordt voortgezet, zodat P-services Werknemer vijf weken van te voren kan informeren over het al dan niet voortzetten van de Arbeidsovereenkomst. 2. Indien Opdrachtgever P-services niet of niet tijdig informeert over het al dan niet voortzetten van de Arbeidsovereenkomst, dan is Opdrachtgever de boete van (maximaal) een maandsalaris verschuldigd.
Aanzegplicht. De werkgever zal de medewerker - minimaal één maand voor de einddatum - van het dienstverband voor bepaalde tijd, die is aangegaan voor een periode van langer dan 6 maanden, schriftelijk berichten (‘aanzeggen’) of de arbeidsovereenkomst wel of niet kan wordt voortgezet en zo ja, onder welke voorwaarden.
Aanzegplicht. Uiterlijk een maand voor het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die 6 maanden of langer duurt, dient de werkgever een schriftelijke aanzegging te doen waaruit blijkt of de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de overeengekomen duur wel of niet wordt voortgezet en, in geval van voortzetting, onder welke voorwaarden dat zal kunnen gebeuren. Dit geldt niet voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, waarvan de einddatum niet is bepaald op een kalenderdatum.
Aanzegplicht. Is een nulurenovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan voor een periode van zes maanden of langer dan moet een werkgever een aanzegtermijn van één maand in acht nemen. Deze aanzegplicht geldt ook voor opvolgende nulurenovereenkomsten van zes maanden of langer. De aanzegplicht houdt in dat een werkgever uiterlijk een maand voor het einde van de nulurenovereenkomst schriftelijk aan de werknemer moet laten weten of de overeenkomst al dan niet wordt voortgezet. Indien de nulurenovereenkomst wordt voortgezet dan dienen ook de voorwaarden waaronder deze wordt voortgezet te worden opgenomen. Wordt deze verplichting niet (tijdig) nagekomen dan moet aan de werknemer een vergoeding worden betaald. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan het salaris over de periode waarin de werkgever te laat is met de aanzegging. Let op: de aanzegplicht geldt niet als de nulurenovereenkomst korter dan zes maanden duurt. Let op: als er niet wordt aangezegd, ondanks dat dit verplicht is, eindigt de nulurenovereenkomst van rechtswege.
Aanzegplicht. Sinds de invoering van de WWZ in 2015 zijn werkgevers verplicht om werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (langer dan 6 maanden) op straffe van een aan de werknemer te betalen vergoeding, uiterlijk een maand voor het einde daarvan te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Door opname van optie 2 in de arbeidsovereenkomst, wordt de werknemer bij aanvang van de arbeidsrelatie geïnformeerd over het feit dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden voortgezet. Hoewel deze wijze van aanzeggen in de jurisprudentie tot nu toe als ‘rechtsgeldig’ wordt erkend (ECLI:NL:RBMNE:2015:3201), wordt deze optie met enige ‘schroom’ genoemd. Dit, omdat op deze wijze de bedoeling van de wetgever – nl. dat de werknemer tijdig wordt geïnformeerd over de vraag of de werkgever de arbeidsovereenkomst na de einddatum wil voortzetten - volledig wordt uitgehold. De aanzegplicht is niet aan de orde bij de ‘duur-variant’ van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, als deze wordt beëindigd als gevolg van het vervallen van de reden waarvoor die is aangegaan; bijv. door herstel van de zieke medewerker die wordt vervangen. Een proeftijdbeding moet schriftelijk worden overeengekomen en mag niet langer zijn dan de in artikel 7:652 BW opgenomen duur. Bij een overeenkomst tot 6 maanden mag geen proeftijd worden overeengekomen. Bij een overeenkomst voor de duur van 6 tot 24 maanden is de maximale proeftijd 1 maand. Bij een overeenkomst voor langer dan 24 maanden of voor onbepaalde tijd is de maximale proeftijd 2 maanden. Indien een proeftijd wordt overeengekomen die langer is dan het in de wet geregelde maximum, dan is deze bepaling ‘nietig’, met als gevolg dat er helemaal geen proeftijd is.