Bekabeling Voorbeeldclausules

Bekabeling. Voor de plaatsing van het zonnepanelensysteem is ook bekabeling binnen- of buitenshuis nodig: tussen de panelen en de omvormer, en tussen de omvormer en de meterkast. De bekabeling wordt in kabelgoten of buizen op de wand gemonteerd. De installateur gaat daarbij uit van de meest directe route. Er wordt geen hak- en breekwerk toegepast. Indien je zelf doorgangen hebt geboord, of er is een beschikbare leiding aanwezig, dan wordt vanzelfsprekend de bekabeling op een dergelijke afgewerkte manier weggewerkt. Het kan ook zijn dat het trekken van kabels in jouw woning niet nodig is. Tijdens de inspectie zal de installateur deze opties met je bespreken.
Bekabeling. 1. De Gebruiker is verantwoordelijk voor de aanleg, verplaatsing, beheer en verwijdering van de voor de Locatie(s) benodigde elektra- en databekabeling, inclusief – indien niet reeds beschikbaar – de aanleg van kabelgoten of mantelbuizen, vanaf het aansluitpunt naar de Locatie(s) conform de daarvoor geldende NEN-normen en het bepaalde in bijlage 3. 2. De bekabeling dient te worden aangelegd in kabelgoten of mantelbuizen. Aanwezige of aangelegde kabelgoten of mantelbuizen mogen niet worden verwijderd. 3. Ten behoeve van de aanleg, verplaatsing, beheer en verwijdering van elektrabekabeling krijgt Xxxxxxxxx toegang tot het aansluitpunt van NS Stations in de laagspanningskamer of een ander door de Installatieverantwoordelijke aan te wijzen aansluitpunt.
Bekabeling. Verwijderen en (her)installeren van elektrische kabels, teledistributie, telefoon enz. om het werk correct uit te voeren.
Bekabeling. Alle benodigde kabels en aansluitmaterialen zijn bij de apparatuur inbegrepen. Extra kabels kunnen op verzoek worden meegeleverd.
Bekabeling. De bekabeling komt vanuit vloerdozen: ▪ Een goede geleiding van alle kabels horizontaal onder de werkvlakken en verticaal is zeer belangrijk in alle werkplektypologieën; ▪ Onder de werkbladen moeten er horizontale metalen kabelgoten geplaatst worden, voor de geleiding van de bekabeling, die over de volledige lengte van het werkblad doorlopen. Dit systeem moet gebruiksvriendelijk en efficiënt zijn en toelaten om na de eerste installatie nog makkelijk kabels toe te voegen; ▪ De verticale kabelgeleiding leidt uitsluitend naar de vloerdozen en moet verplicht in optie worden voorgesteld: ▪ De stekkerdozen worden in de kabelgoot geplaatst en zijn gemakkelijk bereikbaar vanaf het werkvlak door de (hersluitbare) opening die hierop is voorzien (top access). Deze opening zal dienen als uitgang voor data- en elektriciteitskabels. Een gemakkelijke aansluiting van datakabels, telefoon en elektriciteit is noodzakelijk; • De bureaus zijn uitgerust met een elektrificatieblok (unit) met minstens 5 stopcontacten II + O met schakelaar (220 V – 10 A voorzien van het EC-merkteken) en met een magnetothermische beveiliging van 10 A. Het elektrificatieblok wordt in de kabelgoot geplaatst, op een door de gebruiker gemakkelijk bereikbare plaats. Dit blok is voorzien van een soepele kabel van minstens 4 m lang en van de bijhorende stekker die gebogen moet zijn (II + O van het type pen-/gat-aarding). De kabels mogen in geen geval hinderend zijn voor de knieën van de gebruiker.
Bekabeling. De bekabeling wordt door ons uitgevoerd. De inschrijver zal een bekabelingsplan bezorgen.
Bekabeling. De effecten ten gevolge van de bekabeling zijn onafhankelijk van het funderingstype en het gekozen vermogen van de windturbine, en ongeacht het oorspronkelijke of uitgebreide concessiegebied. Langsheen het volledige kabeltracé zal een tijdelijke verstoring (omwoelen van de zeebodem en het sediment en wijziging van de turbiditeit) optreden, maar deze wordt als niet significant beoordeeld. De transmissie van elektriciteit door zeekabels zal leiden tot het opwekken van elektrische en magnetische velden. Deze elektromagnetische velden zijn afhankelijk van het type kabel (33 kV versus 150 kV). Elektromagnetische velden kunnen een effect hebben op bepaalde gevoelige soorten, maar uitgaande van de beschikbare kennis is grootte van de impact en de oorzaak-effect relatie nog niet voldoende duidelijk. Het effect is het best gekend en het grootst voor de roggen en haaien die praktisch niet in het projectgebied voorkomen. Op basis van dit gegeven en het gegeven dat ingraven tot 1 m (parkkabels) à 2 m (landkabel) diepte milderend werkt (reductie met kwadraat van de diepte), kan voorlopig aangenomen worden dat er vrijwel geen effect (0) zal zijn. De kabels die ingegraven worden zullen een zekere warmteafgifte bezitten. Wegens de diepteligging van de kabels, zal dit voor een beperkte en zeer lokale opwarming zorgen van de zeebodem aan het oppervlak. Het effect wordt als verwaarloosbaar beoordeeld (0/-).
Bekabeling. De fysieke ondersteuning, zoals verkoperde dradenparen, coax- of glasvezelkabels alsook het aansluitbord, met uitzondering van de luchtverbindingen door optische of Hertzbundels, om systemen, rand- en eindapparaten onderling te verbinden.
Bekabeling. De inschrijver bezorgt een bekabelingsplan van de verschillende elementen van het systeem (kiosken, printers, schermen). In het geval dat de geleverde installatie een keuringsformaliteit vereist, doet de opdrachtnemer de nodige administratieve handelingen en bezorgt hij de aanbesteder op het ogenblik van de installatie de nodige documenten en attesten.
Bekabeling. Het aanleggen van de kabels in de constructiefase kan een verstoringseffect hebben op zeezoogdieren. Dit effect is echter tijdelijk, beperkt in omvang en wordt daarom als gering negatief beschouwd. Na het leggen van de kabel zal de omgeving zich herstellen. Tijdens de exploitatiefase zullen de magnetische velden, opgewekt door de kabels, waarschijnlijk geen waarneembaar effect hebben op de zeezoogdieren. Zeezoogdieren bevinden zich vnl. in de waterkolom waar het effect van magnetische straling eerder beperkt zal zijn. De verwachte effecten van de bekabeling op zeezoogdieren worden als gering negatief (0/-) ingeschat en zijn dus verwaarloosbaar.