Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag Voorbeeldclausules

Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag. Artikel 2 van het Verdrag betreft de belastingen waar het Verdrag op ziet. Het eerste, tweede en vierde lid van dit artikel zijn in overeenstemming met artikel 2, eerste, tweede en vierde lid, van van het OESO-modelverdrag. Het derde lid bevat een opsomming van de Chileense en Nederlandse belastingen waarop het Verdrag met name betrekking heeft. Voor Nederland zijn uitsluitend de belastingen naar het inkomen opgenomen die van toepassing zijn in het Europese deel van Nederland en de belastingen op winstaandelen zoals bedoeld in de Mijnbouwwet. In overeenstemming met artikel 2 van het OESO-modelverdrag bepaalt het vierde lid dat het Verdrag ook van toepassing is op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de in het tweede lid bedoelde en in het derde lid opgesomde belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten zijn gehouden om elkaar te informeren over alle wezenlijke wijzigingen in hun nationale belastingwetgeving. De bepalingen in het Verdrag die zien op de voorkoming van dubbele belasting gelden uitsluitend voor belastingen naar het inkomen of het vermogen. De bepalingen over informatie-uitwisseling en bijstand bij invordering gelden ook voor andere belastingen en toeslagen. Artikel 3 van het Verdrag bevat definities voor uitdrukkingen die in het Verdrag voorkomen. Deze definities zijn gebaseerd op artikel 3 van zowel het OESO- als het VN-modelverdrag. In lijn met het VN-modelverdrag zijn – in afwijking van het OESO-modelverdrag – geen definities opgenomen van de uitdrukkingen ‘onderneming’ en ‘bedrijfsuitoefening’. De definities van deze uitdrukkingen in het OESO-modelverdrag omvatten namelijk ook zelfstandige arbeid, terwijl Chili – in lijn met het VN-modelverdrag – de voorkeur had voor opname van een separaat artikel over zelfstandige arbeid (artikel 14 van het Verdrag). Volgens het eerste lid, onderdeel a, wordt onder de uitdrukkingen ‘een verdragsluitende staat’ en ‘de andere verdragsluitende staat’ afhankelijk van de context, het Koninkrijk der Nederlanden, met betrekking tot Nederland, of de Republiek Chili verstaan. In het eerste lid, onderdelen b en c worden vervolgens de begrippen ‘Nederland’ en ‘Chili’ voor de toepassing van het Verdrag gedefinieerd. Hieruit volgt dat in het Verdrag onder de uitdrukking ‘Nederland’ alleen het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk wordt verstaan. Voor wat betreft de andere landen van he...
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag. In artikel 2 is neergelegd op welke belastingen het Verdrag ziet, waarmee de materiële werkingssfeer van het Verdrag is vastgesteld. Het eerste, tweede en vierde lid van dit artikel stemmen overeen met het eerste, tweede en vierde lid van artikel 2 van het OESO-modelverdrag. Het derde lid bevat een opsomming van de ten tijde van de ondertekening van het Verdrag van kracht zijnde Nederlandse en Andorrese belastingen waarop de bepalingen van het Verdrag van toepassing zijn. Voor Nederland zijn dat de relevante directe belastingen die in het Europese deel van Nederland worden geheven van natuurlijke personen en lichamen. Ook zijn wat betreft Nederland het zogenoemde staatswinstaandeel in nettowinsten behaald met exploitatie van natuurlijke rijkdommen en de bronbelasting die per 1 januari 2021 van toepassing is onder de reikwijdte van het Verdrag gebracht. Voor Andorra is het Verdrag van toepassing op de vennootschapsbelasting (impost sobre societats), de inkomstenbelasting (impost sobre la renda de les persones fisiques), de inkomstenbelasting voor buitenlandse belastingplichtigen (impost sobre la renda dels no-residents fiscals) en de belasting op waardevermeerdering van onroerende zaken (impost sobre les plusvàlues en les transmissions patrimonials immobiliàries).
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag. In artikel 2 is de materiële werkingssfeer van het Verdrag neergelegd. Het eerste en tweede lid van dit artikel stemmen overeen met het eerste en tweede lid van artikel 2 van het OESO-modelverdrag. Het derde lid bevat een opsomming van de huidige Nederlandse en Algerijnse belastingen waarop het Verdrag van toepassing is. Voor Nederland zijn dat de relevante directe belastingen die in het Europese deel van Nederland worden geheven van natuurlijke personen en van rechtspersonen. Ook is het zogenoemde staatswinstaandeel onder de reikwijdte van het Verdrag gebracht. Dit betekent dat de bepalingen van het Verdrag ook van toepassing zijn voor de heffing van het staatswinstaandeel en dat Algerije bij het verlenen van een vermindering ter vermijding van dubbele belasting ten aanzien van inwoners van Algerije rekening dient te houden met het door Nederland geheven staatswinstaandeel. De Algerijnse belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn de belasting over het algehele inkomen ('tax on global income'), de winstbelasting voor lichamen ('tax of profits of companies'), de winstbelasting voor beroepsmatige activiteiten ('tax on professional activity'), de patrimoniumbelasting ('patrimony tax') en de royalty’s en belastingen over resultaten uit opsporing, onderzoek en exploitatie ter zake van koolwaterstoffen en het transport ervan via pijpleidingen ('royalties and taxes on results relating to activities of prospecting, research, exploitation and transport of hydrocarbons by way of pipelines'). De Algerijnse belasting over het algehele inkomen (‘tax on global income’) is een inkomstenbelasting waaraan natuurlijke personen die inwoner van Algerije zijn, zijn onderworpen voor hun wereldin­komen. Niet-inwoners zijn slechts aan deze inkomstenbelasting onderworpen voor inkomen uit Alge­rijnse bronnen. Deze belasting kent in 2018 progressieve tarieven (20%, 30% en 35%). Voor bepaalde inkomensbestanddelen geldt een afwijkend, vast tarief. De Algerijnse winstbelasting voor lichamen (‘tax of profits of companies’) is een vennootschaps­belasting waaraan lichamen die inwoner van Algerije zijn, uitsluitend zijn onderworpen voor winst uit ondernemingsactiviteiten uitgeoefend in Algerije (territoriale winstbelasting). Inkomsten die Algerijnse vennootschappen verkrijgen uit buitenlandse bron, zijn derhalve niet onderworpen aan die belasting. Lichamen die geen inwoner van Algerije zijn, worden slechts belast voor inkomsten uit Algerijnse bron. In 2018 zijn de tarieven in d...
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag. In artikel 2 is de materiële werkingssfeer van het Verdrag neergelegd. Het eerste en tweede lid van dit artikel stemmen, afgezien van het ontbreken van een verwijzing naar de vermogensbelasting, overeen met het eerste en tweede lid van artikel 2 van het OESO-modelverdrag. Het derde lid bevat een opsomming van de huidige Nederlandse en Kirgizische belastingen waarop het Verdrag van toepassing is. Voor Nederland zijn dat de relevante directe belastingen die in het Europese deel van Nederland worden geheven van natuurlijke personen en van rechtspersonen. Ook zijn belastingen op winstaandelen zoals bedoeld in de Mijnbouwwet (staatswinstaandeel) onder de reikwijdte van het Verdrag gebracht. Dit betekent dat de bepalingen van het Verdrag voor Nederland van toepassing zijn voor de heffing van het staatswinstaandeel en dat Kirgizië bij het verlenen van een vermindering ter vermijding van dubbele belasting ten aanzien van inwoners van Kirgizië rekening dient te houden met het door Nederland geheven staatswinstaandeel. Voor Kirgizië 13 Onderdeel 2.2.1 van de NFV 2011 en onderdeel 4.3.2 van de NFV 2020.
Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag. In artikel 2 van het Verdrag is neergelegd op welke belastingen het Verdrag ziet. Het eerste, tweede en vierde lid van dit artikel zijn in overeenstemming gebracht met het eerste, tweede en vierde lid van artikel 2 van het OESO-modelverdrag, behoudens de daarin opgenomen verwijzingen naar de vermogensbelasting. In het derde lid zijn de ten tijde van de ondertekening van het Verdrag van kracht zijnde belastingen opgesomd waarop de bepalingen van het Verdrag van toepassing zijn. Voor Nederland zijn zowel de (van natuurlijke personen en van lichamen geheven) belastingen naar het inkomen opgenomen die van toepassing zijn in het Europese deel van Nederland als de belastingen naar het inkomen die worden geheven in het Caribische deel van Nederland. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat op het tijdstip waarop het Verdrag tot stand is gekomen (de datum van ondertekening) de Wet bronbelasting 2021 nog niet van kracht was. Dat zal, gelet op artikel 8.1 van die wet, vanaf 1 januari 2021 het geval zijn. Dat neemt niet weg dat de (conditionele) bronbelasting op renten en royalty’s naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties wel onder de werkingssfeer van het Verdrag valt. Dit vloeit voort uit de in het tweede lid opgenomen hoofdregel dat het Verdrag van toepassing is op de belastingen naar het inkomen of bestanddelen van het inkomen; de in het derde lid opgenomen opsomming is in die zin niet limitatief. Mede in dat verband is ook relevant dat het vierde lid bepaalt dat het Verdrag ook van toepassing is op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de in het derde lid opgesomde belastingen worden geheven, alsmede op andere toekomstige belastingen waarop het eerste en tweede lid van toepassing zijn. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten zijn gehouden om elkaar te informeren over alle wezenlijke wijzigingen in hun nationale belastingwetgeving.

Related to Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is (artikel 2 van het Verdrag

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • WAT VERKLAART U BIJ HET AFSLUITEN VAN UW VERZEKERING? Onze verzekeringen zijn gesloten op de hiernavolgende voorwaarden die gelden voor u en de medeverzekerden op deze verzekering. Klopt de informatie uit 8.1 en 8.2 niet, of niet helemaal? Dan moet u ons dat binnen 14 dagen na ontvangst van uw polisblad laten weten. Ontdekken wij achteraf dat uw informatie niet klopt, dan kan dat betekenen dat u of een medeverzekerde geen recht heeft op schadevergoeding. Als u of een medeverzekerde ons met opzet heeft misleid, hebben wij het recht de verzekering te beëindigen. - hebben wij of heeft een andere verzekeraar geen verzekering van u opgezegd; - hebben wij of heeft een andere verzekeraar niet geweigerd om een verzekering met u af te sluiten of een verzekering van u te wijzigen; - hebben wij of heeft een andere verzekeraar geen beperkende of zwaardere voorwaarden of een hogere premie toegepast of aan u voorgesteld. - diefstal, verduistering, bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte of poging(en) daartoe; - het benadelen van anderen, zoals vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing en bedreiging of een misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid of tegen het leven of poging(en) daartoe; - het overtreden van de Wet wapens en munitie, de Opiumwet of de Wet economische delicten.

  • Wat zijn de gevolgen als u zich niet aan deze verplichtingen houdt? Als u zich niet aan de verplichtingen in paragraaf 6.5 houdt, kunnen we de aanvulling die we aan de verzekerde betalen geheel of gedeeltelijk op u verhalen. Dat doen we alleen als de aanvulling lager zou zijn geweest of beëindigd had kunnen worden als u uw verplichtingen wel was nagekomen.

  • De medeveiler aan wie het goed wordt toegewezen, heeft dezelfde verplichtingen als elke andere koper Hij is gehouden de gehele koopprijs te betalen zonder dat hij schuldvergelijking kan inroepen. Commandverklaring door de medeveiler is niet toegelaten.

  • Wat zijn de gevolgen als u de premie niet op tijd of niet volledig betaalt? Als u de premie en kosten niet op tijd of niet volledig betaalt, schorsen we de dekking van uw verzekering. U ontvangt van ons bericht vanaf welke datum uw dekking geschorst is. Wordt de verzekerde tijdens de schorsing arbeidsongeschikt? Xxx heeft u geen recht op een vergoeding voor deze verzekerde. Dit geldt voor de gehele periode dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ook als u de premie en kosten later alsnog betaalt en de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is. Was de verzekerde al arbeidsongeschikt voordat de dekking werd geschorst? Xxx heeft u voor deze verzekerde wel recht op een vergoeding. Hebben we de dekking geschorst en betaalt u de premie en kosten nog steeds niet? Dan kunnen we de verzekering beëindigen. U bent dan niet langer verzekerd.

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • BINNEN WELKE TERMIJN MOET U DE NIET VERZEKERDE KOSTEN TERUGBETALEN? 10.1 Hebben wij kosten voor u betaald die niet door de verzekering gedekt zijn? Dan moet u de rekening die wij daarvoor sturen binnen 30 dagen betalen. Doet u dit niet? Dan kunnen wij een incassobureau inschakelen.

  • Afhandeling verzoeken van betrokkenen 8.1. In het geval dat een betrokkene een verzoek tot uitoefening van zijn/haar wettelijke rechten (artikel 15-22 AVG) richt aan Verwerker, zal Verwerker het verzoek doorsturen aan Verwerkingsverantwoordelijke, en zal Verwerkingsverantwoordelijke het verzoek verder afhandelen. Verwerker mag de betrokkene daarvan op de hoogte stellen.

  • Op het einde van elke verzekeringsperiode De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag. De opzegging gaat in op die vervaldag.

  • Gebruik van het voertuig 1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.