Winst uit onderneming Voorbeeldclausules

Winst uit onderneming. 1. De voordelen van een onderneming van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij kunnen worden toegere- kend aan: a. die vaste inrichting; of b. verkopen in die andere Staat van goederen of koopwaar van dezelfde of soortgelijke aard als worden verkocht door die vaste inrich- ting; of c. andere bedrijfsactiviteiten, verricht in die andere Staat, van de- zelfde of soortgelijke aard als worden verricht door middel van die vaste inrichting. Echter, de bepalingen van onderdeel b) en c) zijn slechts van toepas- sing indien de verkoopactiviteiten, respectievelijk de bedrijfsactiviteiten, voor het grootste deel zijn uitgeoefend door de vaste inrichting. 2. Onverminderd de bepalingen van het derde lid worden, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar geves- tigde vaste inrichting, in elk van de Verdragsluitende Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soort- gelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aan- gaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is. 3. Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten, daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten, die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd, het- zij elders. 4. Voor zover het in een Verdragsluitende Staat gebruikelijk is de aan een vaste inrichting toe te rekenen voordelen te bepalen op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming over haar verschil- lende delen, belet het tweede lid die Verdragsluitende Staat niet de te belasten voordelen te bepalen volgens de gebruikelijke verdeling; de gevolgde methode van verdeling moet echter zodanig zijn, dat het resul- taat in overeenstemming is met de in dit artikel neergelegde beginselen. 5. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid mogen voorde- len, behaald door een onderneming van e...
Winst uit onderneming. 1. De voordelen van een onderneming van een van de beide Staten zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Staat haar bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming xxxxx xxxx bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat xxxxxx belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen xxxxxx toege- State from sales of goods or merchandise of the same kind as those sold, or from other business transactions of the same kind as those effected, through the permanent establishment. 2. Where an enterprise of one of the two States carries on business in the other State through a permanent establishment situated therein, there shall in each State be attributed to that permanent establishment the prof- its which it might be expected to make if it were a distinct and separate enterprise engaged in the same or similar activities under the same or similar conditions and dealing wholly independently with the enterprise of which it is a permanent establishment. 3. In the determination of the profits of a permanent establishment, there shall be allowed as deductions expenses which are incurred for the purposes of the permanent establishment including executive and gen- eral administrative expenses so incurred, whether in the State in which the permanent establishment is situated or elsewhere. 4. Insofar as it has been customary in one of the two States to deter- mine the profits to be attributed to a permanent establishment on the basis of an apportionment of the total profits of the enterprise to its vari- ous parts, nothing in paragraph 2 shall preclude that State from deter- mining the profits to be taxed by such an apportionment as may be cus- tomary; the method of apportionment adopted shall, however, be such that the result shall be in accordance with the principles laid down in this Article. 5. No profits shall be attributed to a permanent establishment by rea- son of the mere purchase by that permanent establishment of goods or merchandise for the enterprise. 6. For the purposes of the preceding paragraphs, the profits to be attributed to the permanent establishment shall be determined by the same method year by year unless there is good and sufficient reason to the contrary. 7. Where profits include items of income which are dealt with sepa- rately in other Articles of this Agreement, then the provisions of those Articles shall not be affect...
Winst uit onderneming. Op uitdrukkelijk verzoek van Malta is bij artikel 7 uitgegaan van de tekst uit het OESO- modelverdrag van 20057. De nieuwe tekst van artikel 7 in het OESO-modelverdrag van 2010 werd ingegeven door de discussie die indertijd ontstond rond de interpretatie van de zelfstandigheidsfictie van de vaste inrichting op grond van artikel 7 en dientengevolge de toerekening van de winsten hieraan. Er ontstonden twee stromingen die lijnrecht tegenover elkaar stonden bij de interpretatie van artikel 7. De ene stroming ging uit van de beperkte zelfstandigheid van de vaste inrichting, terwijl de andere stroming uitging van de absolute zelfstandigheid van de vaste inrichting (d.w.z. dat de winsttoerekening conform het “at-arm’s-length”-principe plaatsvindt). In 2008 gaf de OESO te kennen het principe van de absolute zelfstandigheid als uitgangspunt te hanteren. Ter voorkoming van verdere misverstanden is hierna geopteerd om artikel 7 te herschrijven tot de tekst zoals opgenomen in het OESO-modelverdrag van 2010. Curaçao onderschrijft eveneens het principe van de absolute zelfstandigheid in haar nationale wetgeving en fiscale praktijk. Malta heeft echter uitdrukkelijk aangegeven de tekst van het modelverdrag van 2005 te willen volgen, aangezien Malta indertijd nog onvoldoende inzicht had in de praktische uitwerking van de nieuwe tekst. Gezien het feit dat de uitgangspunten niet volledig op elkaar aansluiten is indertijd als wijze van compromis besloten tot opname van het zevende lid. Hiermee wordt aan belastingplichtigen een verhoogde mate van rechtsbescherming geboden voor eventuele gevallen waarbij de uitwerking van de uitgangspunten bij berekening van de winst van de vaste inrichting niet op elkaar aansluiten. Afgesproken is dat partijen elkaar zullen volgen in de bijstelling van allocatie van winsten, mits sprake is van legitieme allocatie. Inmiddels is de algemene zelfstandigheidsfictie (“at-arm’s-length”-principe) alom aanvaard.
Winst uit onderneming. 1. De voordelen van een onderneming van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend. diaire d’un e´tablissement stable ou non) ne suffit pas, en lui-meˆme, a` faire de l’une quelconque de ces socie´te´s un e´tablissement stable de l’autre.
Winst uit onderneming. Voor de uit te voeren werkzaamheden m.b.t. winst uit onderneming wordt verwezen naar punt 3, de var-verklaringen en de zekerheid rond de arbeidsrelatie.
Winst uit onderneming. 1. De voordelen van een onderneming van een Verdragsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Verdragsluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend. 2. Onverminderd de bepalingen van het derde lid worden, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdrag- sluitende Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar geves- tigde vaste inrichting, in elk van de Verdragsluitende Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soort- gelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aan- gaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is. 3. In determining the profits of a permanent establishment, there shall be allowed as deductions expenses which are incurred for the purposes of the permanent establishment, including executive and general admin- istrative expenses so incurred, whether in the State in which the perma- nent establishment is situated or elsewhere. 4. No profits shall be attributed to a permanent establishment by rea- son of the mere purchase by that permanent establishment of goods or merchandise for the enterprise. 5. For the purposes of the preceding paragraphs, the profits to be attributed to the permanent establishment shall be determined by the same method year by year unless there is good and sufficient reason to the contrary, due regard being had to the provisions of article 26. 6. Where profits include items of income which are dealt with sepa- rately in other articles of this Agreement, then the provisions of those articles shall not be affected by the provisions of this article. 1. Profits from the operation of ships or aircraft in international traf- fic shall be taxable only in the Contracting State of which the enterprise deriving such profits is a resident. 2. For the purposes of this article, profits derived from the operation in international traffic of ships and aircraft include profits derived from the rental on a bareboat basis of ships and aircraft if operated in inter- national traffic and from the...
Winst uit onderneming. 1. De winst van een onderneming van een verdragsluitende staat is slechts in die staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere verdragsluitende staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gelegen vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mag de winst die in overeenstemming met de bepalingen van het tweede lid aan de vaste inrichting kan worden toegerekend in die andere staat worden belast. 2. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 22 is de winst die in elk van de verdragsluitende staten kan worden toegerekend aan de vaste inrichting bedoeld in het eerste lid, de winst die zij naar verwachting zou behalen, in het bijzonder via haar handelen met andere onderdelen van de onderneming, indien zij een afzonderlijke en onafhankelijke onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou ver- richten onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden, rekening houdend met de door de onderneming via de vaste inrichting en andere onderdelen van de onderneming uitgeoefende functies, gebruikte vermogens- bestanddelen en genomen risico’s. 3. Indien een verdragsluitende staat, in overeenstemming met het tweede lid, de winst corrigeert die kan worden toegerekend aan een vaste inrichting van een onderneming van een van de verdragsluitende staten en de winst van de onderneming die in de andere staat is belast, dienovereenkomstig belast, brengt de andere staat, voor zover nodig om dubbele belastingheffing over deze winst te vermijden, een passende cor- rectie aan van het bedrag waarmee deze winst is belast. Voor het vaststellen van de correctie plegen de bev- oegde autoriteiten van de verdragsluitende staten zo nodig met elkaar overleg. 4. Indien de winst inkomensbestanddelen bevat die afzonderlijk in andere artikelen van dit Verdrag worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel.
Winst uit onderneming. 1. De voordelen van een onderneming van een van de Staten zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Staat haar bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend. 2. Indien een onderneming van een van de Staten in de andere Staat haar bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting, worden in elk van de Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is. 3. Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten - daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerkosten - die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders. 4. Geen voordelen worden aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van aankoop door die vaste inrichting van goederen of koopwaar voor de onderneming. 5. Indien in de voordelen bestanddelen zijn begrepen die afzonderlijk in andere artikelen van deze Overeenkomst worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel.

Related to Winst uit onderneming

  • Onderaanneming a. De aannemer zal slechts met schriftelijke toestemming van de opdrachtgever de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk door derden laten verrichten. Deze toestemming is niet vereist voor glazenwaswerkzaamheden en/of éénmalige werkzaamheden. b. De aannemer zal de opdrachtgever op de hoogte stellen indien glazenwaswerkzaamheden en/of éénmalige werkzaamheden door derden zullen worden verricht. c. Voor onderaanneming ten behoeve van de aannemer zijn de Algemene Voorwaarden van Onderaanneming van toepassing.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Arbeidsongeschiktheid 15.1. Indien een werknemer door arbeidsongeschiktheid verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de wettelijke bepalingen, voor zover hierna niet anders is bepaald. 15.2. Partijen zijn overeengekomen dat de invulling van dit artikel zal worden gebaseerd op de uitgangspunten van de preambule “Arbeid en Gezondheid”, met dien verstande dat: a. Loondoorbetaling van de eerste verzuimdag t/m week 52 wordt vastgesteld op 100% van het bruto maandsalaris. b. Loondoorbetaling van week 53 t/m week 104 wordt vastgesteld op 70% van het bruto maandsalaris. 15.3. Als er sprake is van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, dient de desbetreffende medewerker desgevraagd mee te werken aan een WIA-aanvraag in het kader van een verkorte wachttijd. 15.4. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag niet wordt toegekend, ontvangt de werknemer een loondoorbetaling conform lid 2. 15.5. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag wordt toegekend, wordt de loondoorbetaling in het 1ste en 2de ziektejaar aangevuld tot het loon dat betaald moet worden op grond van lid 2 van dit artikel. 15.6. De in lid 2 bedoelde loondoorbetaling wordt beëindigd, wanneer de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 15.7. De werkgever heeft het recht de in lid 2 van dit artikel genoemde loondoorbetalingsverplichting: a. Op te schorten (indien werknemer alsnog voldoet aan de voorschriften, wordt het loon met terugwerkende kracht uitbetaald): • Indien de werknemer zich niet aan de door de werkgever gehanteerde voorschriften houdt teneinde hem in de gelegenheid te stellen te controleren of werknemer daadwerkelijk ziek is; b. Stop te zetten: • Indien de werknemer zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan zijn re-integratie, of • De ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt, of • De werknemer zijn genezing belemmert; 15.8. Na een arbeidsongeschiktheid van twee jaar kan de werkgever het dienstverband beëindigen.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Identiteit van de ondernemer Artikel 3 -

  • Wijzigingen op initiatief van de Ondernemer De Ondernemer is gerechtigd om, in de periode die begint bij ondertekening door de Verkrijger van de onderhavige overeenkomst en eindigt bij de oplevering in de zin van deze Algemene Voorwaarden, die wijzigingen in het bouwplan aan te brengen, waarvan de noodzakelijkheid bij de uitvoering blijkt, mits deze wijzigingen geen afbreuk doen aan waarde en / of kwaliteit en / of uiterlijk en / of aanzien en / of bruikbaarheid van de woning; deze wijzigingen zullen in dat geval geen der partijen enig recht geven tot het vragen van vergoeding van mindere of meerdere kosten. De Ondernemer zal de wijzigingen schriftelijk, en bij voorkeur middels aangetekende brief, binnen een redelijke periode kenbaar maken aan de Verkrijger.

  • Verplichtingen van de ondernemer bij herroeping 1. Als de ondernemer de melding van herroeping door de consument op elektronische wijze mogelijk maakt, stuurt hij na ontvangst van deze melding onverwijld een ontvangstbevestiging. 2. De ondernemer vergoedt alle betalingen van de consument, inclusief eventuele leveringskosten door de ondernemer in rekening gebracht voor het geretourneerde product, onverwijld doch binnen 14 dagen volgend op de dag waarop de consument hem de herroeping meldt. Tenzij de ondernemer aanbiedt het product zelf af te halen, mag hij wachten met terugbetalen tot hij het product heeft ontvangen of tot de consument aantoont dat hij het product heeft teruggezonden, naar gelang welk tijdstip eerder valt. 3. De ondernemer gebruikt voor terugbetaling hetzelfde betaalmiddel dat de consument heeft gebruikt, tenzij de consument instemt met een andere methode. De terugbetaling is kosteloos voor de consument. 4. Als de consument heeft gekozen voor een duurdere methode van levering dan de goedkoopste standaardlevering, hoeft de ondernemer de bijkomende kosten voor de duurdere methode niet terug te betalen.

  • FORMELE DEELNEMINGSVOORWAARDEN Je kunt deelnemen aan de selectieprocedure als je op de uiterste inschrijvingsdatum voldoet aan volgende voorwaarden: 1) Je hebt minstens een bachelorsdiploma binnen één van onderstaande studierichtingen: a. Orthopedagogie b. Maatschappelijk werk c. Toegepaste psychologie d. Criminologie e. Sociale readaptatie- of gezinswetenschappen f. Sociaal werk. Je kunt ook deelnemen aan de selectie als je binnenkort afstudeert in een van bovenstaande studierichtingen. Je kunt de functie alleen opnemen als je op het moment van de indiensttreding je diploma effectief behaald hebt. Als je je diploma buiten de Benelux behaalde, moet je bij aanwerving een attest van de Vlaamse overheid kunnen voorleggen waaruit blijkt dat je diploma gelijkwaardig verklaard is met het vereiste niveau. Je kunt dat aanvragen bij NARIC-Vlaanderen: xxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xx/ Als je je diploma in het buitenland behaalde, moet je bij aanwerving een attest van de Vlaamse overheid kunnen voorleggen waaruit blijkt dat je diploma gelijkwaardig verklaard is met het vereiste niveau. Je kunt dat aanvragen bij NARIC- Vlaanderen: xxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xx/ Als je het vereiste diploma in een andere taal dan in het Nederlands hebt behaald, of, als je geen diploma behaald hebt dat overeenstemt met het niveau van de functie (bv. omdat je in aanmerking komt op basis van een ervarings- of toegangsbewijs) moet je bij aanwerving aantonen dat je geslaagd bent voor een taalexamen ‘artikel 7’ bij Selor (xxx.xxxxx.xx). Je hebt een geldig toegangsbewijs voor de functie van begeleider uitgereikt door de VDAB of je behaalt het uiterlijk tegen je jurygesprek. Ook als je niet voldoet aan bovenstaande diplomavereiste, kan je toegelaten worden tot de selectieprocedure. Je maakt hiervoor een standaardportfolio op waarin de kerncompetenties voor de functie zijn opgenomen. Je dient je relevante kennis, vaardigheden en attitudes voor de functie hierin op te lijsten en te staven met alle mogelijke relevante bewijsstukken2. De beoordeling van het portfolio voor deze vacature gebeurt op basis van volgende competenties: - Verantwoordelijkheid nemen - Klantgerichtheid - Inleving Voldoe je niet aan de diplomavereiste, dan vraag je het standaardportfolio op via mail naar xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xxxx.xx en vul je deze grondig in. Je stuurt jouw ingevulde portfolio samen met de nodige bijlagen, voor de opgegeven deadline door naar xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xxxx.xx . Enkel als je een toegangsbewijs behaalt, uitgereikt door de VDAB, kan je toegang krijgen toegang tot de selectieprocedure. Voor extra informatie over de deelnemingsvoorwaarden kun je contact opnemen met de selectieverantwoordelijke (Xxxxx Xxxxx, xxxxx.xxxxx@xxxxxxxxx.xx, 0492/15.07.72).

  • Waarneming Indien de werknemer bij wijze van waarneming tijdelijk een andere functie uitoefent, blijft de voordien voor hem geldende salarisschaal van toepassing met inachtneming van het gestelde in artikel 3.14.