Reikwijdte Van Het Verdrag. Dit artikel omschrijft het kader waarbinnen de administratieve bijstand wordt verleend, zowel vanuit nationaal perspectief als in internationaal verband. Wat dit laatste betreft, moet voor Nederland met name worden gedacht aan verplichtingen uit hoofde van de Europese regelgeving op dit vlak. Hier kan in het bijzonder worden verwezen naar Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PbEG 1997, L 82). Op basis van artikelen 15 en 18 van deze verordening zijn de lidstaten verplicht om onder bepaalde omstandigheden informatie door te geven aan de Europese Commissie en andere lidstaten, ook indien deze informatie afkomstig is van derde landen. Daarnaast wordt als gevolg van artikel 2, derde lid, van het Verdrag onder meer rekening gehouden met (toekomstige) verplichtingen van Nederland op het terrein van de wederzijdse administratieve bijstand onder verdragen met andere lidstaten in het kader van de Europese Unie. Daarbij valt te denken aan de op 18 december 1997 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst opgesteld op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douane-administraties (Trb. 1998, 174, ook wel bekend als Xxxxxx XX). Verder bestaan er diverse bilaterale verdragen met andere Europese landen die door de toetreding van die landen tot de EU aan belang hebben ingeboet maar onder omstandigheden nog wel toegepast kunnen worden. De Nederlandse douaneadministratie zal de Panamese douaneadministratie op de hoogte stellen wanneer zij in Europees kader informatie doorgegeven verkregen van Panama op basis van dit Verdrag. De praktische uitvoering van de bijstand zal geschieden in overeenstemming met de wettelijke en administratieve bepalingen van de verdragsluitende partij die de administratieve bijstand verleent (tweede lid). Uitdrukkelijk is vastgelegd (vierde lid) dat het Verdrag voorziet in het verlenen van administratieve bijstand tussen de verdragsluitende Partijen. Onder administratieve bijstand dient in dit verband doorgaans te worden verstaan dat de aangezochte douaneadministratie informatie verstrekt ten behoeve van de verzoekende douaneadministratie. In de regel geschiedt dit naar aanleiding van een concreet geval waarbij de verzoekende ...
Reikwijdte Van Het Verdrag. 1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag vervatte voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor de invordering van douanevorderingen.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar wette- lijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de be- voegdheden en beschikbare middelen van haar douaneadministratie.
3. Dit Verdrag laat onverlet de huidige en toekomstige verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay die uit andere internationale overeenkomsten voortvloeien.
4. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
5. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient te worden verleend in overeenstemming met een andere geldende overeenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autoriteiten het betreft.
Reikwijdte Van Het Verdrag. 1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor het invorderen van douanevorderingen.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met de wettelijke en administratieve bepalingen xxx xxxx Xxxxx en binnen de grenzen van de bevoegdheden en beschikbare middelen xxx xxxx douaneadministratie.
3. Dit Verdrag geldt onverminderd de huidige en toekomstige ver- plichtingen van de Republiek Kazachstan en het Koninkrijk der Xxxxx- xxxxxx die uit andere internationale overeenkomsten voortvloeien.
4. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren xxx wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
5. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient xx xxxxxx verleend in overeenstemming met een andere geldende overeenkomst tussen de Staten van de Partijen, geeft de aangezochte administratie aan xxxxx autoriteiten het betreft.
Reikwijdte Van Het Verdrag. 1. Met inachtneming van het onder 2 bepaalde stelt elke lidstaat al het mogelijke in het werk om ervoor te zorgen dat de volgende postale financiële diensten op zijn grondgebied langs elektronische weg worden aan- geboden of geaccepteerd:
1.1. Contante postwissel: de afzender biedt geld aan op het servicetoegangspunt en verzoekt om contante betaling van het volledige bedrag aan de geadresseerde, zonder enige inhouding.
Reikwijdte Van Het Verdrag. Artikel 1 omschrijft in de eerste zin het doel van het Verdrag, te weten de wederzijdse bijstand door informatie-uitwisseling. Verder wordt opgesomd om wat voor informatie het hier gaat. De slotzin van het OESO-modeluitwisselingsverdrag is in dit Verdrag opgenomen als een afzonderlijk artikel 9.
Reikwijdte Van Het Verdrag. De bepalingen van dit Verdrag zijn, vanaf de datum waarop het in werking treedt, ook van toepassing op investeringen die voor die datum zijn gedaan. Dit Verdrag is echter niet van toepassing op eerdere geschil- len of aanspraken die in verband staand met investeringen die gedaan zijn vóór zijn inwerkingtreding
Reikwijdte Van Het Verdrag. De bepalingen van dit Verdrag zijn, vanaf de datum waarop het in xxxxxxx treedt, ook van toepassing op investeringen die voor die datum zijn gedaan.
Reikwijdte Van Het Verdrag. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen verlenen elkaar bijstand door middel van de uitwisseling van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verdragsluitende partijen die betrekking heb- ben op de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is. Deze infor- matie omvat informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de bepaling, vaststelling en inning van deze belastingen, de invordering en tenuitvoerlegging van belastingvorderingen of het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken. Informatie wordt uitgewisseld in over- eenstemming met de bepalingen van dit Verdrag en wordt vertrouwelijk behandeld op de wijze voorzien in artikel 8. De uit hoofde van de wet- xxxxxx of de bestuursrechtelijke praktijk van de aangezochte partij aan personen toegekende rechten en waarborgen blijven van toepassing voor zover zij de doeltreffende uitwisseling van informatie niet onnodig ver- hinderen of vertragen.
Reikwijdte Van Het Verdrag. Niettegenstaande artikel1 behoudt Vietnam zich het recht voor de verrekenpostwisseldienst op zijn grondge- bied aan te bieden.
Reikwijdte Van Het Verdrag. De verdragsluitende partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administra- tieve bijstand onder de in dit Verdrag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving, met het oog op het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op die wetge- ving, alsmede om de veiligheid van de internationale logistieke keten te waarborgen.