Belgische vennootschappen Voorbeeldclausules

Belgische vennootschappen. Belgische vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting moeten de dividenden opnemen in hun aangifte vennootschapsbelasting en worden in principe belast op het ontvangen brutodividend (inclusief de roerende voorheffing), aan het toepasselijke tarief van de vennootschapsbelasting (het basistarief van de vennootschapsbelasting is 33,99%, incl. crisisbijdrage). De door de Vennootschap uitgekeerde dividenden komen in principe niet in aanmerking voor de “DBI-aftrek” omdat de Vennootschap als Openbare GVV van een afwijkend belastingregime geniet zodat niet voldaan is aan de zogenaamde taxatievoorwaarde (artikel 203, §1, 2°bis WIB 92). Met ingang van aanslagjaar 2016 komen, voor de verrichtingen en toegekende of betaalbaar gestelde inkomsten vanaf 1 juli 2016, de door de Vennootschap uitgekeerde dividenden toch in aanmerking voor de DBI-aftrek, in de mate dat de dividenden uitgekeerd door de Vennootschap voortkomen uit verkregen inkomsten die (i) afkomstig zijn van onroerende goederen die zich bevinden in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, op voorwaarde dat deze overeenkomst of enig ander verdrag voorziet in een uitwisseling van inlichtingen die noodzakelijk is voor de toepassing van de wettelijke bepalingen van de contracterende staten; en (ii) onderworpen werden aan de vennootschapsbelasting, aan de belasting van niet- inwoners, of aan een buitenlandse belasting die analoog is aan deze belastingen, of niet genieten van een belastingregeling die afwijkt van het gemeen recht (artikel 203, §1, 2°bis WIB 92). Daarenboven komen de door de Vennootschap uitgekeerde dividenden voor de DBI-aftrek in aanmerking, voor zover en in de mate dat deze dividenden voortkomen uit dividenden die zelf beantwoorden aan de zgn. taxatievoorwaarden opgesomd in artikel 203, §1, 1° tot 4° WIB
Belgische vennootschappen. Meerwaarden gerealiseerd naar aanleiding van de overdracht van Aandelen door Belgische vennootschappen zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting. Minderwaarden zijn niet fiscaal aftrekbaar.
Belgische vennootschappen. Ingevolge artikel 192 WIB 92 kunnen vennootschappen m.b.t. meerwaarden verwezenlijkt op aandelen genieten van een fiscaal gunstregime, in de vorm van (i) ofwel een volledige vrijstelling van de gerealiseerde meerwaarde op aandelen (indien de Aandelen gedurende een ononderbroken periode van minstens één jaar in volle eigendom werden behouden en de aandeelhouder een “kleine vennootschap” is in de zin van artikel 15, §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen), (ii) ofwel een afzonderlijke belastingheffing van 0,412% (indien de aandelen gedurende een ononderbroken periode van minstens één jaar in volle eigendom werden behouden en de aandeelhouder geen kleine vennootschap is), (iii) ofwel een afzonderlijke belastingheffing van 25,75% (indien de aandelen niet werden behouden in volle eigendom gedurende een periode van minstens één jaar). Daartoe is wel vereist dat de inkomsten die met betrekking tot die aandelen worden ontvangen, voldoen aan de zgn. “taxatievoorwaarde” van de DBI-aftrek (zie hierboven punt 5.8.2.4.). De belastingadministratie neemt het standpunt in dat het fiscaal gunstregime van de meerwaarden verwezenlijkt op aandelen slechts van toepassing is indien het geheel van de inkomsten van die aandelen als DBI in aftrek kunnen worden genomen (Com.IB 92, nr. 192/11). Zoals hierboven uiteengezet, komen niet alle dividenden uitgekeerd door de (Openbare) GVV in aanmerking voor de DBI-aftrek (zie hierboven punt 5.8.2.4.). Bijgevolg zijn de meerwaarden – op basis van voormeld standpunt – onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normaal toepasselijke tarief. De minderwaarden zijn niet fiscaal aftrekbaar. Merk op dat dit administratief standpunt wordt betwist en dat volgens een bepaalde strekking in de rechtsleer (daarin gevolgd door de rechtbank van eerste aanleg van Brussel) artikel 192 WIB 92 zou moeten kunnen worden toegepast, zelfs indien slechts een deel van de (eventuele) inkomsten op de aandelen in aanmerking komt voor de DBI-aftrek.
Belgische vennootschappen. Vanaf aanslagjaar 2019 verbonden aan boekjaren die aanvangen vanaf 1 januari 2018, kunnen vennootschappen ingevolge artikel 192 WIB92 m.b.t. meerwaarden verwezenlijkt op aandelen genieten van een fiscaal gunstregime, in de vorm van (i) ofwel een volledige vrijstelling van de gerealiseerde meerwaarde op aandelen (indien de Aandelen gedurende een ononderbroken periode van minstens één jaar in volle eigendom werden behouden en de Aandelen minstens 10% in het kapitaal van de Vennootschap vertegenwoordigen of een aanschaffingswaarde hebben van minstens 2.500.000 euro), (ii) ofwel een afzonderlijke belastingheffing van 25,50% (indien de Aandelen minstens 10% in het kapitaal van de Vennootschap vertegenwoordigen of een aanschaffingswaarde hebben van minstens 2.500.000 euro en de aandelen niet werden behouden in volle eigendom gedurende een periode van minstens één jaar). Daartoe is wel vereist dat de inkomsten die met betrekking tot die aandelen worden ontvangen, voldoen aan de zgn. “taxatievoorwaarde” van de DBI-aftrek (zie hierboven punt 5.8.2.3). Indien deze voorwaarde niet is vervuld, wordt de meerwaarde belast tegen het standaardtarief van 29,58% (vanaf aanslagjaar 2019 verbonden aan boekjaren die aanvangen vanaf 1 januari 2018). Indien deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, komt slechts een deel van de meerwaarde in aanmerking voor de meerwaardevrijstelling resp. de afzonderlijke belastingheffing. Minderwaarden op Aandelen geleden door Belgische vennootschappen zijn, in principe, fiscaal niet aftrekbaar.
Belgische vennootschappen. Belgische vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting moeten de dividenden opnemen in hun aangifte vennootschapsbelasting en worden in principe belast op het ontvangen bruto dividend (inclusief de roerende voorheffing), aan het toepasselijke tarief van de vennootschapsbelasting. Vanaf aanslagjaar 2019 (verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 1 januari 2018) is het basistarief van de vennootschapsbelasting 29,58% (incl. aanvullende crisisbijdrage van 2%). Vanaf aanslagjaar 2021 (verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt vanaf 1 januari 2020) zal het standaardtarief verlaagd worden naar 25% en wordt de aanvullende crisisbijdrage afgeschaft. De door de Doelvennootschap uitgekeerde dividenden komen in principe niet in aanmerking voor de “DBI-aftrek” omdat de Doelvennootschap als Openbare GVV van een afwijkend belastingregime geniet zodat niet voldaan is aan de zogenaamde taxatievoorwaarde (artikel 203, §1, 2°bis Wetboek van Inkomstenbelastingen). De door de Doelvennootschap uitgekeerde dividenden komen toch in aanmerking voor de DBI-aftrek, in de mate dat de dividenden uitgekeerd door de Doelvennootschap voortkomen uit verkregen inkomsten die (i) afkomstig zijn van onroerende goederen die zich bevinden in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, op voorwaarde dat deze overeenkomst of enig ander verdrag voorziet in een uitwisseling van inlichtingen die noodzakelijk is voor de toepassing van de wettelijke bepalingen van de contracterende staten; en
Belgische vennootschappen. (a) Overdracht van Warrants Indien de Warrants onder hun uitgifte- of toekenningsvoorwaarden niet overdraagbaar zijn, kunnen zij in principe niet worden aangeboden in het Bod. Indien Omega Pharma evenwel afstand zou doen van de niet- overdraagbaarheidsvoorwaarde opdat de Warranthouders hun Warrants zouden kunnen aanbieden in het Bod, kan dit voor de Warranthouders aanleiding geven tot een bijkomende belasting, zodat zij dan hun eigen fiscale raadgever moeten raadplegen. Indien de Warrants overdraagbaar zijn onder hun uitgifte- of toekenningsvoorwaarden, kunnen zij, in principe, opgenomen worden in het Bod. Zulk een opname zou evenwel aanleiding kunnen geven tot bijkomende belastbaarheid voor de Warranthouders, die dan hun eigen fiscale raadgevers moeten raadplegen. De Bieder is niet aansprakelijk voor enigerlei belasting die uitsluitend ten laste van de Warranthouders zal vallen.
Belgische vennootschappen. Meerwaarden gerealiseerd door Belgische vennootschappen bij de overdracht van Aandelen kunnen genieten van een vrijstelling van Belgische vennootschapsbelasting indien en in zoverre er cumulatief voldaan is aan volgende voorwaarden:
Belgische vennootschappen. Belgische vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting zijn belastbaar op meerwaarden die zij realiseren op de verkoop van Aandelen tegen het normaal toepasselijke tarief in de vennootschapsbelasting (het basistarief van de vennootschapsbelasting is 33,99%) aangezien de inkomsten van deze Aandelen niet voldoen aan de taxatievoorwaarde (zie hierboven punt 5.8.2.4). De minderwaarden zijn niet fiscaal aftrekbaar.

Related to Belgische vennootschappen

  • Aansprakelijkheidsverhogende bedingen Niet gedekt zijn aanspraken voortvloeiende uit een boete-, schadevergoedings-, garantie-, vrijwarings-, of ander beding van soortgelijke strekking, tenzij -en dan voor zover- verzekerde ook zonder een dergelijk beding aansprakelijk zou zijn geweest.

  • Aansprakelijkheidsverzekering ARAG is niet verplicht rechtsbijstand te verlenen, indien de verzekerde voor het verkrijgen van rechtsbijstand in het aangemelde geschil een beroep kan doen op een aansprakelijkheidsverzekeraar.

  • Aansprakelijkheid en verzekeringen Door Sportstuif wordt geen aansprakelijkheid aanvaard door ouders en derden geleden schade, behoudens voor zover de door Sportstuif afgesloten aansprakelijkheidsverzekering in voorkomend geval aanspraak op een uitkering geeft. Deze aansprakelijkheid is alsdan beperkt tot het bedrag van de door de verzekeraar gedane uitkering. Sportstuif heeft een ongevallenverzekering afgesloten. De ouders vrijwaren Sportstuif voor alle kosten en schade die Sportstuif mocht lijden doordat derden een vordering jegens haar instellen vanwege een feit waarvoor aansprakelijkheid jegens de ouders is uitgesloten. De ouders zijn verplicht om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten m.b.t. door het kind veroorzaakte schade aan Sportstuif en/of haar (ingeleende) medewerkers of aan derden. Op verzoek van Sportstuif zijn de ouders verplicht een bewijs van verzekering te overleggen. Voor schade vanwege het zoekraken of beschadigingen van eigendommen van kinderen is Sportstuif onder geen beding aansprakelijk.

  • Toepasselijkheid van de voorwaarden 1.1 Deze algemene voorwaarden gelden voor iedere offerte van de vertaler/vertaalster en iedere overeenkomst tussen de vertaler/vertaalster aangesloten bij het NGTV (verder te noemen “de vertaler”) en een opdrachtgever.

  • Aansprakelijkheid van de Opdrachtnemer 38.1. Ingeval van tekortkomingen in het ontwerp, is de Opdrachtnemer hiervoor aansprakelijk voor zover deze tekortkomingen hem kunnen worden toegerekend.

  • Aansprakelijkheid van de opdrachtgever 37.1. De Opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door of namens hem verstrekte gegevens. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor een gedegen inspectie van de bouwplaats waaronder de toestand van de bestaande gebouwen, werken en terreinen voorafgaand aan het tot stand komen van de Overeenkomst.

  • Toepasselijkheid van deze voorwaarden 1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij opdrachtnemer diensten aanbiedt of levert. Afwijkingen van deze voorwaarden zijn slechts geldig indien deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen;

  • Aansprakelijkheid en verzekering 14.1. De Contractant vrijwaart de Gemeente tegen eventuele aanspraken van derden terzake van schade door deze derden geleden ten gevolge van de uitvoering door de Contractant van de Overeenkomst en het gebruik of toepassing van de geleverde Goederen of Diensten van de Contractant.

  • Hoofdelijke aansprakelijkheid klant Als Xxxxx een overeenkomst aangaat met meerdere klanten, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige bedragen die zij op grond van die overeenkomst aan Xxxxx verschuldigd zijn.

  • Aansprakelijkheid voor schade De werknemer is - zoals ook in het Burgerlijk Wetboek is bepaald - aansprakelijk voor alle schade, waardevermindering, zoekraken of verlies door zijn opzet, schuld of nalatigheid veroorzaakt aan - respectievelijk met betrekking tot - een zaak of zaken, die het eigendom van de werkgever zijn of door derden aan de werkgever zijn toevertrouwd. In dergelijke gevallen kan de werkgever een schadevergoeding eisen, die door hem voor ieder geval naar billijkheid wordt vastgesteld en op het loon kan worden ingehouden. De werkgever kan echter, indien hij daaraan in een bepaald geval de voorkeur mocht geven, in plaats van tot het eisen van een schadevergoeding overgaan tot het treffen van een boete krachtens artikel 16 van dit reglement.