Beperking van het recht op wezenpensioen. Als het Kind schuldig of medeplichtig is aan de levensberoving van de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde dan wordt een wezenpensioen toegekend dat is gebaseerd op de tot op dat moment opgebouwde waarde berekend naar de dag voorafgaande aan het overlijden.
Beperking van het recht op wezenpensioen. Als het Kind schuldig of medeplichtig is aan de levensberoving van de (Gewezen) Deelnemer dan bestaat het wezenpensioen uit het tot de dag voorafgaand aan het overlijden verworven wezenpensioen. Als dit zich voordoet na pensioeningang blijft het wezenpensioen in stand. Als gebruik wordt gemaakt van herschikking (artikel 23 en verder) heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van het wezenpensioen.
Beperking van het recht op wezenpensioen. Als het Kind schuldig of medeplichtig is aan de levensberoving van de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde dan bestaat er geen recht op wezenpensioen Bij de vaststelling van het wezenpensioen wordt er met de navolgende aspecten rekening gehouden: