Bijboot Voorbeeldclausules

Bijboot. Indien het verzekerde vaartuig een motorboot is, geldt als bijboot: maximaal één vaartuig dat zodanig verbonden is met het verzekerde vaartuig dat het, wanneer het niet in gebruik is, wordt meegevoerd via de davits of via een speciaal daarvoor geconstrueerde bergruimte, waarin reeds bij de bouw van het vaar- tuig is voorzien. Voorts moet ten aanzien van de bijboot zijn voldaan aan de volgende eigenschappen: – een bereikbare snelheid van maximaal 20 km/uur; – een lengte die niet meer is dan de maximale breedte van het vaartuig. Indien het vaartuig een zeilboot is geldt als bijboot: maximaal één rubberboot die in vaarklare toestand, maar niet in gebruik, deugdelijk vastgemaakt op het dek van het vaartuig wordt meegevoerd. In niet vaarklare toestand is de bijboot alleen mee- verzekerd gedurende de tijd dat deze is opgeborgen in/op het vaartuig.
Bijboot. 1. Meeverzekerd is één bijboot tot 10% van de verzekerde som van het hoofdvaartuig met een maximum van € 5.000,00. 2. De bijboot maakt onderdeel uit van de verzekerde som van het hoofdvaartuig. 3. De bijboot is verzekerd op basis van dagwaarde. 4. De bijboot is conform artikel 4.1 en 4.2 verzekerd binnen het verzekeringsgebied, in een straal van 25 kilometer vanaf het hoofdvaartuig. 5. Per schadevoorval geldt een eigen risico van € 250,00.
Bijboot. Een bij het vaartuig horend schip dat aan de volgende eisen vol- doet: - Het is een open schip, eventueel uitgerust met één buiten- boordmotor. - Het is niet langer dan de maximale breedte van het hoofd- vaartuig. - Het kan maximaal een snelheid bereiken van 30 kilometer per uur.
Bijboot. Een eventueel aanwezige ‘bijboot’ is niet meeverzekerd.
Bijboot. Dit geldt aanvullend op artikel 7.1. voor de bijboot.
Bijboot. Onder een bijboot wordt verstaan: - een op of achter het vaartuig meegenomen volgboot; - heeft een maximale snelheid van 20 kilometer per uur en; - heeft een lengte die niet meer is dan de maximale breedte van het hoofdvaartuig.
Bijboot. De boot die volgens het Binnenvaartbesluit permanent aan boord van het vaartuig aanwezig moet zijn.
Bijboot. Een bij het vaartuig horend schip dat aan de volgende criteria vol- doet: - het is een open schip, eventueel uitgerust met één buiten- boordmotor; - het is volgens de geldende wet- en regelgeving goedgekeurd voor gebruik aan boord van een hoofdvaartuig; - het kan maximaal een snelheid bereiken van 70 kilometer per uur.

Related to Bijboot

  • Uitdrijving Indien de eigenaar of één van hen het goed zelf bewoont of gebruikt, moet hij het ontruimen en ter beschikking stellen van de koper binnen de termijn vastgesteld in de verkoopsvoorwaarden en, indien deze termijn niet zou vastgesteld zijn, vanaf de dag van de ingenottreding door de koper. Voldoet de eigenaar niet aan deze verplichting, dan zal hij daartoe worden aangemaand en zo nodig worden uitgedreven, evenals degenen die het goed met hem bewonen of gebruiken, met al hun goederen, door een gerechtsdeurwaarder aangezocht door de koper (na betaling van de prijs in hoofdsom, interesten, kosten en andere bijkomende lasten), op vertoon van een grosse van de toewijzingsakte, dit alles zo nodig met behulp van de openbare macht.

  • Deeltijdwerk 1. Ter verhoging van de arbeidsparticipatie zal ernaar worden gestreefd om het aantal werknemers in de onderneming uit deeltijdwerkers te bevorderen. Van deeltijdwerk is sprake als in de arbeidsovereenkomst minder dan de normale wekelijkse arbeidsduur is overeengekomen. Het streven is erop gericht een arbeidscontract aan te gaan voor minimaal acht uur per week, doch in ieder geval minimaal 28 uur per maand. 2. Deeltijdverzoeken worden positief benaderd en waar mogelijk gehonoreerd. Op voorhand worden geen functies uitgesloten van deeltijdarbeid. Bij vacant komende functies, dan wel nieuwe functies, wordt stelselmatig beoordeeld of vervulling in deeltijd mogelijk is. Invoering van deeltijd mag in beginsel op zichzelf niet leiden tot vermindering van de formatie. 3. Er is gelijke behandeling tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers. De bepalingen betreffende toekenning van overwerkvergoeding zijn op werknemers met een deeltijddienstverband slechts van toepassing, voor zover het overwerk wordt verricht buiten de normaal voor het bedrijf geldende arbeidsduur. Indien binnen de normale dagelijkse arbeidsduur door een deeltijdwerknemer langer wordt gewerkt dan de overeengekomen arbeidsduur dan dient het uursalaris te worden verhoogd met de andere vaste inkomenselementen zoals de vakantietoeslag en de opbouw van vakantierechten. 4. In beginsel wordt een verzoek van een werknemer om zijn of haar arbeidsduur aan te passen gehonoreerd, tenzij dit op grond van bedrijfsbelang niet van de werkgever kan worden gevergd. De besluitvorming vindt als regel binnen een maand plaats. Indien werknemers met een arbeidsovereenkomst minder dan de normale arbeidsduur regelmatig de voor hen geldende arbeidsduur overschrijden, kan, in onderling overleg, het arbeidscontract worden aangepast. Werknemers met een deeltijdovereenkomst kunnen desgewenst en met instemming van hun werkgever bij vacatures met voorrang hun arbeidsuren uitbreiden. 5. Onder arbeid in deeltijd wordt niet verstaan arbeid verricht door op- en afroepkrachten.

  • Bijdrage 1. De werkgever is verplicht – afhankelijk van het loonbetalingstijdsvak – maandelijks dan wel vierwekelijks een door de Stichting PAWW vastgestelde bijdrage in te houden op het loon van de werknemers en af te dragen aan de Stichting PAWW. Ten aanzien van de afdracht aan de Stichting PAWW kan de Stichting PAWW afwijken van de termijn van een maand of vier weken, indien zij dit gezien de specifieke omstandigheden aan de orde acht. 2. De bijdrage bedraagt maximaal 0,75% van het loon. Het percentage van de bijdrage wordt jaarlijks vóór 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin deze bijdrage zal gelden vastgesteld door de Stichting PAWW. De Stichting PAWW informeert de betreffende werkgevers schriftelijk of elektronisch vóór 1 november van het lopende kalenderjaar over het besluit ten aanzien van het in het daaropvolgende jaar vastgestelde percentage. De werkgever meldt dit percentage vóór 1 december van het lopende kalenderjaar schriftelijk of elektronisch aan zijn werknemers. Bij die mededeling wordt het besluit van de Stichting PAWW gevoegd. Nieuwe werknemers ontvangen deze informatie – schriftelijk of elektronisch – uiterlijk op de dag van indiensttreding. De Stichting PAWW vermeldt het percentage van de bijdrage tevens op de website van de Stichting PAWW, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor dit percentage zal gelden. 3. De bijdrage komt volledig voor rekening van de werknemer. De verplichting van de werknemer om bij te dragen geldt alleen wanneer daaraan een algemeen verbindend verklaarde cao Private Aanvulling WW en WGA ten grondslag ligt. 4. Er wordt geen bijdrage ingehouden op het loon van de werknemer met ingang van de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, zijnde de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • TOEPASSINGSMODALITEITEN 1° Kosten voor uw oproep tot bijstand Wij nemen de kosten ten laste voor telefoon, telegram, telefax, e-mail die u in het buitenland heeft gemaakt om ons te bereiken (eerste oproep en deze waarom wij u uitdrukkelijk vragen), op voorwaarde dat uw eerste oproep gevolgd wordt door een bijstandsverlening zoals door het contract gewaarborgd.

  • Afwijking Individuele afwijkingen, met inbegrip van aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de consument worden vastgelegd.

  • Vrijwillige aansluiting Ondernemingen, verwant met de verblijfsrecreatie, zoals bedoeld in artikel 1 lid 30, en niet vallend onder een andere cao, kunnen desgevraagd in aanmerking komen voor vrijwillige aansluiting bij het geheel van regelingen en fondsen voortvloeiend uit de cao. De bedrijven die vrijwillig zijn aangesloten, verplichten zich de cao’s integraal toe te passen op alle bij hun in dienst zijnde werknemers, mits het bestuur van het Pensioenfonds Recreatie met de vrijwillige aansluiting heeft ingestemd (de voorwaarden staan vermeld in het Reglement van het Pensioenfonds) Recreatie.

  • Rijbevoegdheid Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig: a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten. Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Bijzonderheden Je krijgt de juridische hulp van een juridisch specialist. Dit is een deskundige medewerker die in dienst is van DAS. Deze medewerker overlegt met je over de manier waarop jouw conflict wordt behandeld. Ook informeert hij jou of dat wat je wenst ook haalbaar is. • Als DAS dit nodig vindt, kunnen zij een deskundige inschakelen die niet bij DAS in dienst is, bijvoorbeeld een rechtshulp- verlener of een schade-expert. Deze externe deskundige kan dan (een deel van) de juridische hulp verlenen. Alleen DAS mag deze deskundige namens jou inschakelen. Dat mag je dus niet zelf doen. • Als het nodig is om namens jou een gerechtelijke of administratieve procedure te voeren, mag je zelf een rechtshulp- verlener kiezen. In veel gevallen kan de juridisch specialist in dienst van DAS die procedure voor jou voeren, maar als je dat wilt, mag je ook een rechtshulpverlener kiezen die niet bij DAS in dienst is. Bijvoorbeeld een advocaat. Dit noemen we een externe rechtshulpverlener. • Ook als de partij waarmee je een conflict hebt rechtsbijstand krijgt van DAS, mag je zelf een rechtshulpverlener kiezen. • Een door jou gekozen externe rechtshulpverlener moet wel gevestigd zijn in het land waarin de zaak dient. • DAS rechtsbijstand behandelt alleen geschillen die gaan over een belang van meer dan € 125,-. • DAS is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door het werk van externe deskundigen. Bij schade • Je krijgt rechtsbijstand in natura. Dat betekent dat je hulp krijgt in de vorm van rechtsbijstand door de deskundigen van DAS. Juridische ondersteuning nodig? Neem zo snel mogelijk contact op met DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekerings- maatschappij N.V. Telefoonnummer: (000) 000 00 00. Adres: Xx Xxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx. • Als je een klacht hebt over juridische bijstand kun je deze indienen bij DAS (Postbus 23000, 1100 DM Amsterdam). • Als je het met DAS niet eens blijft over de aanpak of haalbaarheid van de zaak zal DAS op haar kosten hierover een oordeel vragen van een advocaat, die je zelf mag aanwijzen. - Deze advocaat of een kantoorgenoot mag in de (verdere) behandeling van de zaak niet meer worden ingeschakeld. - Het oordeel van deze advocaat is voor DAS bindend. DAS handelt verder volgens het advies. - Als je in het ongelijk bent gesteld, mag je ook zelf verder gaan. Win je de zaak dan alsnog? Dan betaalt DAS na afloop tot maximaal het verzekerde bedrag. • Voor een uitgebreider overzicht kun je artikel ‘Wat verwachten wij van je?’ lezen.