BRAND EN GELIJKGESTELDE GEVAREN. Verzekerde gevaren
BRAND EN GELIJKGESTELDE GEVAREN. Artikel 2 -
BRAND EN GELIJKGESTELDE GEVAREN a) de brand, d.w.z. de vernietiging van goederen door vlammen die zich ontwikkelen buiten een normale haard en waarbij een ontvlamming ontstaat die zich tot andere goederen kan verspreiden ;
b) de ontploffing, d.w.z. de plotselinge en hevige uitwerking van krachten te wijten aan de uitzetting xxx xxxxxx of dampen ;
c) de ontploffing van springstoffen waarvan de aanwezigheid binnen het verzekerde gebouw niet vereist is voor de beroepsactiviteit die er wordt uitgeoefend ;
d) de implosie, d.w.z. een plotselinge en hevige uitwerking van een kracht te wijten aan het bin- nendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen of recipiënten ;
e) de rechtstreekse blikseminslag, materieel op het gebouw of de inhoud vastgesteld, evenals de aanstoting ervan door voorwerpen die door de bliksem weggeslingerd of omvergeworpen worden ;
f) de plotse en abnormale uitstoot van rook of roet in het gebouw.
a) veroorzaakt door werken aan elektrische installaties uitgevoerd zonder de elementaire normen van voorzichtigheid en veiligheid in acht te nemen ;
b) aan de inhoud van droogkasten, ovens, rokerijen, branders en broedmachines indien het schadegeval zijn oorsprong vindt binnen deze installaties.
BRAND EN GELIJKGESTELDE GEVAREN. Wij dekken de schade als gevolg van een botsing niet wanneer ze veroorzaakt wordt tijdens een verhuizing. Onze tegemoetkoming in geval van een gedekt schadegeval en voortvloeiend uit schade aan onroerende goederen, vandalisme of daden van kwaadwilligheid aan het gebouw is beperkt tot 10.950 EUR per schadegeval, zonder toepassing van de evenredigheidsregel.
BRAND EN GELIJKGESTELDE GEVAREN a) de brand, d.w.z. de vernietiging van goederen door vlammen die zich ontwikkelen buiten een normale haard en waarbij een ontvlamming ontstaat die zich tot andere goederen kan verspreiden;
b) de ontploffing, d.w.z. de plotselinge en hevige uitwerking van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen;
c) de ontploffing van springstoffen waarvan de aanwezigheid binnen het verzekerde
d) de implosie, d.w.z. een plotselinge en hevige uitwerking van een kracht te wijten aan het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen of recipiënten;
e) de rechtstreekse blikseminslag, materieel op het gebouw of de inhoud vastgesteld, evenals de aanstoting ervan door voorwerpen die door de bliksem weggeslingerd of omvergeworpen worden;
f) de rook of roet plots uitgestoten door een verwarmings- of keukentoestel dat aan een regelmatig onderhouden schoorsteen van het woonhuis is aangesloten, ten gevolge van een gebrekkige werking van dit toestel.