Burgerparticipatie Voorbeeldclausules

Burgerparticipatie. Participatie bij beleid wordt steeds belangrijker gevonden in bestuurlijk en politiek Nederland. Om die reden is bij de wijziging van de Wgr ook bepaald dat voorzien moet worden in afspraken omtrent de wijze waarop ingezetenen én belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. De Wgr loopt daarmee feitelijk vooruit op de aanstaande wijzigingen van de Gemeentewet.52
Burgerparticipatie. Ten aanzien van de mogelijkheid van burgerparticipatie merken wij op dat de categorie beleidsarme regelingen juist wordt gekenmerkt door het feit dat zij geen beleid vaststellen. Dat doen de deelnemers zelf. Om die reden achten wij het ook passend om de mogelijkheid van participatie bij de betrokken deelnemers te laten. Participatie is en blijft daarmee mogelijk via de reguliere procedures bij de deelnemers. Het tekstvoorstel luidt in dat kader als volgt: Bij het voorgaande merken wij op dat dit een algemene bepaling is en dat deze niet afdoet aan het gegeven dat de gemeenschappelijke regeling Omnibuzz al werkt met cliëntenraden, waarmee ook al participatie wordt geborgd. Voor Omnibuzz wordt daarom een afwijkend participatievoorstel voorgesteld. Tijdens het overleg met de gemeentesecretarissen is verzocht om in de gemeenschappelijke regelingen een bepaling op te nemen die ertoe strekt dat het algemeen bestuur zelfstandig kan besluiten tot het inrichten van een inspraakprocedure. Deze aanvulling wordt overgenomen. Na afloop van de zienswijzeprocedure zal daarom na de bovengenoemde tekst de volgende tekst worden ingevoegd:
Burgerparticipatie. De mogelijkheid van burgerparticipatie wordt in de nu voorliggende voorstellen belegd bij de reguliere procedures van de colleges en raden zelf. Om te waarborgen dat de inhoud van een inspraakreactie ook daadwerkelijk bij de gemeenschappelijke regeling landt, bevelen wij aan om de werkafspraak te maken dat – indien er gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van inspraak – de raden en/of colleges dan wel verplicht zijn om het bestuur van de gemeenschappelijke regeling onverwijld op de hoogte te stellen van de uitkomsten van de inspraakprocedures. Wij merken op deze plek op dat wij het niet passend achten om deze werkafspraak in de tekst van de gemeenschappelijke regelingen zelf vast te leggen, omdat een gemeenschappelijke regeling strikt genomen geen verplichtingen voor de raden en colleges kan vastleggen.
Burgerparticipatie. De Uitgevende Instelling geeft de Obligatielening uit om Omwonenden de mogelijkheid te geven te participeren in de exploitatie van het Windpark. Als onderdeel hiervan biedt de Uitgevende Instelling Omwonenden speciale voordelen om te investeren in het Windpark. Wie kwalificeert als Omwonende en de voordelen voor Omwonenden zijn omschreven in paragraaf 3.3 (Speciale voordelen voor Omwonenden).
Burgerparticipatie. Waar in het verleden de gemeente haar inwoners vaak te hulp schoot als er iets geregeld moest worden, zie je nu een duidelijke kanteling waarbij aan burgers gevraagd wordt wat zij kunnen betekenen voor hun omgeving. Burgerparticipatie is daarom niet zomaar in de portefeuille van Xxx Xxxxxxx opgenomen. Als politieman heeft hij geleerd om rechtstreeks te communiceren met burgers en daar maakt hij als wethouder volop gebruik van. Door regelmatig bij mensen op bezoek te gaan en onder het genot van een kop koffie de problemen te bespreken blijkt dat de gemeente in staat is om eigen burgers te motiveren ook zelf de handen uit de mouwen te steken. Jan: “We krijgen op die manier veel geregeld, ook van agrariërs waarvan gezegd wordt dat het vaak moeilijk zaken doen is met hen. Een ander voorbeeld is de aanleg van een zogenaamde “bokbierroute” door een aantal inwoners van Schinnen zelf uitgezet. Deze loopt uiteraard langs diverse etablissementen in de gemeente”. In 2014 vinden er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen plaats. Het is duidelijk dat Xxx Xxxxxxx zijn enthousiast gestarte werk in een tweede periode graag wil voortzetten. Hij heeft het geluk dat zijn werkgever, de politie, positief staat ten opzichte van zijn wethouderschap in Schinnen. Er zijn in de omgeving van deze gemeente nog volop verbeteringen te realiseren. Denk daarbij onder andere maar eens aan herstel van de vele graften in dit mooie landschap. Ook de uitvoering van de werkzaamheden op de Beukenberg, die in zijn totaliteit op zo’n € 125.000 geraamd worden, wil hij graag onder zijn verantwoordelijkheid kunnen opleveren. Toekomstig beheer gesloten stortplaatsen in het gebied Xxxxxxxx Xxxx - Xxxxxxx Binnen de gemeente Roermond is wethouder Xxxxxx XXxx primair betrokken bij de gebiedsontwikkeling van Roermond Oost - Asenray. Ambtelijk is Xxxx Xxxxxxx binnen de gemeente de eerst verantwoordelijke voor de inbreng van de gemeente in dit project. Daarnaast heeft de gemeente het gebiedsbureau Ons WCL ingeschakeld. Xxxx Xxxx is degene die namens dat bureau o.a. zorgdraagt voor de afstemming met de Dienst Landelijk Gebied. Xxxx Xxxxxxx Voor de uitvoering van dit project treedt de Dienst Landelijk Gebied als coördinator op en zijn, naast de gemeente Roermond en Ons WCL, ook Staatsbosbeheer, Waterschap Roer en Overmaas, de LLTB, de Milieufederatie, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen betrokken. Voor het toekomstig beheer van de stort- locaties in dit plangebied is een separaat overleg gestart waaraan oo...
Burgerparticipatie. De gemeente Tilburg beschreef de organisatori- sche processen vanwege de gewenste risicobe- heersing en de noodzakelijke procesaudits. Bons: ‘De focus is verschoven van kwantitatief onder- houd naar kwalitatief onderhoud. Dat zorgt voor extra werk. Ons team van contractspecialisten werkt er intensief aan om het contractmanage- ment naar een hoger niveau te tillen. Het struc- tureel uitvoeren van (systeem)audits en sturen op risico’s zijn daar onderdelen van. We zijn ons er terdege van bewust dat we het onderhoud uiteindelijk doen voor de leefomgeving van de burgers. Als pilot in dit aanbestede stadsdeel in Tilburg draaien de burgers dan ook zelf aan de knoppen, op basis van een budget. Om dat te realiseren, mochten ze aan de hand van beschikbaar gesteld beeldmateriaal zelf hun keuzes maken. Op hoofdlijnen kunnen burgers kiezen waaraan ze het gealloceerde bedrag voor onderhoud willen besteden. Ze konden bij wijze van spreken kiezen of dat naar keurig onder- houd van de boomspiegels ging of naar minder onkruid op de verharding. Dit paste goed in onze overeenkomst met Xxxxxxxx en we gaan door met deze aanpak in 2021. Uiteindelijk wil- len we komen tot een advies voor ons manage- mentteam over het uitrollen van deze aanpak in de andere vier stadsdelen. Er is overigens één voorwaarde: deze aanpak mag nooit tot kapi- taalvernietiging leiden.’ Xxxxxx Xxxxxxx, directeur van Brouwers Groenaannemers, vertelt desgevraagd over de burgerparticipatie in De Reeshof: ‘Hiervoor heb- ben we een omgevingsmanager aangesteld. Deze tuigt dat hele participatietraject op en meet bijvoorbeeld de burgertevredenheid. De tevredenheid over de leefomgeving maakt hij zichtbaar met behulp van een dashboard. We willen de uitvoering continu verbeteren en han- teren daarbij de PDCA-verbeteringscyclus (plan- do-check-act). Onze omgevingsmanager speelt een belangrijke rol in het signaleren van verbe- teringen en hij fluistert dat de projectmanager in. Beiden hebben een aparte rol en ook verschil- lende vaardigheden op dit gebied. De eerste is erin getraind om de behoeften van burgers te peilen en heeft hiervoor de noodzakelijke empa- thische vaardigheden. Ten slotte beschrijven we per deelopdracht in het participatieplan de optimale prestatie, die voortkomt uit de PDCA- cyclus.’ De aanpak van burgerparticipatie bij het integraal onderhoud in de Tilburgse wijk De Reeshof heeft nog geen lange geschiedenis. Ook ‘Hard op de inhoud, zacht op de relatie’ ‘Als onderneming hebben we een enorme ontwik...
Burgerparticipatie. De gemeenteraad, het bestuur en de organisatie vragen om een visie op burgerparticipatie en vooral om een concrete aanpak. De gemeente Veere wil zo vaak als mogelijk en zo vaak als wenselijk inwoners en ondernemers de gelegenheid geven hun invloed uit te oefenen op de invulling van beleid. Het college en de ambtelijke organisatie bereiden voor, de gemeenteraad laat zich informeren, vormt een opinie en beslist en de burger wordt geïnformeerd en kan in bepaalde mate – afhankelijk van de beslissing daarover van de raad – onderdeel uitmaken van het besluitvormingsproces. Er is al ervaring met het betrekken van burgers bij het beleid. Het rapport van de Rekenkamercommissie geeft duidelijk aan dat wij in dit opzicht verder kunnen professionaliseren. De rekenkamercommissie komt tot de volgende aanbevelingen: 1. formuleer een afwegingskader in het communicatiebeleid waarmee de raad, het college en de ambtelijke organisatie in ieder dossier een communicatiestrategie op maat kunnen bepalen; 2. voorzie het communicatiebeleid van SMART- doelstellingen die als leidraad fungeren voor het gezamenlijke handelen van raad, college en ambtenaren; 3. investeer in verankering van het afwegingskader; 4. besteed aandacht aan de rol- en taakverdeling, invloed en verantwoordelijkheden en spelregels;
Burgerparticipatie. Wanneer het type project het toelaat, zal burgerparticipatie worden georganiseerd door middel van het opzetten van processen - die de inbreng van de burgers bij de vaststelling van de doelstellingen van het project mogelijk maken - die burgerinitiatieven in het kader van de projecten valoriseren en aanmoedigen. Het ontbreken van een participatief proces moet worden gerechtvaardigd door het specifieke karakter van het project.
Burgerparticipatie 

Related to Burgerparticipatie

  • Participatiewet De Participatiewet heeft tot doel mensen met een arbeidsbeperking kansen te bieden op regulier werk. Hogescholen voelen zich als werkgevers met een publieke taak maatschappelijk verantwoordelijk voor een zo inclusief mogelijke arbeidsorganisatie. Vakorganisaties en werkgevers nemen deze gezamenlijke verantwoordelijkheid serieus en zullen in de cao-hbo bepalingen opnemen die de doelstellingen van de Participatiewet bevorderen. Zij spreken af dat mensen met een arbeidsbeperking minimaal zullen worden beloond conform schaal 1 van de cao-hbo.2 In lokaal overleg kan hiervan worden afgeweken om maatwerk voor de werknemer mogelijk te maken. Sociale partners bevelen aan dat iedere hogeschool er zorg voor draagt een actueel sociaal statuut voor handen te hebben. Sociale partners blijven inzetten op voortzetting van de dialoog op hogescholen. Professionele ruimte vormt een onmisbare schakel in de ontwikkeling van een professionele cultuur en volwaardigheid in arbeidsrelaties. Xxxxxx zet zich in voor een inclusieve en goed functionerende arbeidsmarkt in het hbo. Met het fonds stimuleren cao-partijen de sector bij het invullen van goed werknemer- en werkgeverschap. Daarbij streven zij naar een gezond en veilig werk- en leerklimaat voor werknemers. Het fonds signaleert trends en ontsluit kennis en nieuwe inzichten voor de sector en faciliteert samenwerking tussen hogescholen. Het fonds stimuleert vernieuwingen in het arbeidsmarktbeleid, het professionaliseringsbeleid en het gezondheidsbeleid van de sector.

  • Verjaringstermijn 1. In afwijking van de wettelijke verjaringstermijnen, bedraagt de verjaringstermijn van alle vorderingen en verweren jegens Gebruiker en de door Xxxxxxxxx bij de uitvoering van een overeenkomst betrokken derden, één jaar. 2. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op rechtsvorderingen en verweren die zijn gegrond op feiten die de stelling zouden rechtvaardigen dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst zou beantwoorden. Dergelijke vorderingen en verweren verjaren door verloop van twee jaar nadat de Wederpartij Gebruiker van zodanige non-conformiteit in kennis heeft gesteld.

  • Administratieve bepalingen Stedenbouwkundige voorschriften

  • Terbeschikkingstelling 3.5.1.1 Indien in het kader van het Riskmanagement door Opdrachtnemer Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld voor de duur van een project, is Opdrachtgever gehouden om, zodra hem bekend is op welke datum het project eindigt, Opdrachtnemer onmiddellijk, doch in ieder geval een maand voor het einde van het project, daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. 3.5.1.2 Opdrachtgever staat er voor in dat de arbeidsduur en werktijden van het aan Opdrachtgever ter beschikking gestelde Personeel voldoen aan VPB-CAO en aan de wettelijke voorschriften. Aanvang en duur van de vakantie wordt vastgesteld in onderling overleg tussen Opdrachtgever, Opdrachtnemer en het ter beschikking gestelde Personeel. 3.5.1.3 Opdrachtgever is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van Personeel verschuldigd over de volledig overeengekomen arbeidsomvang, vermeerderd met een vergoeding voor eventueel meer gewerkte uren en door het Personeel gemaakte onkosten, tenzij het Personeel niet werkzaam is geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, verlof of een andere reden die in de risicosfeer ligt van Opdrachtnemer. Indien buiten de gebruikelijke werktijden werkzaamheden worden verricht gelden de met Opdrachtgever overeengekomen toeslagen. 3.5.1.4 Opdrachtnemer factureert aan de hand van de door Opdrachtgever voor akkoord getekende urenverantwoording van het Personeel. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste invulling van gewerkte uren en overuren en van door het Personeel gemaakte onkosten. 3.5.1.5 Indien Opdrachtgever weigert de urenverantwoording voor akkoord te tekenen heeft Opdrachtnemer het recht het aantal door het Personeel gewerkte uren zelf vast te stellen overeenkomstig de opgave van de werknemer dan wel, bij gebreke van een dergelijke opgave, vast te stellen op de overeengekomen arbeidsomvang.

  • Administratiekosten Indien wij u niet tijdig een vaststaande, opeisbare en onbetwistbare geldsom betalen, en voor zover u ons via aangetekende brief een ingebrekestelling hebt gestuurd, betalen wij u uw algemene administratieve kosten terug die forfaitair zijn berekend op basis van twee en een halve keer het officiële tarief van de aangetekende verzending van bpost. Voor elke aangetekende brief die wij u toezenden wanneer u zou nalaten ons een geldsom te betalen met voormelde kenmerken, betaalt u ons dezelfde vergoeding, bijvoorbeeld bij wanbetaling van de premie.

  • Uitzonderlijke omstandigheden Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor vertragingen, nalatigheden of belemmeringen in de bijstandsverlening indien ze ons niet toegeschreven kunnen worden of wanneer ze het gevolg zijn van een geval van overmacht.

  • Deeltijd Als je in deeltijd werkt, dan krijg je de rechten en vergoedingen op grond van deze cao naar evenredigheid van je arbeidsduur. Dit geldt niet als een berekening naar evenredigheid niet mogelijk is, of wanneer dit expliciet in de cao is benoemd.

  • (BEROEPS)REGELGEVING 1. Opdrachtgever verleent volledige medewerking aan de verplichtingen die voor Opdrachtnemer voortvloeien uit de toepasselijke (Beroeps)regelgeving. 2. Opdrachtnemer treft passende maatregelen om de van Opdrachtgever afkomstige persoonsgegevens en andere vertrouwelijke informatie te beschermen. Opdrachtnemer zal Xxxxxxxxxxx en in te schakelen derden inlichten over het vertrouwelijke karakter van de informatie. Verwerking van persoonsgegevens door Opdrachtnemer vindt plaats conform de toepasselijke (inter)nationale wet- en (Beroeps)regelgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. 3. Opdrachtgever is ermee bekend dat Opdrachtnemer in sommige gevallen op basis van (inter)nationale wet- of (Beroeps)regelgeving verplicht wordt tot openbaarmaking van vertrouwelijke informatie van Opdrachtgever. Voor zover nodig, geeft Opdrachtgever hierbij haar toestemming en medewerking aan dergelijke openbaarmaking, waaronder (maar niet uitsluitend) in de gevallen dat Opdrachtnemer: a. in wet- en (Beroeps)regelgeving omschreven en tijdens de uitvoering van zijn Werkzaamheden bekend geworden, verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties dient te melden aan de daarvoor van overheidswege ingestelde autoriteiten; b. in bepaalde situaties een fraudemelding moet doen; c. verplicht is om een onderzoek te doen naar de (identiteit van) Opdrachtgever dan wel diens cliënt. 4. Opdrachtnemer sluit iedere aansprakelijkheid uit voor schade die ontstaat bij Opdrachtgever ten gevolge van het voldoen door Opdrachtnemer aan de voor hem geldende wet- en (Beroeps)regelgeving. 5. Partijen zullen hun verplichtingen op grond van dit artikel opleggen aan door hen in te schakelen derden.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Aanvullende begripsomschrijvingen In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder: