De plaatsbeschrijving Voorbeeldclausules

De plaatsbeschrijving. Wat is een plaatsbeschrijving? Wat zijn de vormvereisten? Hoeveel kost dat?
De plaatsbeschrijving. Start van de huur- overeenkomst? Wat is een plaatsbeschrijving? Wat zijn de vormvereisten? Hoeveel kost dat?
De plaatsbeschrijving. De huurder en verhuurder zijn verplicht om op tegen- spraak en voor gezamelijke rekening een gedetailleerde plaatsbeschrijving op te stellen. Deze plaatsbeschrijving dient te worden opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning en zij dient bij het huurcontract te worden gevoegd. a. Door wie wordt de plaatsbeschrijving opge- maakt? De huurder en de verhuurder kunnen zelf een plaatsbe- schrijving opmaken. Ze mogen ook beslissen beroep te doen op een deskun- dige (landmeter-expert in onroerende goederen, archi- tect ...). In dit geval wordt het ereloon van de des- kundige door beide partijen voor de helft gedragen. Ten slotte is het ook mogelijk dat elk van de par- tijen vergezeld wordt door een deskundige naar keuze, die ze dan zelf betaalt. Maar in alle gevallen, opdat een plaatsbeschrijving gel- dig zou zijn, moet deze: • tegensprekelijk opgesteld worden, d.w.z. in aanwe- zigheid van huurder en verhuurder of hun vertegen- woordigers; • gedateerd en ondertekend zijn door de huurder en verhuurder persoonlijk (een plaatsbeschrijving opge- steld door één van de partijen of door een deskundige aangeduid door één van de partijen kan altijd in vraag worden gesteld door de tegenpartij); Burgerlijk Wetboek Art. 1730 (gewijzigd door de wet van 25 april 2007) en Art. 1731 • gedetailleerd zijn, d.w.z. dat alles tot in de details vermeld wordt; een clausule in de aard van: ‘Het goed is in goede staat en goed onderhouden en beide partijen erkennen dit’ kan niet meer als een plaatsbeschrijving worden beschouwd. Bij overeenkomst tussen de partijen kan het bij- voegsel, zoals de plaatsbeschrijving, in overleg door de partijen worden opgesteld. Indien er geen overeenstemming is, gebeurt dit door een deskun- dige, aangesteld door de rechter. Indien één van de partijen weigert over te gaan tot het opstellen van een plaatsbeschrijving of een bijvoegsel ervan, kan de tegenpartij eisen dat er één wordt opgesteld: • hetzij alvorens het betrekken van het gehuurde goed door de huurder; • hetzij gedurende de eerste maand van de bewo- ning. Indien geen enkel gevolg wordt gegeven aan de vraag van de huurder of de verhuurder kan deze altijd beroep doen op de vrederechter om een des- kundige aan te duiden voor het opstellen van de plaatsbeschrijving. b. Wat gebeurt er indien er wijzigingen wor- den aangebracht aan het gehuurde goed na de plaatsbeschrijving? Indien een plaatsbeschrijving opgesteld werd bij het binnentreden, ...
De plaatsbeschrijving. Sinds 2014 nemen we in dit jaarrapport ook een tabel op over het voorhanden zijn van een omstandige (dus gedetailleerd, vertrek per vertrek) intredende plaatsbeschrijving die tegensprekelijk (tussen verhuurder en huurder of in aanwezigheid van hen of behoorlijk vertegenwoordigd) werd opgemaakt. HB Antwerpen 66,32% 8,63% 25,05% 3.441 75,93% HB Oost-Vlaanderen 54,36% 8,60% 37,05% 3.304 95,46% HB West-Vlaanderen 47,52% 7,60% 44,88% 2.908 93,60% HS Limburg 55,74% 9,89% 34,37% 1.193 98,92% HB Vlaams-Brabant 60,30% 10,01% 29,69% 1.189 90,35% We leren dat, hoewel deze regeling reeds in voege is sinds 1973, nog altijd 8,63% van de huurders zeker niet over een intredende plaatsbeschrijving beschikt. Een nog veel groter aandeel van 56,85% kon niet spontaan zeggen of bij intrede al dan niet een plaatsbeschrijving werd opgemaakt. Dit is zorgwekkend hoog. Amper 34,52% van de huurders weet dat er een plaatsbeschrijving werd opgemaakt. In 2014 was dat nog 53%. We stellen tussen 2021 en 2022 geen grote verschuivingen vast. We zien wel grote lokale verschillen. Meer dan de 44% van de leden van het Huurdersbond West-Vlaanderen geeft aan dat er een plaatsbeschrijving is, terwijl dit in Antwerpen maar 25,05% is. Wanneer geen omstandige tegensprekelijke intredende plaatsbeschrijving (voor huurcontracten afgesloten vanaf 1973) werd opgemaakt, wordt de huurder geacht het pand te verlaten in dezelfde staat als waarin hij die ontvangen heeft. Anders gesteld, er ontstaat een wettelijk (weliswaar te weerleggen) vermoeden dat de huurder geen huurschade heeft gepleegd. Hieruit vloeit voort dat de verhuurder er alle belang bij heeft dat bij intrede en uiteraard ook bij uittrede een omstandige tegensprekelijke plaatsbeschrijving wordt opgemaakt, zo niet dreigt hij geconfronteerd te worden met een moeilijke bewijslast in geval van huurschade. Voor woninghuurcontracten afgesloten vanaf 18 mei 2007 geldt dat een gedetailleerde intredende tegensprekelijke plaatsbeschrijving verplicht is. De woninghuurwet heeft hieraan evenwel geen nieuwe sanctie verbonden. Net zoals vroeger geldt immers dat als er geen omstandige tegensprekelijke intredende plaatsbeschrijving werd (voor woninghuurcontracten afgesloten vanaf 1973) opgemaakt, de huurder geacht wordt het pand te verlaten in dezelfde staat als waarin hij die ontvangen heeft. Met deze tabel willen we nu nagaan of het formeel verplichtend karakter van een intredende plaatsbeschrijving effecten op het terrein heeft gesorteerd. Is met andere woorde...
De plaatsbeschrijving. Bij start van de huurovereenkomst wordt samen met de huurder een plaatsbeschrijving opgemaakt. Dit document zal ook samen met de huurovereenkomst geregistreerd worden. Het SVK zal hier hiervoor een kostprijs van €10 aanrekenen.
De plaatsbeschrijving. De huurder en verhuurder zijn verplicht om op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening een gedetailleerde plaatsbeschrijving op te stellen. Deze plaatsbeschrijving dient te worden opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning. De plaatsbeschrijving moet alleszins bij het huurcontract worden gevoegd en moet samen met het huurcontract worden geregistreerd.
De plaatsbeschrijving. Inschrijving Start Tijdens Einde In de plaatsbeschrijving wordt schriftelijk vastgesteld in welke staat de woning zich bevindt. Er is alleen een plaatsbeschrijving verplicht bij het begin van de huurperiode. De plaatsbeschrijving bij het einde van de huurperiode moet gebeuren als u of de verhuurder dat vraagt. De verhuurder maakt deze plaatsbeschrijving terwijl u er bij bent. De verhuurder kan een deskundige aanstellen om dat te doen. De verhuurder en u ondertekenen en dateren de plaatsbeschrijving, die als bijlage bij de huurovereenkomst hoort. Als er kosten zijn voor deze plaatsbeschrijving, dan zijn die te delen met de verhuurder. U betaalt maximaal de helft van de kosten en nooit meer dan een vastgesteld bedrag. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd en bedraagt in 2023 38 euro. Als u en de verhuurder het niet eens zijn, stelt de vrederechter een deskundige aan. Die zal dan de plaatsbeschrijving opmaken. De vrederechter zal dan ook de verdeling van de kosten bepalen.

Related to De plaatsbeschrijving

  • Plaatsbeschrijving Voor het vertrek van de medehuurders-cedenten wordt een tussentijdse plaatsbeschrijving bij uittrede opgemaakt. Deze plaatsbeschrijving wordt opgemaakt overeenkomstig artikel 8 van de huurovereenkomst. Ze wordt opgemaakt op tegenspraak, in aanwezigheid van de medehuurders-cessionarissen. De kosten worden verdeeld onder de drie partijen. De plaatsbeschrijving bij uittrede die bij de initiële plaatsbeschrijving wordt gevoegd, geldt als plaatsbeschrijving bij intrede voor de medehuurders-cessionarissen.

  • Beschrijving II.2.1) Benaming II.2.2) Aanvullende CPV-code(s) II.2.3) Plaats van uitvoering II.2.4) Beschrijving van de aanbesteding:

  • Algemene beschrijving Kranswieren zijn grote vertakte algen met fijne bladeren, ze groeien meestal dicht bij de bodem en kunnen grote aaneengesloten velden vormen. Ze komen voor in meren van het laagveen- en IJsselmeergebied. Het water moet zeer helder, voedselarm en niet vervuild zijn. Doorgaans is het water zeer mineraalrijk, omdat het onder invloed van toestromend grondwater staat of omdat het een beetje brak is. Kranswierwater komt nu vooral voor in het IJsselmeergebied en in meren waar toestroom is van grondwater uit de Veluwe of de Utrechtse heuvelrug plaats vindt. De klassieke vindplaatsen zijn de laagveenplassen, kleinere watertjes in het duingebied en de binnenduinrand en kwelgebieden op de overgang van de zandgronden naar het laagveengebied. De begroeiingen bestaan uit vrij eenvormige vegetatiematten, vaak een beetje aangedrukt op de bodem liggend. Kranswieren sterven soms in de winter af en moeten dan vanuit sporen opnieuw uitlopen. Voor duurzaam behoud van kranswierwater moet het water zeer voedselarm en zeer helder zijn. Worden kranswieren met slib bedekt, dan sterven ze meestal snel af. Niet alle kranswiervegetaties worden tot kranswierwater gerekend. Het gaat om grote aaneengesloten vegetaties van kranswieren, niet om kranswieren die verspreid tussen andere waterplanten of in kleine poeltjes tussen moerasplanten groeien. Belangrijke soorten zijn sterkranswier, stekelharig kransblad, ruw kransblad, kraaltjes glanswier, kleinhoofdig glanswier, klein en groot boomglanswier, brakwaterkransblad, kustkransblad en gebogen kransblad. De krooneend is in belangrijke mate afhankelijk van kranswieren. De grote plassen en meren met kranswieren in ons land behoren tot de grootste vindplaatsen hiervan in Europa. Ook is de soortenrijkdom in ons land hoog: van de ruim veertig kranswiersoorten in Europa komt de helft in ons land voor. Nederland is daarom van zeer groot belang voor dit type. Door vervuiling van het water zijn veel vindplaatsen verdwenen. De toekomst van kranswierwater in het IJsselmeergebied is onzeker. Experimenten met defosfateren van het water zijn hoopvol. In het Naardermeer bijvoorbeeld hebben de kranswieren zich weten te herstellen na het in gebruik nemen van een defosfateringsinstallatie. De kranswieren die van min of meer brak water afhankelijk zijn, blijven echter sterk bedreigd.

  • Functiebeschrijving Jouw uitdagingen Waar kom je terecht binnen onze organisatie? Je belangrijkste uitdagingen?

  • Omschrijving U heeft recht op vergoeding van de kosten van functionerende hulpmiddelen en verbandmiddelen zoals genoemd in het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering. In het Reglement hulpmiddelen hebben wij nadere voorwaarden gesteld aan het verkrijgen van deze hulpmiddelen. U vindt het Besluit zorgverzekering, de Regeling zorgverzekering en het Reglement hulpmiddelen op onze website. Bepaalde groepen van hulpmiddelen zijn in de Regeling zorgverzekering functiegericht omschreven. In het Reglement Hulpmiddelen hebben wij nader uitgewerkt welke hulpmiddelen hieronder vallen. Wilt u een hulpmiddel dat behoort tot de groep van functiegericht omschreven hulpmiddelen maar is dit hulpmiddel niet in het Reglement hulpmiddelen opgenomen? Dient u dan een aanvraag bij ons in. De meeste hulpmiddelen en verbandmiddelen ontvangt u in eigendom. Krijgt u het hulpmiddel in eigendom? Xxx is en blijft het hulpmiddel van u. Andere hulpmiddelen ontvangt u in bruikleen. Bruikleen betekent dat u het hulpmiddel kunt gebruiken zolang u hierop bent aangewezen en zolang u bij ons bent verzekerd. U sluit met ons of de zorgaanbieder een bruikleenovereenkomst, waarin uw rechten en plichten zijn opgenomen. Hulpmiddelen in bruikleen kunt u alleen in bruikleen krijgen bij een zorgaanbieder waarmee wij een overeenkomst hebben gesloten. In het Reglement hulpmiddelen vindt u de volgende informatie: • of u het hulpmiddel in eigendom of in bruikleen krijgt; • de kwaliteitseisen waaraan de zorgaanbieder moet voldoen; • of u een verwijzing nodig hebt en zo ja, van wie; • of u vooraf onze toestemming nodig hebt (voor eerste aanschaf, herhaling of reparatie); • gebruikstermijn van het betreffende hulpmiddel. Deze gebruikstermijn is richtinggevend. Als dit nodig is, dan kunt u ons vragen hiervan af te wijken; • maximum te leveren aantallen/stuks. Deze aantallen/stuks zijn richtinggevend. Als dit nodig is, dan kunt u ons vragen hiervan af te wijken; • bijzonderheden zoals maximale vergoedingen of wettelijke eigen bijdragen. U ontvangt de hulpmiddelen gebruiksklaar. Als dat van toepassing is, ontvangt u het hulpmiddel inclusief eerste batterijen, oplaadapparatuur en/of gebruiksinstructie. Eigen bijdrage/maximale vergoeding U vindt in het Reglement hulpmiddelen voor welke hulpmiddelen een wettelijke eigen bijdrage of maximumvergoeding geldt. Eigen risico Voor deze zorg geldt het eigen risico. Voor hulpmiddelen in bruikleen geldt het eigen risico niet. Kijk voor meer informatie in artikel 7 en 8 van deze verzekeringsvoorwaarden. Wie mag de hulpmiddelen en verbandmiddelen leveren Een zorgaanbieder voor hulpmiddelen. Verwijsbrief nodig van In het Reglement hulpmiddelen vindt u voor welke hulpmiddelen u een verwijzing nodig hebt. In de verwijsbrief moet de indicatie vermeld staan.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: CAO de Collectieve Arbeidsovereenkomst Woondiensten Commissie de Commissie CAO-zaken ex artikel 1.4 van de CAO Werkgeverspartij de werkgeverspartij als genoemd in artikel 1.3 van de CAO Werknemerspartijen werknemerspartijen als genoemd in artikel 1.3 van de CAO Partijen werkgevers en werknemerspartijen gezamenlijk Werkgeversleden door de werkgeverspartij benoemde leden Werknemersleden door werknemerspartijen benoemde leden

  • Dekkingsomschrijving Verzekerd is de aansprakelijkheid van verzekerden in de verzekerde hoedanigheid voor schade aan derden.

  • Beschikking Een gemeente in het Samenwerkingsverband FoodValley geeft een Beschikking af, als Jeugdige in aanmerking komt voor een Individuele voorziening. Zij doet dit op inhoudelijk advies van het Lokaal team of na verwijzing door een andere Verwijzer. Zonder deze Beschikking is het voor Jeugdige niet mogelijk gebruik te maken van een Individuele voorziening. Bij verwijzingen door de huisarts, de medisch specialist, de jeugdarts of de Gecertificeerde instelling is een verwijsbrief of formulier 'bepaling jeugdhulp' voldoende om te starten met de levering van de Individuele voorziening. In deze situaties geeft de gemeente de Beschikking met terugwerkende kracht af. Jeugdhulpaanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan de Deelovereenkomst Verblijf als zij vergelijkbare diensten aanbieden aan Jeugdige en/of Ouder die geen Beschikking, verwijzing of bepaling jeugdhulp kan overleggen.

  • Bedrijfsomschrijving Het Groei Atelier is een zelfstandig werkend bureau voor coaching, training en advies.