Ouderschapsverlof Voorbeeldclausules

Ouderschapsverlof. Met betrekking tot ouderschapsverlof is het bepaalde in hoofdstuk 6 van de Wet Arbeid en Zorg van toepassing. Deze regeling houdt kort samengevat het volgende in:
Ouderschapsverlof. 1. De werknemer die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot een kind, heeft recht op verlof zonder behoud van loon. Indien de werknemer met ingang van hetzelfde tijdstip tot meer dan één kind in familierechtelijke betrekking komt te staan, bestaat er ten aanzien van ieder van die kinderen recht op verlof.
Ouderschapsverlof. Artikel 69
Ouderschapsverlof. 1. De werknemer heeft direct na indiensttreding bij de werkgever de mogelijkheid om een verzoek in te dienen voor onbetaald ouderschapsverlof voor een eigen kind of een kind dat bij hem woont en waarvoor hij duurzaam de zorg op zich heeft genomen. Dit recht bestaat totdat het kind de leeftijd van 8 jaar heeft bereikt.
Ouderschapsverlof. Indien en voorzover de deelnemer op grond van de Wet arbeid en zorg gebruik maakt van zijn recht op verlof bouwt de deelnemer gedurende de verlofperiode aanspraken op ten behoeve van ouderdoms- en partnerpensioen.
Ouderschapsverlof. De werknemer kan gebruik maken van ouderschapsverlof. De regeling ouderschapsverlof is op hoofdlijnen samen- gevat in een schema, bijlage 12.
Ouderschapsverlof. Lid 1 Het ouderschapsverlof zoals geregeld in de Wet Arbeid en Zorg is van toepassing.
Ouderschapsverlof. 8.8.1 De werkgever betaalt gedurende het ouderschapsverlof van de werknemer het werkgeversdeel van de pensioenpremie.
Ouderschapsverlof. 1. De werknemer houdt recht op deelname aan de in de onderneming geldende pensioenregeling gedurende de aanspraak van zijn wettelijke recht op ouderschapsverlof zonder behoud van loon. Indien de werknemer de afdracht van de werknemerspremie gedurende het verlof vrijwillig voortzet, draagt de werkgever eveneens het werkgeversdeel van de pensioenpremie af met als doel de voortzetting van de opbouw van het pensioen.