Common use of Deelnemerschap Clause in Contracts

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen de payrollwerknemers van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf de 1e dag van de maand waarin de 18e verjaardag valt) deel die op basis van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt.

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen 1. Deelnemers in de payrollwerknemers voorziening ter zake van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf arbeidsongeschiktheidspensioen zijn de 1e dag aangemelde, in dienst van een aangesloten onderneming zijnde werknemers, a. wier deelneming verplicht is krachtens artikel 2 van de maand waarin de 18e verjaardag valt) deel die op basis van Wet verplichte deelneming in een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de ondernemingbedrijfstakpensioenfonds 2000, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen zonder dat vrijstelling is verleend voor deelname in de regeling zijn op gelijke wijze zoals die is vastgelegd in deze bijlage, dan wel b. die behoren tot een groep van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemerswerknemers, ongeacht of op voor welke de aangesloten onderneming de toelating tot het moment van toekomstige wijzigingen deelnemerschap met de stichting is overeengekomen. 2. Het deelnemerschap in de regeling nog een dienstverband tussen voorziening ter zake van arbeidsongeschiktheidspensioen eindigt in de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaatgevallen, genoemd in artikel 2, lid 4, van het pensioenreglement, met inachtneming, voor zover van toepassing, van artikel 2, lid 5, van het pensioenreglement. 3. Indien een deelnemer, anders dan door overlijden, het deelnemerschap in de voorziening ter zake van arbeidsongeschiktheidspensioen beëindigt, kan het bestuur hem - onder nader door het bestuur aan te geven omstandigheden en voorwaarden - in de gelegenheid stellen deze voorziening voort te zetten. 4. De aangesloten onderneming is gehouden alle werknemers, die tot deelneming verplicht zijn, aan te melden bij de stichting onder overlegging van alle gegevens die naar het oordeel van de stichting nodig zijn voor een goede uitvoering van de regeling. 5. De deelnemer die werkloos wordt, is gerechtigd de deelneming vrijwillig voort te zetten vanaf de eerste werkloosheidsdag tegen betaling van het voor de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond geldende deel van de WIA dan wel WAO uit hoofde premie als bedoeld in artikel 4, lid 1. Het resterende deel van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge premie is voor rekening van de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtstichting.

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen de payrollwerknemers van 18 21 jaar en ouder (te rekenen vanaf de 1e dag van de maand waarin de 18e 21e verjaardag valt) deel die op basis van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van de pensioendatum; c. zodra x. xxxxx de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt.

Deelnemerschap. 3.1 Aan 1. De deelnemer heeft met inachtneming van de bepalingen van dit pensioenreglement en de statuten aanspraak op: a. ouderdomspensioen ten behoeve van zichzelf (artikel 5); b. partnerpensioen ten behoeve van zijn partner (artikel 6); c. wezenpensioen ten behoeve van zijn kind(eren) (artikel 7); d. arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van zichzelf (artikel 21); voor zover de vooraf vastgestelde premie daarvoor toereikend is. Voorts bestaat onder bepaalde voorwaarden recht op (gedeeltelijke) voortzetting van pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid (artikel 20). 2. Als deelnemer aan deze pensioenregeling nemen komen in aanmerking: a. de payrollwerknemers werknemers die op 1 januari 2015 de leeftijd van 18 21 jaar en ouder (te rekenen vanaf hebben bereikt; b. diegenen voor wie de 1e dag arbeidsovereenkomst na 1 januari 2015 aanvangt indien zij bij aanvang van de maand waarin arbeidsovereenkomst de 18e verjaardag valt) deel leeftijd van 21 jaar hebben bereikt; c. diegenen voor wie de arbeidsovereenkomst na 1 januari 2015 aanvangt en die op basis een latere datum de leeftijd van 21 jaar bereiken. Voor deelnemers sub a start het deelnemerschap op 1 januari 2015. Voor deelnemers sub b start het deelnemerschap bij aanvang van de arbeidsovereenkomst. Voor deelnemers sub c start het deelnemerschap op de latere datum zoals daar bedoeld. In artikel 25 van dit pensioenreglement zijn overgangsbepalingen opgenomen voor diegenen die vóór 1 januari 2015 hebben deelgenomen aan een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijnpensioenregeling van het pensioenfonds die vóór 1 januari 2015 van kracht was. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 3. Het deelnemerschap eindigteindigt op het vroegste van de 3 hierna vermelde gebeurtenissen: a. bij het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van op de pensioendatumpensioenrichtdatum; c. zodra bij beëindiging van de payrollovereenkomst met arbeidsovereenkomst vóór de payrollwerkgever pensioenrichtdatum. In dat geval eindigt of zoveel eerder als het deelnemerschap op de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop laatste dag van de onderneming, waarbij betreffende maand waarin de deelnemer in uit dienst istreedt, niet meer als payrollwerkgever in de zin tenzij en voor zolang (gedeeltelijke) voortzetting van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de pensioenopbouw bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtals bedoeld in artikel 20 of 25 is verleend. 4. Een werknemer met één of meer kinderen en/of een partner die, doch uiterlijk tot het bereiken behalve wat de minimum toetredingsleeftijd van 21 jaar betreft, voldoet aan de pensioendatum. Indien vereisten voor het deelnemerschap wordt voortgezet op grond aan de pensioenregeling , heeft recht op: a. indien het een werknemer met een partnerrelatie betreft, zonder één of meer kinderen: partnerpensioen ten behoeve van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid zijn partner; b. indien het een werknemer met een partnerrelatie betreft, met één of meer kinderen: partnerpensioen ten behoeve van zijn partner, alsmede wezenpensioen ten behoeve van zijn kinderen; c. indien het een werknemer zonder partnerrelatie betreft, maar met één of meer kinderen: wezenpensioen ten behoeve van zijn kinderen. De grootte van deze pensioenen is gelijk aan de pensioenaanspraken als ware de werknemer reeds deelnemer. Het in dit pensioenreglement omtrent de verplichtingen van de deelnemer vindt bepaalde is van overeenkomstige toepassing. De werknemer zonder partnerrelatie is verplicht de opbouw werkgever onverwijld in kennis te stellen indien hij een partnerrelatie aangaat of ingeval van pensioenaanspraken plaats één of meer kinderen. De aanspraak op dit partner- en/of wezenpensioen vervalt indien de wijze zoals beschreven‌ werknemer niet meer voldoet aan de in artikel 18 de eerste volzin van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtlid omschreven voorwaarden.

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen 1. Deelnemers in de payrollwerknemers zin van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf dit reglement zijn de 1e dag werknemers, die: a. krachtens artikel 2 van de maand waarin de 18e verjaardag valt) deel die op basis wet tot deelneming verplicht zijn; of b. behoren tot een groep van werknemers in dienst van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijnvrijwillig aangesloten werkgever. 3.2 De opneming 2. Het deelnemerschap gaat in: a. voor de werknemers, bedoeld in het eerste lid, onder a, op de pensioenregeling vindt plaats indien dag waarop zij in dienst komen bij de verplicht aangesloten werkgever, maar niet later dan de dag voor de pensioeningangsdatum; b. voor de werknemers, bedoeld in het eerste lid, onder b, op het tijdstip waarop zij krachtens overeenkomst tussen het fonds en zodra de werknemer aan aangesloten werkgever, waarbij zij in dienst zijn, voor deelneming in aanmerking komen, maar niet later dan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoetdag voor de pensioeningangsdatum. 3.3 3. Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden bereiken van de deelnemerpensioeningangsdatum; b. bij het bereiken overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum; c. zodra door het verlies van de payrollovereenkomst met hoedanigheid van werknemer of het eindigen van de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als verplichting tot deelneming, tenzij de loonbetaling stoptdeelneming wordt voortgezet krachtens het vierde lid; d. op voor de deelnemers, bedoeld in het tijdstip waarop eerste lid, onder b: wanneer de ondernemingovereenkomst tussen het fonds en de aangesloten werkgever, waarbij de deelnemer zij in dienst iszijn, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerktbeëindigd. 3.4 In tegenstelling 4. Het deelnemerschap van degenen, die de hoedanigheid van werknemer hebben verloren of voor wie de verplichting tot het bepaalde in deelneming is geëindigd, wordt voortgezet: a. indien en zolang de pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid of werkloosheid ingevolge artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer 6.1 of 6.2 respectievelijk artikel 6.6 van dit reglement ten tijde van de beëindiging laste van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan fonds wordt voortgezet; b. indien en zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in pensioenopbouw wegens vrijwillige premiebetaling ingevolge artikel 18 11.1 van dit reglementreglement wordt voortgezet. 5. Ten aanzien van alle overige kenmerken van Tenzij uit de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld tekst anders blijkt, wordt in dit pensioenreglement onder deelneming, respectievelijk deelneming in het fonds, verstaan de deelneming voor zover deze is aangevangen op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtna 1 januari 2013.

Deelnemerschap. 3.1 Aan 1. Het deelnemerschap aan deze pensioenregeling nemen vangt aan op het tijdstip van indiensttreding bij een aangesloten onderneming mits die indiensttreding plaatsvindt vóór de payrollwerknemers van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf de 1e eerste dag van de maand waarin de 18e verjaardag valt) deel die op basis van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijnwerknemer 67 jaar oud wordt. 3.2 De opneming 2. Met inachtneming van het bepaalde in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer volgende leden van dit artikel eindigt het deelnemerschap aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigtdeze pensioenregeling: a. bij a) op de pensioeningangsdatum, maar uiterlijk op de pensioendatum; b) door het overlijden van de deelnemerdeelnemer vóór de pensioeningangsdatum; b. bij c) door beëindiging van het bereiken dienstverband met de aangesloten onderneming vóór de pensioeningangsdatum; d) door het anderszins verliezen van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever hoedanigheid van werknemer in de zin van dit pensioenreglement; e) door het eindigen van de verplichting tot deelneming krachtens artikel 1 wordt aangemerkt2 van de Wet-bpf. Indien de aansluiting bij de stichting op vrijwillige basis heeft plaatsgevonden, eindigt het deelnemerschap bovendien als gevolg van: f) opzegging van het deelnemerschap door de deelnemer of de aangesloten onderneming binnen het kader van de tussen de stichting en die onderneming gesloten overeenkomst; g) het niet voldoen van de verschuldigde pensioenbijdragen als bedoeld in artikel 15 binnen de door het bestuur gestelde termijn. 3.4 3. In tegenstelling tot afwijking van het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt lid 2 eindigt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van niet in het geval dat, a) de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft met de aangesloten onderneming het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken gevolg is van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) volledige arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken deelnemer, dan wel bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de pensioenregeling worden (gedeeltelijkdeelnemer, voor het gedeelte dat de deelnemer arbeidsongeschikt is, of b) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het dienstverband met een aangesloten onderneming bij een andere aangesloten onderneming in dienst treedt. 4. Het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge blijft met inachtneming van het hierna bepaalde ongewijzigd in stand, indien en zolang betrokkene betaald verlof in welke vorm of onder welke benaming dan ook geniet, indien en zolang in de Ziektewetverlofperiode de pensioenbijdragen als bedoeld in artikel 15 volledig aan de stichting worden afgedragen. Bij opname van onbetaald verlof zal, die direct gedurende de periode dat het onbetaald verlof wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond genoten, de risicodekking van het in artikel 10 genoemde partnerpensioen, het in artikel 11 bedoelde tijdelijk nabestaandenpensioen, het in artikel 12 genoemde wezenpensioen en van de WIA bijdragevrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 17 ongewijzigd worden voortgezet Indien en zolang in de periode van onbetaald verlof de pensioenbijdragen als bedoeld in artikel 15 volledig aan de stichting worden afgedragen, dan wel WAO uit hoofde wordt tevens de pensioenopbouw ongewijzigd voortgezet. 5. Indien de arbeidsongeschiktheid van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid deelnemer vóór de pensioendatum volledig eindigt, dan wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat van betrokkene tegelijkertijd beëindigd, tenzij deze in aansluiting op de beëindiging van de arbeidsongeschiktheid een uitkering ingevolge dienstverband met een aangesloten onderneming aangaat. 6. In afwijking van het bepaalde in lid 1 is degene, die deelnemer in de Ziektewet en voortgezet vanaf stichting is geweest maar die het deelnemerschap op de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaatpensioeningangsdatum krachtens artikel 21 volledig heeft beëindigd, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtvan hernieuwd deelnemerschap uitgesloten.

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen Als deelnemer aan de payrollwerknemers collectieve ziektekostenregeling IZZ zijn toegelaten: 1. de werknemer; 2. de echtgenoot/echtgenote, relatiepartner en kinderen in de zin van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf de 1e dag dit reglement van de maand waarin werknemer; 3. degene die verzekerd was en in verband met arbeidsongeschiktheid in de 18e verjaardag valt) deel zin van de WAO/ WIA, of na toekenning van een invaliditeitspensioen door zijn/haar werkgever is/wordt ontslagen, ingaande de dag volgend op het moment dat de loonbetalingsverplichting voor de werkgever vervalt of de dag volgend op het einde dienstverband, alsmede zijn/haar echt- genote/echtgenoot, relatiepartner en kind(eren); 4. degene die verzekerd was en aansluitend aan het einde van het dienstverband recht heeft op de Overbruggingsuitkering (OBU), FLEX-Pensioen, Ouderdomspensioen of AOW, ingaande de dag volgend op het ontslag bij de werkgever, alsmede haar/zijn echtgenoot/echtgenote, relatiepartner en kind(eren); 5. degene die verzekerd was en een wachtgelduitkering ontvangt, alsmede haar/zijn echt- genoot/echtgenote, relatiepartner en kind(eren); 6. de voor nabestaandenpensioen in aanmerking komende weduwnaar of weduwe dan wel nabestaande relatiepartner van de overleden verzekeringnemer, op voorwaarde dat die op basis de dag voorafgaande aan het overlijden eveneens deelnemer/ verzekerde was; 7. de voor wezenpensioen in aanmerking komende wees van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn.overleden verzekeringnemer, op voorwaarde dat die op de dag voorafgaande aan het overlijden eveneens deelnemer/ verzekerde was; 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer 8. degene die niet meer voldoet aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet1 opgenomen begripsbepalingen van werkne- mer resp. relatiepartner of kind(eren). Xxxxxxx de werknemer niet meer voldoet aan de be- gripsbepaling geldt dit ook voor medeverzekerde echtgenote/echtgenoot, relatiepartner en kind(eren). Het recht op deelneming aan de collectieve regeling bestaat dan nog gedurende het lopende kalenderjaar en de twee daaropvolgende kalenderjaren. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, 9. degene die niet meer als payrollwerkgever voldoet aan de in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde opgenomen begripsbepalingen van werkne- mer resp. relatiepartner, die tijdens de periode die nog tijdelijk recht geeft op deelnemer- schap als bedoeld in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 lid 8 van dit reglement. Ten aanzien artikel, de leeftijd van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling 60 jaar heeft bereikt, alsmede haar/ zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemersechtgenoot/echtgenote, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer relatiepartner en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt.kind(eren);

Deelnemerschap. 3.1 Aan 1. Deelnemer in deze pensioenregeling nemen is de payrollwerknemers werknemer van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf of ouder, tenzij het bestuur van het pensioenfonds aan de betrokken werknemer of diens werkgever vrijstelling heeft verleend op grond van gemoedsbezwaren. De regeling inzake vrijstelling wegens gemoedsbezwaren is opgenomen in bijlage 1 bij dit pensioenreglement. Het deelnemerschap aan deze pensioenregeling vangt aan op 1 januari 2013 dan wel de latere datum van indiensttreding of de latere datum waarop de werknemer 18 jaar wordt. Voor de werknemer die in dienst is op de 1e van de maand waarin hij/zij 18 jaar wordt, vindt opname in deze pensioenregeling plaats op die 1e van de maand. Voor werknemers die op latere leeftijd in dienst treden, gebeurt dit op de eerste dag van de maand waarin samenvallend met dan wel de 18e verjaardag valteerste dag van de maand volgend op de datum van indiensttreding. 2. Het deelnemerschap aan deze pensioenregeling geeft jegens het pensioenfonds aanspraak op: a. ouderdomspensioen: voor de (gewezen) deel deelnemer; b. partnerpensioen: voor de partner van de (gewezen) deelnemer; c. wezenpensioen: voor de kinderen van de (gewezen) deelnemer; d. tijdelijk partnerpensioen: voor de partner van de deelnemer maar alleen indien de werkgever hiervoor op grond van hoofdstuk IV heeft gekozen; e. aanvullend partnerpensioen: voor de partner van de deelnemer die op basis 31 december 2012 xxxxxxxxx was aan het toen geldende pensioenreglement van een payrollovereenkomst het pensioenfonds (overgangsbepaling); f. aanvullend wezenpensioen: voor de kinderen van de deelnemer die op 31 december 2012 deelnemer was aan het toen geldende pensioenreglement van het pensioenfonds (overgangsbepaling); g. verevend ouderdomspensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 23 van dit reglement; h. geconverteerd ouderdomspensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 23 van dit reglement; i. bijzonder partnerpensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer; j. de toeslagen die op grond van artikel 34, lid 2 van dit reglement (overgangsbepaling) zijn verleend over de tot en met de payrollwerkgever werkzaam zijn31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 3. Het deelnemerschap eindigt: a. bij door het overlijden van de deelnemer; b. bij het bereiken van op de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de door beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang met de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van werkgever vóór de pensioendatum, tenzij sprake is van een aansluitend nieuw dienstverband met een andere aangesloten werkgever; d. indien de onderneming waar de deelnemer werkzaam is, niet langer een aangesloten werkgever is bij het pensioenfonds. Indien Het deelnemerschap eindigt niet als bij het deelnemerschap einde van het dienstverband de deelneming vanwege arbeidsongeschiktheid wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt21.

Deelnemerschap. 3.1 Aan 1. Als deelnemer aan deze pensioenregeling nemen regeling wordt opgenomen: a. de payrollwerknemers van 18 werknemer vanaf 21 jaar en ouder (te rekenen vanaf die bij de 1e dag werkgever als bedoeld in artikel 2, lid e onder I van de maand waarin statuten van het fonds werkzaam is en die krachtens artikel 2 van de 18e verjaardag valt) deel die Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds en op basis van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn. 3.2 De opneming verplichtstellings- beschikking van het fonds verplicht is tot deelnemerschap in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden van de deelnemerfonds; b. bij het bereiken de werknemer vanaf 21 jaar, in dienst van een werkgever als bedoeld in artikel 2, lid e, onder II van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst statuten van het fonds, die door het bestuur op een desbetreffend verzoek van deze werkgever met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder inachtneming van het bepaalde in dit reglement als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst ishet fonds is toegelaten, hetgeen slechts groepsgewijs met andere werknemers kan geschieden; tenzij deze werknemer is geboren voor 1 januari 1950 en op 31 december 2005 reeds deelnam aan de op dat moment geldende pensioenregeling-I en deze deelname onafgebroken is voortgezet. Daar waar in dit reglement gesproken wordt over hij/hem/deelnemer wordt ook zij/haar/deelneemster bedoeld. De verplichting tot deelneming in dit fonds geldt niet meer als payrollwerkgever ten aanzien van de directeur grootaandeelhouder (DGA) zoals bedoeld in de Pensioenwet. 2. De werknemer die per 1 januari 2006 voldeed aan de voorwaarde onder lid 1a of 1b, doch per die datum arbeidsongeschikt was in de zin van artikel 1 15 van dit reglement, en waarvan de arbeidsongeschiktheid daarna niet is beëindigd wordt aangemerktniet als deelnemer of gewezen deelnemer in dit reglement opgenomen. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. wordt het 3. Het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot eindigt bij: a. het bereiken van de pensioendatum. Indien pensioendatum maar uiterlijk op de reguliere pensioendatum , of; b. overlijden van de deelnemer, of; c. het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van de werknemer op grond waarvan hij deelnemer aan deze regeling is, tenzij het deelnemerschap wordt voortgezet op grond in de zin van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 15 of 17 van dit reglement. 4. Ten aanzien van alle overige kenmerken De periode waarin de deelnemer partieel verlof opneemt anders dan ouderschapsverlof of onbetaald kortdurend zorgverlof zoals bedoeld in artikel 34 lid 1 en 4 van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze CAO wordt in het kader van dit pensioenreglement niet als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemersdeelnemerstijd aangemerkt, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien tenzij de deelnemer direct aansluitend besluit de opbouw volledig voor eigen rekening voort te zetten. Dit onbetaald verlof is een sabbatsverlof dat schriftelijk vastgelegd is en ten hoogste twaalf maanden duurt. De risico- dekkingen van partner- en wezenpensioen en het premievrijstellingsrisico worden gedurende de betreffende periode wel voortgezet op basis van de laatstelijk voor aanvang van de verlofperiode vastgestelde gegevens, voor zover niet in strijd met de Wet op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtLoonbelasting.

Deelnemerschap. 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen 1. Het deelnemerschap vangt aan: > op de payrollwerknemers datum waarop het op basis van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf de CAO afgesloten arbeidscontract is ingegaan, respectievelijk > op de datum waarop de individuele arbeidsovereenkomst met de KLM waarin is overeengekomen dat de betrokken persoon als deelnemer aan het Fonds wordt toegelaten, is ingegaan. 2. Het deelnemerschap eindigt bij beëindiging van het dienstverband met de KLM, maar in ieder geval op de 1e dag van de maand waarin de 18e 65-ste verjaardag valt) deel die op basis van een payrollovereenkomst met de payrollwerkgever werkzaam zijn. 3.2 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet. 3.3 Het deelnemerschap eindigt: a. bij het overlijden 3. In afwijking van de deelnemer; b. bij het bereiken van de pensioendatum; c. zodra de payrollovereenkomst met de payrollwerkgever eindigt of zoveel eerder als de loonbetaling stopt; d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als payrollwerkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt. 3.4 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.3 sub c. en sub d. het vorige lid wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de geacht voort te duren na beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken persoon: a. recht heeft op premievrije voortzetting van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid; b. recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw wegens werkloosheid, zoals geregeld in artikel 20 lid 1; c. recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid een door de KLM met de werknemersorganisaties overeengekomen regeling in de sfeer van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven‌ in artikel 18 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap arbeidsvoorwaarden; d. recht heeft op een uitkering ingevolge voortzetting van de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering pensioenopbouw op grond van een door het Bestuur met toestemming van de WIA dan wel WAO uit hoofde KLM genomen beslissing krachtens artikel 14 lid 3 van tijdens de statuten. Dit artikellid geldt niet indien en voorzover het dienstverband in strijd is met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt Pensioenwet en artikel 10a Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. 4. Het Fonds stelt de deelnemer een exemplaar van de statuten en van het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de uitkering ingevolge de WIA dan wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurtreglement alsmede van alle toekomstige wijzigingen daarin ter beschikking.