Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt opgenomen de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever. Geen deelnemer is de werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getreden. 2. Voor werknemers die reeds deelnamen aan de vorige pensioenregeling van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan op de eerste dag van de maand waarin de werknemer deelnemer wordt, maar niet eerder dan op 1 juli 1995. 3. Het deelnemerschap eindigt: a. bij overlijden van de deelnemer; b. op de pensioendatum; c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheid; d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950. e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt. 4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing. 5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken: a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed; b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste van de werknemer. Bij onbetaald verlof is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt Deelnemer aan de in dit pensioenreglement opgenomen de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever. Geen deelnemer pensioenregeling is de werknemer die na 31 december 2005 in dienst met de werkgever een pensioenovereenkomst heeft gesloten en die door de werkgever op een door Pensura aan te geven wijze bij Pensura is getredenaangemeld.
2. Voor werknemers die reeds op of na 1 januari 2006 in dienst treden en op die datum 21 jaar of ouder zijn, gaat het deelnemerschap in op de datum waarop de dienstbetrekking met de werkgever aanvangt.
3. Voor werknemers die op of na 1 januari 2006 in dienst treden en op die datum jonger dan 21 jaar zijn, gaat het deelnemerschap in op de datum waarop de werknemer de 21-jarige leeftijd bereikt. Indien en zolang zij niet aan het in de vorige volzin bedoelde leeftijdsvereiste voldoen en een partner en/of kinderen in de zin van dit pensioenreglement aanwezig zijn, komen zij in aanmerking voor een aanspraak op partner- en wezenpensioen op risicobasis. De hoogte daarvan wordt vastgesteld conform het bepaalde omtrent partner- en wezenpensioen in de Beleggingspensioenmodule, uitgaande van de veronderstelling dat de werknemer deelnemer zal worden. De in dit lid bedoelde aanspraken op partner- en wezenpensioen op risicobasis vervallen:
a. bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door overlijden vóór het tijdstip waarop aan het in de eerste volzin bedoelde leeftijdsvereiste is voldaan;
b. op het tijdstip waarop de werknemer als deelnemer toetreedt tot de in dit pensioenreglement opgenomen pensioenregeling. De werknemer is voor de in dit lid bedoelde aanspraken geen bijdrage verschuldigd.
4. Voor werknemers die op 31 december 2005 deelnamen aan de vorige per die datum geldende pensioenregeling van Pensura en die geboren zijn op of na 1 januari 1950 en op wie, in aansluiting daarop, per 1 januari 2006 dit pensioenreglement van toepassing is geworden, wordt het deelnemerschap aan de in dit pensioenreglement opgenomen pensioenregeling geacht te zijn ingegaan op 1 januari 2006.
5. Voor werknemers die op 31 december 2005 in dienst waren van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor en die per de overige werknemers vangt genoemde datum deelnemers waren aan de toen geldende pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds SC Johnson, wordt het deelnemerschap aan op de eerste dag van de maand waarin de werknemer deelnemer wordt, maar niet eerder dan in dit pensioenreglement opgenomen pensioenregeling geacht te zijn ingegaan op 1 juli 1995januari 2006.
36. Het deelnemerschap eindigt:
a. bij door overlijden van de deelnemer;
b. op indien het jaarinkomen van de pensioendatumdeelnemer daalt tot onder het maximum basisjaarinkomen;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheidbij het ingaan van het ouderdomspensioen;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950.door beëindiging van de dienstbetrekking met de werkgever vóór de pensioeningangsdatum, tenzij de pensioenopbouw wordt voortgezet in geval van arbeidsongeschiktheid overeenkomstig artikel 14 van dit reglement;
e. op de datum en voor het deel tijdstip dat de werkgever waarbij de deelnemer met in dienst is, ophoudt een gelieerde onderneming te zijn.
7. Bij het opnemen van ouderschapsverlof geldt dat deze periode van xxxxxx meetelt als deelnemerstijd en dat de opbouw van de pensioenaanspraken en het pensioenkapitaal gedurende deze verlofperiode wordt voortgezet. De werkgever en de werknemer zijn gedurende deze verlofperiode de conform dit pensioenreglement vastgestelde pensioenpremies aan Pensura verschuldigd. De werkgever, de werknemer en Pensura zullen voorafgaand aan de verlofperiode schriftelijk overeenkomen op welke wijze de werknemer de deelnemersbijdrage als bedoeld in artikel 30 zal voldoen.
8. Bij het opnemen van onbetaald verlof gaatof verlof in de zin van het Diversey Levensloopreglement, waarbij anders dan voor een periode van ouderschapsverlof, geldt dat de deelneming herleeft per periode van verlof niet meetelt als deelnemerstijd en dat de datum opbouw van de pensioenaanspraken en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4pensioenkapitaal gedurende de verlofperiode niet wordt voortgezet. In afwijking op het hiervoor in dit lid bepaalde - blijven de aanspraken voor het partner- en wezenpensioen uit hoofde van de Beleggingspensioenmodule in stand op risicobasis voor maximaal 18 maanden; en - blijft het bepaalde in artikel 14 en – indien van toepassing – artikel 16 van toepassing waarbij de direct voorafgaand aan het verlof geldende pensioenbepalende gegevens in aanmerking worden genomen.
9. De deelneming eindigt niet
a. in geval van vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid die door Pensura is toegekend vóórdat beëindiging van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoeddienstverband heeft plaatsgevonden;
b. tijdens alle overige vormen in geval de deelneming op grond van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien een regeling in de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste sfeer van de werknemerarbeidsvoorwaarden anders dan bedoeld onder sub a. onder door het bestuur te stellen voorwaarden, wordt voortgezet. Bij onbetaald verlof is het bepaalde De voortzetting als bedoeld in Artikel 7 Partnerpensioen, dit lid 8 van toepassingvindt plaats tot uiterlijk de pensioendatum.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt opgenomen Deelnemer aan deze pensioenregeling is de werknemer die een arbeidsovereenkomst die
a. per 31 december 2001 deelnemer was aan de vóór 1 januari 2002 geldende pensioenregeling van de werkgever, hierna oude pensioenregeling, en
b. niet ingestemd heeft met de werkgever. Geen deelnemer is nieuwe pensioenregeling van de werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getredenwerkgever welke met ingang van 1 januari 2002 werd uitgevoerd wordt door een rechtsvoorganger van Stichting Pensioenfonds BP en thans door het fonds.
2. Voor De deelname aan deze pensioenregeling blijft beperkt tot de werknemers die reeds deelnamen voldoen aan de vorige pensioenregeling van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement het bepaalde in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan op de eerste dag van de maand waarin de werknemer deelnemer wordt, maar niet eerder dan op 1 juli 1995lid 1.
3. Het deelnemerschap eindigt zodra de dienstbetrekking tussen de deelnemer en de werkgever eindigt:
a. bij overlijden van de deelnemer;
b. , maar uiterlijk op de pensioendatum;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheid;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950.
e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt Het fonds verstrekt binnen 3 maanden na aanvang van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in deelneming aan deze pensioenregeling een welkomstbericht die beantwoord aan het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III)bepaalde bij en krachtens artikel 21 van de Pensioenwet. Indien Het fonds verstrekt de deelnemer jaarlijks een overzicht van de verworven pensioenaanspraken, informatie over de toeslagverlening, informatie over vermindering van pensioenaanspraken of pensioenrechten op grond van artikel 134 van de Pensioenwet en een eerdere datum dan opgave van de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de periode tussen de eerdere pensioendatum Wet inkomstenbelasting 2001 en de vervroegde pensioendatum daarop berustende bepalingen. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer bij de berekening het einde van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en vervolgens eens in de opbouw vijf jaar een overzicht van zijn opgebouwde aanspraken, informatie over de toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 134 van de Pensioenwet. Daarnaast verstrekt het fonds bij het einde van het deelnemerschap informatie over zijn recht op waardeoverdracht, een eventuele afkoopmogelijkheid, de gevolgen voor het partner- en wezenpensioen, de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en het eventueel van toepassing zijn van een sanerings- of herstelplan. Het fonds verstrekt de ex-partner bij scheiding en vervolgens eens in de vijf jaar een overzicht van de opgebouwde aanspraak op bijzonder partnerpensioen, informatie over de toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 134 van de Pensioenwet. Daarnaast verstrekt het fonds bij scheiding informatie over een eventuele afkoopmogelijkheid. Het fonds verstrekt voorafgaand aan of bij de ingang van het pensioen en vervolgens jaarlijks een overzicht van zijn pensioenrecht, een overzicht van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen, informatie over de toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten op grond van artikel 134 van de Pensioenwet. Daarnaast verstrekt het fonds bij ingang van het pensioen informatie over een eventuele afkoopmogelijkheid. Het fonds verstrekt een gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of ex-partner die aanspraak heeft op bijzonder partnerpensioen binnen 3 maanden na wijziging van het toeslagbeleid informatie over die wijziging. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer op verzoek een opgave van de opbouwde pensioenaanspraken, reglementair te bereiken pensioenaanspraken of pensioenrecht, waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft, tevens weergegeven worden op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario. Het fonds verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer en de gewezen partner op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer of de gewezen partner op verzoek de informatie in artikel 40 lid 1 of artikel 42 lid 1 van de Pensioenwet. Het fonds verstrekt deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden die zich in een andere lidstaat vestigen informatie over hun pensioenaanspraken en pensioenrechten en over de mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling worden geboden zoals bedoeld in artikel 47 van de Pensioenwet. Het fonds stelt op de website voor in ieder geval de (gewezen) deelnemer, de gewezen partner of de pensioengerechtigde beschikbaar:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits informatie over de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoedpensioenregeling;
b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien informatie over uitvoeringskosten;
c. het pensioenreglement;
d. het bestuursverslag en de deelnemer minder dan 70 jaarrekening van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan fonds;
e. de werknemer uitvoeringsovereenkomst;
f. de deelname aan voor hem relevante informatie over beleggingen;
g. een verklaring inzake de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- beleggingsbeginselen als de werkgeverspremie komt bedoeld in dat geval ten laste artikel 145 van de werknemer. Bij onbetaald verlof Pensioenwet.
h. het eventuele sanerings- of herstelplan als bedoeld in artikel 138 van de Pensioenwet;
i. informatie over de hoogte van de (beleids)dekkingsgraad;
j. alle andere informatie die het fonds op grond van wet- en regelgeving verplicht is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassingte verstrekken.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt opgenomen 3.1 Aan deze pensioenregeling nemen deel de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met werknemers van 18 jaar en ouder (te rekenen vanaf de werkgever. Geen deelnemer is de werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getreden.
2. Voor werknemers die reeds deelnamen aan de vorige pensioenregeling van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan op de eerste 1e dag van de maand waarin de 18e verjaardag valt) in dienst van de werkgever die voldoen aan één van de navolgende vereisten:
a. gedurende 52 weken of langer deelnemer in de Basispensioenregeling van het fonds dan wel van het Bedrijfstakpensioenfonds of in de pensioenregeling van een door het Bedrijfstakpensioenfonds vrijgestelde onderneming zijn geweest zonder onderbreking van 52 weken of langer; of
b. werkzaam in dienst van de werkgever en door het bestuur op een daartoe strekkend verzoek van de werkgever als deelnemer toegelaten. Voor de telling van het aantal weken zoals vermeld onder sub a. worden alleen de weken meegeteld waarin daadwerkelijk door de werknemer deelnemer wordtis gewerkt. De gewerkte weken behoeven niet op elkaar aan te sluiten om mee te tellen, maar in geval van een onderbreking tussen de gewerkte weken van 52 weken of langer begint de telling opnieuw. Als de werknemer werkzaam is geweest bij meerdere uitzendondernemingen die deel uitmaken van de werkgever, wordt ter bepaling van de onder sub
a. bedoelde periode het relevante aantal gewerkte weken bij andere uitzendondernemingen die deel uitmaken van de werkgever betrokken bij de bepaling van het aantal gewerkte weken. In geval van een situatie van opvolgend werkgeverschap zoals gedefinieerd in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst, wordt het relevante arbeidsverleden bij de vorige werkgever meegeteld voor de bepaling van het aantal weken zoals vermeld onder sub a.
3.2 Voor de toepassing van het onder artikel 3.1 sub a. bepaalde, behoeven uitzendkrachten die, na voldaan te hebben aan de genoemde referte-eis veranderen van werkgever, niet eerder dan op 1 juli 1995opnieuw te voldoen aan de referte-eis, tenzij sprake is van een onderbreking tussen twee uitzendovereenkomsten van 52 weken of langer.
3. 3.3 Op de voorwaarden voor het deelnemerschap zoals geformuleerd in artikel 3.1 sub a. en sub b. zijn de voorwaarden en bepalingen zoals omschreven in de Bijlage Pensioen van de ABU CAO voor Uitzendkrachten onverkort van toepassing.
3.4 De opneming in de pensioenregeling vindt plaats indien en zodra de werknemer aan de in artikel 3.1 gestelde vereisten voldoet.
3.5 Het deelnemerschap eindigt:
a. bij het overlijden van de deelnemer;
b. op bij het bereiken van de pensioendatum;
c. zodra de arbeidsovereenkomst met de werkgever eindigt;
d. op het tijdstip waarop de onderneming, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als werkgever in de zin van artikel 1 wordt aangemerkt.
3.6 In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3.5 sub c. en sub d. wordt het deelnemerschap voortgezet indien de deelnemer ten tijde van de beëindiging van het dienstverband (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. In dit geval blijft het deelnemerschap bestaan zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, doch uiterlijk tot het bereiken van de pensioendatum. Indien het deelnemerschap wordt voortgezet op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de deelnemer vindt de opbouw van pensioenaanspraken plaats op de wijze zoals beschreven in artikel 20 van dit reglement. Ten aanzien van alle overige kenmerken van de pensioenregeling worden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers behandeld op gelijke wijze als de overige deelnemers aan de onderhavige regeling. Toekomstige wijzigingen in de regeling zijn op gelijke wijze van toepassing op (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers, ongeacht of op het moment van toekomstige wijzigingen in de regeling nog een dienstverband tussen de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer en de werkgever bestaat. Indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, die direct wordt gevolgd door een recht op een uitkering op grond van de WIA dan wel WAO uit hoofde van tijdens het dienstverband met de werkgever ontstane arbeidsongeschiktheid wordt het deelnemerschap onderbroken zolang recht bestaat op een uitkering ingevolge de Ziektewet en voortgezet vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders uitkering ingevolge de WIA dan door arbeidsongeschiktheid;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950wel WAO ingaat, zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt.
e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed;
b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste van de werknemer. Bij onbetaald verlof is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt opgenomen Alle werknemers die de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, zullen als deelnemers in de werkgever. Geen deelnemer is de werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getredenpensioenregeling worden opgenomen.
2. Voor werknemers die reeds deelnamen aan Opname in de vorige pensioenregeling van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan vindt plaats op de eerste dag van de maand waarin volgend op de datum waarop de werknemer deelnemer wordtaan de gestelde voorwaarden voldoet. Voldoet de werknemer op de eerste dag van de maand aan de gestelde voorwaarden, maar niet eerder dan vindt opname op 1 juli 1995die eerste dag plaats. Na 30 september 2019 vindt geen opname in de pensioenregeling meer plaats met uitzondering van de persoon die op grond van artikel 21 lid 4 na die periode alsnog recht verkrijgt op ‘vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid’;
3. Werknemers, die op de datum van inwerkingtreding van dit reglement al aan de gestelde voorwaarden voldoen, worden per die datum in de pensioenregeling opgenomen.
34. Elke deelnemer ontvangt op aanvraag een exemplaar van dit reglement en van eventueel daarin aangebrachte wijzigingen.
5. In ieder geval eenmaal per jaar ontvangt de deelnemer een Uniform pensioenoverzicht.
6. Het pensioenfonds verstrekt een opgave als bedoeld in lid 5 van dit artikel éénmalig. Op verzoek verstrekt het pensioenfonds nogmaals een opgave en kan daarvoor een kostenvergoeding vragen.
7. Jaarlijks verstrekt het pensioenfonds ten behoeve van de deelnemer éénmalig de aan het betreffende jaar, dan wel, indien de opgave na afloop van het jaar wordt verstrekt, aan het voorafgaande jaar, toe te rekenen waarde-aangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen.
8. Op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer verstrekt het pensioenfonds binnen drie maanden een opgave van de te bereiken pensioenaanspraken volgens het bepaalde in de Pensioenwet. Het pensioenfonds kan hiervoor een kostenvergoeding vragen.
9. Het deelnemerschap eindigt:
a. bij a door het ingaan van het volledige ouderdomspensioen; b door het overlijden van de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheid;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950.
e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed;
b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste van de werknemer. Bij onbetaald verlof is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Deelnemerschap. 1. Als De volgende personen nemen als deelnemer wordt opgenomen deel aan dit pensioenreglement:
a. de persoon:
(i) die op 31 december 2019 onder het toen geldende pensioenreglement premievrij pensioenaanspraken opbouwde jegens het pensioenfonds vanwege arbeidsongeschiktheid; en
(ii) die dat onafgebroken ook zou hebben gedaan op 1 januari 2020 bij ongewijzigde instandhouding van dat pensioenreglement op 1 januari 2020. Het deelnemerschap van deze persoon vangt aan op 1 januari 2020;
b. de werknemer of gewezen werknemer:
(i) voor wie de werkgever op 31 december 2019 en direct daarop aansluitend op 1 januari 2020 een (al dan niet verlengde) loondoorbetalingsverplichting had op grond van het Burgerlijk Wetboek; en
(ii) die direct daarop aansluitend op of na 1 januari 2020 recht heeft op een uitkering krachtens de WIA dan wel de WAO als vastgesteld door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Het deelnemerschap van deze persoon vangt aan op het eerste moment op of na 1 januari 2020 dat deze persoon genoemd uitkeringsrecht heeft;
c. de werknemer die op basis van een arbeidsovereenkomst heeft pensioenovereenkomst met de werkgeverwerkgever vanaf 1 januari 2020 onafgebroken pensioenaanspraken verwerft bij een andere pensioenuitvoerder. Geen deelnemer is de Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 2, vangt het deelnemerschap van deze werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getredenaan op 1 januari 2020.
2. Voor werknemers die reeds deelnamen aan de vorige pensioenregeling Elke deelnemer ontvangt op aanvraag een exemplaar van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan op de eerste dag reglement en van de maand waarin de werknemer deelnemer wordt, maar niet eerder dan op 1 juli 1995eventueel daarin aangebrachte wijzigingen.
3. In ieder geval eenmaal per jaar ontvangt de deelnemer een Uniform pensioenoverzicht.
4. Het pensioenfonds verstrekt een opgave als bedoeld in lid 3 van dit artikel éénmalig. Op verzoek verstrekt het pensioenfonds nogmaals een opgave en kan daarvoor een kostenvergoeding vragen.
5. Jaarlijks verstrekt het pensioenfonds ten behoeve van de deelnemer éénmalig de aan het betreffende jaar, dan wel, indien de opgave na afloop van het jaar wordt verstrekt, aan het voorafgaande jaar, toe te rekenen waarde-aangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen.
6. Op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer verstrekt het pensioenfonds binnen drie maanden een opgave van de te bereiken pensioenaanspraken volgens het bepaalde in de Pensioenwet. Het pensioenfonds kan hiervoor een kostenvergoeding vragen.
7. Het deelnemerschap eindigt:
a. bij a door het ingaan van het volledige ouderdomspensioen; b door het overlijden van de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheid;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950.
e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed;
b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste van de werknemer. Bij onbetaald verlof is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement