Doorbetaling bij afwezigheid en afwijkingen van het rooster Voorbeeldclausules

Doorbetaling bij afwezigheid en afwijkingen van het rooster. Bij ziekte behoudt de werknemer gedurende de gehele looptijd van het gepubliceerde rooster de bijbehorende dienstroostertoeslag volgens 1.2.
Doorbetaling bij afwezigheid en afwijkingen van het rooster. 3.1.1. Bij ziekte behoudt de werknemer gedurende de gehele looptijd van het gepubliceerde rooster de bijbehorende dienstroostertoeslag volgens 1.2. 3.1.2. Wanneer de looptijd van het gepubliceerde rooster is verstreken, ontvangt de zieke werknemer de dienstrooster toeslag uit 1.2 die hoort bij de laatste maand van het gepubliceerde rooster. 3.1.3. Wanneer de werknemer is hersteld ontvangt hij tot aan het einde van de betreffende maand de dienstroostertoeslag conform 3.1 of 3.2. De daarop volgende maand wordt de dienstroostertoeslag berekend volgens de dan geldende rekensystematiek. 3.1.4. Tijdcompensatie blijft staan gedurende de looptijd van een gepubliceerd rooster. 3.1.5. In geval van overwerk op verzoek van de werkgever t.o.v. het gepubliceerde rooster ontvangt de werknemer een beloning conform artikel 22.1 en 22.1.4 en 22.1.5. Indien hij hierdoor een extra reis maakt, geldt eveneens artikel 23. 3.1.6. Bij een afwijking van het gepubliceerde rooster waarbij op verzoek van de werkgever van dienst wordt gewisseld, ongeacht of dit een werkdag of roostervrije dag is en alleen als er geen sprake is van overwerk, wordt € 102,- per keer uitgekeerd. Deze toeslag wordt niet meer dan één keer per 14 weken en niet vaker dan twee keer per maand toegekend. 3.1.7. De werknemer die op initiatief van de werkgever wordt overgeplaatst naar een rooster met een lagere toeslag, zoals bijv. de dagdienst of 2-ploegendienst, komt in aanmerking voor de afbouwregeling volgens artikel 21.3. Deze treedt onmiddellijk in werking bij de overgang naar het nieuwe rooster. De rollende toeslag komt daarmee te vervallen. 3.1.8. Als een medewerker tijdelijk in dagdienst wordt geplaatst, volgens artikel 27.2.1, dan geldt als volledige dienstroostertoeslag de gemiddelde dienstroostertoeslag over de afgelopen 12 maanden.

Related to Doorbetaling bij afwezigheid en afwijkingen van het rooster

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.