EVALUATIEPROCESSEN Voorbeeldclausules

EVALUATIEPROCESSEN. Het pensioenfonds voert op periodieke basis verschillende evaluaties uit. Een niet limitatieve opsomming is: • Evaluatie vermogensbeheerders en externe partijen (jaarlijks, indicatie Q1) Dit betreft de jaarlijkse evaluatie van de dienstverlening en indien van toepassing de performance versus de benchmark. Voor de evaluatie heeft het pensioenfonds een evaluatiesjabloon (zie bijlage 3) ontworpen. Voordat de evaluatie wordt gestart zal de beleggingsadviescommissie de beoordelingscriteria doornemen of deze nog aangepast moeten worden. Onderdeel van de beoordelingscriteria zijn de toegepaste selectiecriteria bij opname van het mandaat. Het beleid en het proces is onder “evaluatie externe partijen” verder uitgewerkt. In het beleggingsjaarplan wordt een kort verslag opgenomen van de evaluatie. • Evaluatie van de investment beliefs (jaarlijks, indicatie Q4) De investment beliefs worden jaarlijks in het beleggingsjaarplan behandeld. De beleggingsmandaten worden dan ook beoordeeld of ze nog voldoen aan de investment beliefs. De evaluatie wordt uitgevoerd door de beleggingsadviescommissie en het bestuur wordt hierover geïnformeerd. Indien het pensioenfonds een nieuwe beleggingscategorie overweegt op te nemen in de beleggingsportefeuille dan is een check met de investment beliefs een van de eerste stappen die wordt doorlopen. Dit is beschreven in het selectieproces. • Mandaatevaluatie (jaarlijks, indicatie Q4) Hieronder wordt verstaan dat de mandaten worden geëvalueerd of deze conform verwachting zich hebben gedragen. Onderdeel van de evaluatie is ook de geschiktheid en de bijdrage van de mandaten ten opzichte van de ambitie van het pensioenfonds en de toets van het beleggingskader. In de evaluatie wordt ook de geschiktheid van de benchmark voor het mandaat betrokken en of de beheerder mandaataanpassingen heeft doorgevoerd. Deze evaluatie vindt jaarlijks plaats en een verslag hiervan wordt opgenomen in het beleggingsjaarplan. De evaluatie wordt uitgevoerd door de beleggingsadviescommissie en het bestuur wordt hierover geïnformeerd. • Herallocatiebeleid (jaarlijks, indicatie Q4) Aan het eind van het jaar wordt het herallocatiebeleid geëvalueerd. In deze evaluatie wordt het uitgevoerd beleid afgezet ten opzichte van het geformuleerd beleid. Een verslag hiervan wordt opgenomen in het beleggingsjaarplan. De evaluatie wordt uitgevoerd door de beleggingsadviescommissie en het bestuur wordt hierover geïnformeerd. • Update van de investment cases (Q4) De beleggingsadviescommi...

Related to EVALUATIEPROCESSEN

  • Eenmalige uitkering Over de periode 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 wordt een eenmalige uitkering uitbetaald van 3% over de verdiende maandsalarissen in deze periode. Deze eenmalige uitkering telt mee voor de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering en is niet pensioengevend. Deze eenmalige uitkering wordt in juli 2020 uitbetaald gelijktijdig met de salarisverhoging. Of bij uitdiensttreding als een medewerker tussen 1 januari en 1 juli uit dienst treedt.

  • Kwaadwillige besmetting Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.

  • Ongevallenverzekering 1. De werkgever is verplicht een collectieve ongevallenverzekering met een 24-uurs dekking af te sluiten voor alle werknemers die bij hem in dienst zijn. Deze verzekering geeft de werknemer in geval van een ongeval het recht op een eenmalige uitkering van: - ten minste één keer het jaarloon in geval van overlijden; - maximaal (in geval van algehele blijvende invaliditeit) anderhalf keer het jaarloon. 2. Onder jaarloon in dit artikel wordt verstaan: 13 loonperioden volgens de definitie van ziektegeld, vermeerderd met de vakantiebijslag. 3. De voorwaarden en de begunstiging bij de ongevallenverzekering moeten in de polis worden opgenomen. De polis moet voor iedere werknemer ter inzage liggen op het kantoor van de werkgever.

  • REPARATIECLAUSULE NIETIGHEDEN 1. Indien enige bepaling uit deze algemene voorwaarden of uit de onderliggende Opdracht/Overeenkomst geheel of ten dele nietig en/of niet geldig en/of niet afdwingbaar mocht zijn, dit tengevolge van enig wettelijk voorschrift, rechterlijke uitspraak dan wel anderszins, dan zal dit geen enkel gevolg hebben voor de geldigheid van alle andere bepalingen van deze algemene voorwaarden of de onderliggende Opdracht/Overeenkomst. 2. Indien een bepaling van deze algemene voorwaarden of de onderliggende Opdracht/Overeenkomst niet geldig mocht zijn om een reden als bedoeld in het vorige lid, maar wel geldig zou zijn indien deze een beperktere omvang of strekking zou hebben, dan zal deze bepaling -vooreerst- automatisch gelden met de meest verstrekkende of omvangrijkste beperktere omvang of strekking waarmee of waarin zij wel geldig is. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 kunnen partijen desgewenst in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige c.q. vernietigde bepalingen overeen te komen. Daarbij zal zoveel mogelijk aangesloten worden bij het doel en de strekking van de nietige c.q. vernietigde bepalingen.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Collegapsychologen en -psychotherapeuten Verpleegkundig specialisten ggz-instellingen

  • Bekostiging De Jeugdhulpaanbieder die een Individuele opdrachtverstrekking tot levering van de Individuele voorziening ontvangt van de Gemeente, ontvangt voor die levering een vergoeding zoals opgenomen in bijlage 3.

  • Vrijwillige aansluiting Ondernemingen, verwant met de verblijfsrecreatie, zoals bedoeld in artikel 1 lid 30, en niet vallend onder een andere cao, kunnen desgevraagd in aanmerking komen voor vrijwillige aansluiting bij het geheel van regelingen en fondsen voortvloeiend uit de cao. De bedrijven die vrijwillig zijn aangesloten, verplichten zich de cao’s integraal toe te passen op alle bij hun in dienst zijnde werknemers, mits het bestuur van het Pensioenfonds Recreatie met de vrijwillige aansluiting heeft ingestemd (de voorwaarden staan vermeld in het Reglement van het Pensioenfonds) Recreatie.