Externe arbeidsmarkt Voorbeeldclausules

Externe arbeidsmarkt. Inzicht in jouw kansen op de externe arbeidsmarkt kun je verkrijgen via de arbeidsmarktwaardescan.
Externe arbeidsmarkt. Inzicht in jouw kansen op de externe arbeidsmarkt kun je verkrijgen via het NN-loopbaanplatform. Kijk voor meer informatie op SAM (intranet).

Related to Externe arbeidsmarkt

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.

  • Arbeidsduur en arbeidstijden 1. De uitzendonderneming maakt afspraken met de uitzendkracht over het aantal te werken uren per dag/week/periode. 2. De arbeids-, pauze- en rusttijden van de uitzendkracht zoals bedoeld in de Arbeidstijdenwet zijn gelijk aan die bij de opdrachtgever. 3. In overleg met de opdrachtgever en uitzendonderneming, is het de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende arbeidsduur en/of arbeidstijden. Dit kan bij aanvang van de uitzendovereenkomst, dan wel gedurende de uitzendovereenkomst worden overeengekomen. Hierbij geldt dat: x. xx xxxxxxxxx niet de voor de opdrachtgever uiterste grenzen van de wet en/of cao van de opdrachtgever (voor zover deze ruimer is) overschrijdt; b. de pauze- en rusttijden voor de uitzendkracht niet korter zijn dan bij de opdrachtgever.

  • Werktijdenregeling 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J. 2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid. 3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging. 4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.

  • Externe kosten DAS betaalt ook andere kosten die volgens DAS nodig zijn voor de juridische hulp in het conflict van verzekerde. Deze kosten noemt DAS externe kosten. DAS betaalt alleen de redelijke en noodzakelijke externe kosten. En DAS betaalt nooit meer externe kosten dan het verzekerde maximumbedrag. Voor externe kosten geldt verder het volgende: • Kosten van deskundigen die niet bij DAS in loondienst zijn (externe deskundigen of externe rechtshulpverleners), betaalt DAS alleen als DAS de externe deskundige of externe rechtshulpverlener een opdracht geeft. Als verzekerde zelf een externe deskundige of externe rechtshulpverlener heeft ingeschakeld, betaalt DAS de kosten daarvan dus niet. • Voor gerechtelijke of administratieve procedures waarvoor geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt en waarvoor op verzoek van verzekerde door DAS een externe rechtshulpverlener is ingeschakeld, gelden maximale vergoedingen per procedure. DAS betaalt voor de behandelkosten (honorarium inclusief kantoor- en overige kosten) van deze externe rechtshulpverlener maximaal € 5.000. Voor bestuursrechtelijke en sociaalverzekerings- rechtelijke procedures geldt dit bedrag voor twee instanties tezamen. Dit bedrag is exclusief btw. Kan verzekerde de btw niet verrekenen? Dan betaalt DAS daarnaast ook nog de btw over dit bedrag. • DAS betaalt de kosten van een externe deskundige die DAS namens verzekerde heeft ingeschakeld. Maar alleen als deze kosten echt nodig waren om de opdracht uit te voeren. • DAS betaalt de kosten van een professionele en onafhankelijke conflictbemiddelaar (mediator) die DAS voor verzekerde heeft ingeschakeld. Maar alleen als deze kosten echt nodig waren. DAS betaalt alleen het deel van de kosten van verzekerde en niet het deel van de andere partij. • DAS betaalt de kosten van getuigen in een rechtszaak. Maar alleen als de rechter deze kosten heeft toegewezen. • DAS betaalt de proceskosten, waarvan de rechter uiteindelijk heeft bepaald dat verzekerde deze moet betalen. • DAS betaalt de reiskosten en verblijfkosten die verzekerde maakt omdat verzekerde bij een rechter in het buitenland moet komen. Maar alleen als de advocaat het zeer wenselijk vindt dat verzekerde daar verschijnt. En ook alleen als verzekerde dit vooraf met DAS heeft overlegd. • DAS betaalt de kosten die moeten worden gemaakt om een uitspraak van de rechter uit te voeren. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten van een deurwaarder of beslaglegging. Welke kosten betaalt DAS niet? Zijn er kosten gemaakt die verzekerde van iemand anders kan terugkrijgen? Of van een andere verzekering? Dan schiet DAS deze kosten aan verzekerde voor. Als verzekerde deze kosten later van iemand anders of een andere verzekering terugkrijgt, moet verzekerde het bedrag dat DAS heeft voorgeschoten, aan DAS terugbetalen. Dat geldt ook voor proceskosten die verzekerde volgens een definitief vonnis ontvangt en buitengerechtelijke (incasso)kosten die aan verzekerde worden betaald. Wanneer moet verzekerde een eigen risico betalen aan DAS? Verzekerde moet een eigen risico van € 250 betalen als verzekerde wil dat DAS een door verzekerde gekozen externe rechtshulpverlener inschakelt om namens hem/haar een gerechtelijke of administratieve procedure te voeren. Als verzekerde de procedure laat uitvoeren door een deskundige medewerker van DAS hoeft verzekerde dit bedrag niet te betalen. En dat hoeft verzekerde ook niet als het volgens wet- en regelgeving verplicht is om voor een gerechtelijke procedure een advocaat in te schakelen (verplichte procesvertegenwoordiging). DAS geeft pas opdracht aan de externe rechtshulpverlener die verzekerde heeft gekozen als DAS van verzekerde het eigen risico heeft ontvangen. Ook als de partij waarmee verzekerde een conflict heeft, rechtsbijstand krijgt van DAS, mag verzekerde zelf een rechtshulpverlener kiezen. In dat geval geldt geen maximum en hoeft verzekerde geen eigen risico te betalen

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • De arbeidsovereenkomst Lid 1 Arbeidsovereenkomsten moeten schriftelijk worden vastgelegd. Van de getekende arbeidsovereenkomst behouden werkgever en werknemer ieder een exemplaar. Lid 2 In deze schriftelijke arbeidsovereenkomst moeten de volgende bepalingen worden opgenomen: • de aard van het dienstverband; • de duur van het dienstverband; • de jaarurennorm indien van toepassing conform Artikel 18; • bij een deeltijddienstverband: de wekelijkse arbeidsduur; • in welke functie de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst werkzaam zal zijn; • de aard van de werkzaamheden; • het loon; • alle overeengekomen toeslagen; • dat de cao van het Hoveniersbedrijf op de arbeidsovereenkomst van toepassing is; • andere onderwerpen waarover partijen regeling wensen. Lid 3 Indien een structurele wijziging optreedt in het niveau van de werkzaamheden, dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. Lid 4 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan schriftelijk een wederzijdse proeftijd worden overeengekomen van maximaal 2 maanden. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden, indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor meer dan 6 maanden en maximaal 2 jaar. Het is niet toegestaan een proeftijd af te spreken voor contracten voor bepaalde tijd die korter zijn dan 6 maanden. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst dient te blijken of er een proeftijd is overeengekomen en hoe lang de proeftijd duurt. Zie voor de wettelijke regeling bijlage IX. Lid 5 De cao heeft het karakter van een minimum-cao. Dat betekent dat met de individuele werknemer van de cao afwijkende afspraken mogen worden gemaakt, mits deze voor de werknemer ten minste gelijkwaardig zijn aan hetgeen bij cao is bepaald. De afwijkende afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd en door beide partijen te worden getekend en maken deel uit van de arbeidsovereenkomst. Bepalingen in de arbeidsovereenkomst welke voor de werknemer in negatieve zin afwijken van de cao zijn nietig.

  • Aanstelling Op de aanstelling van de LIO zijn van toepassing de artikelen 4.23 tot en met 4.26.

  • Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.