Faillissementsrisico Voorbeeldclausules

Faillissementsrisico. De koper van aandelen is geen schuldeiser, maar een kapitaalinbrenger waardoor hij of zij mede-eigenaar van de kapitaalvennootschap wordt. Er wordt deelgenomen aan de ontwikkeling van de vennootschap en aan de daaraan verbonden kansen en risico’s, hetgeen tot onvermoede ontwikkelingen van de belegging kan leiden. In het uiterste geval kan het voorkomen dat de uitgevende vennootschap failliet gaat, hetgeen volledig verlies van de belegde sommen tot gevolg kan hebben. Over het algemeen zijn financiële markten gereguleerde markten waarbij ondernemingen aan strenge eisen moeten voldoen om een notering te krijgen of te behouden. Er zijn echter ook niet of minder ongereguleerde markten waar maar zeer minimale minder eisen gelden. De risico’s voor beleggers op de niet of minder ongereguleerde markten zijn echter aanzienlijk. Voorbeelden van niet of minder ongereguleerde markten zijn Alternext in Frankrijk en de OTC Bulletin Board in de Verenigde Staten. In het geval van Alternext mag de onderneming maximaal twee jaar te bestaan en mogen veel nieuwe Europese regelgeving, zoals de boekhoudregels IFRS, links gelegen laten worden. In sommige gevallen is niet eens een door de toezichthouder goedgekeurd prospectus verplicht.
Faillissementsrisico. Voor obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surseance van betaling van JR Shipping Obligaties BV, AS Shipping Group BV en/of andere tot de rederijgroep behorende vennootschappen. Daarnaast bestaat het risico dat is verbonden aan een mogelijke concentratie van beleggingen wanneer u uw beleggingen onvoldoende spreidt.
Faillissementsrisico. In geval van faillissement van Choice lopen de aandeelhouders van deze juridische entiteiten, en daarmee ook de Unithouders via de Stichting, het risico om het door hen geïnvesteerde kapitaal geheel of gedeeltelijk te verliezen. Een faillissement kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een tegenvallend commercieel succes en zal ertoe leiden dat de gefailleerde onderneming wordt geliquideerd, waarbij in veel gevallen een gebrek aan boedelactiva is om de vorderingen van een (groot) deel van de schuldeisers van de gefailleerde onderneming alsnog te voldoen. Het intreden van dit risico zorgt ervoor dat de Onderliggende Aandelen van Choice, en daarmee ook de Units die door een Unithouders worden gehouden, waardeloos worden. De Stichting en Choice zijn in sterke mate afhankelijk van Xxxxxx Xxxxxxxxxx en Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx, zijnde de bestuursleden en grootaandeelhouders van de onderneming. Het succes van Choice zal in belangrijke mate afhangen van deze personen. Het verlies van één of meer van deze sleutelfiguren kan, al dan niet op termijn, negatieve gevolgen hebben voor Choice en de met haar verbonden onderneming. Indien één of meer van deze sleutelfiguren wegvallen, kan dit een materieel nadelig effect hebben op de prestaties van Choice en kan dit via de Units ook de financiële positie van de Unithouders negatief beïnvloeden. De Units zijn op grond van de Administratievoorwaarden niet overdraagbaar. Dit betekent dat een Unithouder de door hem/haar gehouden Units niet aan derden kan verkopen en overdragen. Daarmee zijn de Units een illiquide belegging. Dit leidt ertoe dat beleggers hun Units tussentijds niet kunnen verkopen en ten gelde maken op het moment dat zij dit wensen. Wel kan een Unithouder een verzoek tot verkoop en liquidatie van de door hem/haar gehouden Units doen bij de Stichting. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar Hoofdstuk 5.4.
Faillissementsrisico. Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surseance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings- en aflossingsrisico (zoals hiervoor is opgenomen).
Faillissementsrisico. Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surséance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings- en aflossingsrisico (zoals hiervoor is opgenomen). Feitelijk is het functioneren en opereren van de Uitgevende Instelling afhankelijk van de specifieke kennis en ervaring van haar statutaire bestuurders. Het wegvallen van deze bestuursleden zou kunnen betekenen dat die specifieke kennis en ervaring verloren gaat. Dit kan op de korte dan wel de langere termijn een negatief effect hebben op de bedrijfsvoering en financiële resultaten van de Uitgevende Instelling. Bovengenoemd risico zou tot gevolg kunnen hebben dat de Uitgevende Instelling wordt beperkt in het nakomen van haar betalingsverplichtingen (inclusief Hoofdsom en Rente) jegens de Obligatiehouders.
Faillissementsrisico. Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surséance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings- en aflossingsrisico zich (zoals hiervoor is opgenomen). Philipsburg heeft zich bereid getoond zich borg te stellen voor deze verplichtingen. Aangezien de activa van Philipsburg voor het merendeel bestaan uit materiële vaste activa (i.e. onroerend goed) kan het echter enige tijd duren voordat deze illiquide middelen – bijvoorbeeld door verkoop - liquide zijn gemaakt zodat Philipsburg, indien zij als borg wordt aangesproken tot nakoming tot bovengenoemde verplichtingen jegens Obligatiehouders, tot betaling kan overgaan. (zie verder het ‘garantstellingsrisico’ zoals hiervoor is opgenomen.
Faillissementsrisico. Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surséance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings-en aflossingsrisico zich voor het merendeel bestaan uit materiële vaste activa (i.e. onroerend goed). Het kan het echter enige tijd duren voordat deze illiquide middelen – bijvoorbeeld door verkoop - liquide zijn gemaakt zodat Uitgevende Instelling tot nakoming tot bovengenoemde verplichtingen jegens Obligatiehouders, tot betaling kan overgaan.
Faillissementsrisico. Voor Obligatiehouders bestaat het risico van faillissement en/of surseance van betaling van de Uitgevende Instelling. Indien dit zich zou voordoen, verwezenlijkt het rentebetalings- en aflossingsrisico (zoals hiervoor is opgenomen).

Related to Faillissementsrisico

  • Faillissement Zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever hebben het recht de overeenkomst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden in geval van faillissement of surcéance van de andere partij.

  • Faillissement van de verzekeringnemer De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.

  • Huishoudelijk reglement Artikel 64

  • Uitbetaling 7.4 Wij betalen zo snel mogelijk nadat wij alle gegevens hebben ontvangen die nodig zijn om de schade te beoordelen.

  • Reglement De werkgever kan in overleg met de PMR een reglement opstellen waarin afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de Werktijdvermindering Senioren in de praktijk wordt uitgevoerd.

  • Garantieregeling Er is een garantieregeling van kracht voor werknemers waarvoor per 1 januari 2003 een nieuw functiewaarderingssysteem is overeengekomen. De regeling luidt als volgt: • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep III, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1877,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2393,89. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.393,89 1 juli 2018 € 2.423,81 1 januari 2019 € 2.454,11 1 juli 2019 € 2.492,15 1 januari 2020 € 2.530,78 1 november 2020 € 2.556,09 • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider A en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep IV, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1981,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2.541,64. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.541,64 1 juli 2018 € 2.573,41 1 januari 2019 € 2.605,58 1 juli 2019 € 2.645,96 1 januari 2020 € 2.686,98 1 november 2020 € 2.713,85 • Overige werknemers die door de invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem worden ingedeeld op het maximum van een nieuwe loonschaal, ontvangen, indien dat maximum lager is dan het functiejaren-loon conform de cao op 31-12-2002, een bruto garantietoeslag ter hoogte van het verschil tussen het oude functiejaren-loon en het nieuwe schaalmaximum. Voor deze categorie werknemers wordt het feitelijk loon (cao-loon plus garantietoeslag) aangepast met de helft van de in deze cao overeengekomen loonaanpassingen. Omdat het cao-loon stijgt conform de in deze cao opgenomen loonschalen, neemt de garantietoeslag (het verschil tussen het feitelijke loon en de betreffende cao-loonschaal) af. Het toekennen van verlaagde loonaanpassingen wordt gestaakt zodra de bruto garantietoeslag geheel is afgebouwd. Werkgever en werknemer kunnen in goed overleg aanvullende en/of afwijkende afspraken maken. Het functiehandboek is niet gewijzigd ten opzichte van het handboek dat bij het ministerie SZW is ingediend bij de cao voor het Hoveniersbedrijf voor de periode 1 januari 2014 tot en met 29 februari 2016. Dit handboek vormt integraal onderdeel van deze cao (Artikel 4). U kunt het handboek opvragen via Branchevereniging VHG, Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx.

  • Uitbetalingsregeling Overeenkomstig de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering van schade veroorzaakt door terrorisme, beslist het Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme. Opdat het bedrag genoemd in alinea 1 van dit artikel niet zou worden overschreden, bepaalt dit Comité, ten laatste zes maanden na de gebeurtenis, het percentage van de schadevergoeding die wij ingevolge de gebeurtenis dienen te vergoeden. Het Comité kan dit percentage herzien. Ten laatste op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar van de gebeurtenis, neemt het Comité een definitieve beslissing omtrent het uit te betalen percentage van schadevergoeding. U kunt tegenover ons pas aanspraak maken op de schadevergoeding nadat het Comité het percentage heeft vastgesteld. Wij betalen het verzekerde bedrag uit overeenkomstig het percentage vastgesteld door het Comité. Indien, in afwijking van het voorgaande, bij koninklijk besluit een ander percentage wordt vastgelegd, dan betalen wij het verzekerde bedrag uit overeenkomstig dit percentage. Indien het Comité het percentage verlaagt, zal de verlaging van de schadevergoeding niet gelden voor de reeds uitgekeerde schadevergoedingen, noch voor de nog uit te keren schadevergoedingen waarvoor wij reeds een beslissing aan u hebben meegedeeld. Indien het Comité het percentage verhoogt, geldt de verhoging van de schadevergoeding voor alle aangegeven schadegevallen voortvloeiend uit de gebeurtenis erkend als terrorisme. Indien het Comité vaststelt dat het bedrag genoemd in alinea 1 van dit artikel ,onvoldoende is voor het vergoeden van alle geleden schade of over onvoldoende elementen beschikt om te oordelen of dit bedrag voldoende is, wordt de schade aan personen bij voorrang vergoed. De morele schadevergoeding wordt na alle andere schadevergoedingen vergoed. Elke beperking, uitsluiting en/of spreiding in de tijd van de uitvoering van de verbintenissen van de verzekeringsonderneming, bepaald in een koninklijk besluit, zal van toepassing zijn overeenkomstig de modaliteiten voorzien in dat koninklijk besluit.

  • Premiebetaling 3.1.1 De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen op de premie- vervaldatum.

  • Gedeeltelijke nietigheid Indien de Deelovereenkomst Verblijf of enige bepaling daarin nietig is of vernietigd wordt, tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. Partijen zullen indien dit zich voordoet met elkaar in overleg treden om te trachten overeenstemming te bereiken over aanpassing van de Deelovereenkomst Verblijf zodanig dat deze niet langer nietig of vernietigbaar is dan wel om overeenstemming te bereiken over een bepaling, ter vervanging van de nietige of vernietigde bepaling, die voor wat betreft aard en strekking zo dicht mogelijk aansluit bij de nietige of vernietigde bepaling.

  • Toepasselijk recht en geschillenregeling a. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing