Financiële kaders Voorbeeldclausules

Financiële kaders. 6.1 Het bestuur handelt binnen de kaders van het beleidsplan en de financiële kaders zoals vastgesteld in de jaarbegroting en projectbudgetten. Bij afwezigheid van de penningmeester zijn de voorzitter en secretaris tezamen gemachtigd tot het doen van betalingen. 6.2 Een bestuurslid mag in ad hoc situaties individueel beslissen over verplichtingen en/of betalingen tot 1.000 (duizend) euro, maar dient daarbij een tweede bestuurslid te consulteren die schriftelijk zijn goedkeuring moet verlenen. 6.3 Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van leningen zonder goedkeuring van de ledenvergadering. 6.4 De algemene ledenvergadering stelt voor de controle op de financiële jaarstukken een kascontrolecommissie in die minstens één keer per jaar een controle uitvoert op de uitgaven en inkomsten van de coöperatie. Deze commissie bestaat uit 3 (drie) leden van de coöperatie geen bestuurslid zijnde. Jaarlijks treedt één lid af en is daarna gedurende 4 (vier) jaar niet herkiesbaar. 6.5 Bestuursleden zijn binnen de kaders van de begroting en projectbudgetten gerechtigd om privé gedane of voorgeschoten uitgaven ten behoeve van de coöperatie te declareren. 6.6 Bestuursleden zijn niet gerechtigd zich voor hun inspanningen en/of tijdsbesteding te laten compenseren tenzij anders vastgesteld conform art. 11 van de statuten. 6.7 Bestuursleden die naar het oordeel van het bestuur niet binnen de hiervoor gestelde kaders handelen worden onmiddellijk door het (resterende) bestuur geschorst. Indien de eerstvolgende ledenvergadering met deze schorsing instemt, worden zij ontheven uit hun functie en zijn zij niet herkiesbaar.
Financiële kaders. 7.1. Jaarlijks wordt door de penningmeester een begroting opgesteld voor de coöperatie als geheel en voor de afzonderlijke deelplannen en projecten. 7.2. Jaarlijks wordt door de penningmeester de jaarrekening opgesteld voor de coöperatie als geheel en voor de afzonderlijke deelplannen en projecten. 7.3. De controle op de jaarstukken vindt plaats minimaal 14 dagen voor de jaarvergadering waarin de stukken worden voorgelegd; 7.4. De algemene ledenvergadering stelt voor de controle op de financiële jaarstukken een kascontrolecommissie in die minstens 1 keer per jaar een controle uitvoert op de uitgaven en inkomsten van de coöperatie. Deze commissie bestaat uit 2 tot maximaal 4 leden van de coöperatie geen bestuurslid zijnde. Jaarlijks treedt één lid af en is daarna gedurende 1 jaar niet herkiesbaar. 7.5. De algemene ledenvergadering stelt de hierboven genoemde begrotingen en financiële verslagen vast. 7.6. Het bestuur handelt binnen de kaders van het beleidsplan en de financiële kaders zoals vastgesteld in de jaarbegroting en projectbudgetten. 7.7. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van leningen zonder goedkeuring van de ledenvergadering. 7.8. Bestuursleden zijn niet gerechtigd zich voor hun inspanningen en/of tijdsbesteding te laten compenseren. 7.9. Bestuursleden die naar het oordeel van het bestuur niet binnen de hiervoor gestelde kaders handelen worden onmiddellijk door het (resterende) bestuur geschorst. Indien de eerstvolgende ledenvergadering met deze schorsing instemt, worden zij ontheven uit hun functie en zijn zij niet herkiesbaar.
Financiële kaders. 4.1 Berekening solvabiliteit RET NV 4.2 Rentabiliteit en solvabiliteit RET NV tijdens looptijd Railconcessie 2016-2026 4.2.1 RET NV streeft gedurende de looptijd van de Railconcessie 2016-2026 naar een zeker jaarlijks rendement om voldoende solvabiliteit op te bouwen om na het einde van de Railconcessie 2016-2026 aan een aanbesteding mee te kunnen doen, waarbij RET NV en GR reeds voor het aangaan van deze 2016 Overeenkomst zijn overeengekomen dat de solvabiliteit van RET NV in 2026 35% zou moeten bedragen (indien dan aanbesteding aan de orde is). 4.2.2 Bij inbestede Concessies of contracten van MRDH wordt het benodigde rendement voorcalculatorisch bepaald. Dit rendement wordt verwerkt in de bieding die RET NV doet voor een Concessie of opdracht van MRDH. Het voorcalculatorisch bepaalde rendement wordt gerelateerd aan het risicoprofiel van de desbetreffende (rail)concessie. Achteraf vindt geen verrekening plaats, positief noch negatief, tenzij wettelijk vereist, bijvoorbeeld vanwege de staatssteunregels. De rendementseis is daarmee zodanig dat naar verwachting RET NV in 2021 een solvabiliteit van circa 30% kan realiseren.1 1 Deze 30% is genoemd in het Hoofdlijnenakkoord. 4.2.3 In 2021 worden de rendementsafspraken en (gewenste) solvabiliteit geëvalueerd door de Partijen, waarbij een inschatting wordt gemaakt van de kans dat de Railconcessie na het einde van de Railconcessie 2016-2026 openbaar wordt aanbesteed. Dit kan dan consequenties hebben voor de na te streven solvabiliteit.2
Financiële kaders. 5.2.1 Lange termijn financieel perspectief Totaal gereserveerd tbv concessie Amsterdam 190 190 172 173 169 168 168 191 184 184 199 190 176 169 162 158
Financiële kaders. In de tabel onderaan deze pagina staan voor de jaren 2019- 2022 de uitgaven op basis van de actuele inzichten (stand medio 2022). Voor 2022 betreft het een voorlopige jaar- raming op basis van 2 kwartalen. Voor de jaren 2023-2026 laat deze tabel de beschikbare macrokaders zien op basis van de afspraken in het IZA (in prijspeil 2022, exclusief loon- en prijsbijstellingen in de jaren 2023-2026).2 Deze tabel is exclusief de transformatie- en investeringsmiddelen (totaal € 2,8 miljard in de jaren 2023-2027).
Financiële kaders. De financiële kaders voor de vervoerconcessie zijn neergelegd in het akkoord dat is gesloten naar aanleiding van de financiële problematiek van de HSA. Deze kaders zijn getoetst op marktconformiteit. De Tweede Kamer is over de keuzen met betrekking tot het oplossen van de HSA-problematiek geïnformeerd op 18 november 2011 (Kamerstukken II 2011/12, 22026, nr. 343) en over de uitkomsten van deze toets op 1 maart 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 22026, nr. 355). Naar aanleiding van het alternatief voor de Fyra V250 zijn de afspraken wederom getoetst op marktconformiteit (Kamerstukken II 2013/14, 22026, 430, 27 september 2013). NS betaalt de concessieverlener een jaarlijkse prijs van 80 miljoen euro. Deze concessieprijs ziet op de uitvoering van de conventionele treindiensten. Het daadwerkelijk te betalen bedrag muteert nog, bijvoorbeeld door de vergoeding die NS jaarlijks ontvangt voor de reisinformatiesystemen en door de vergoeding die de concessieverlener ontvangt voor de decentralisatie van de stoptreindiensten in Limburg. NS is tevens een vergoeding verschuldigd voor het recht om de HSL-Zuid diensten te verrichten. Deze vergoeding bedraagt voor de gehele concessieperiode in totaal maximaal 882,8 miljoen euro (prijspeil 2010). Deze vergoeding is vormgegeven als een met de HSL-heffing verhoogde gebruiksvergoeding als bedoeld in artikel 62, tweede lid, van de Spoorwegwet.
Financiële kaders. Inhoudelijke beleidskaders.

Related to Financiële kaders

  • Licentievoorwaarden bij ontwikkeling B.4.1 Opdrachtnemer verleent aan Opdrachtgever het recht om ontwikkelde Materialen te verveelvoudigen en te verspreiden voor de doeleinden die Opdrachtgever bij het aangaan van de Overeenkomst heeft beoogd. B.4.2 Opdrachtnemer draagt daarmee nooit enige aan Opdrachtnemer toekomende rechten van intellectueel eigendom (zoals het auteursrecht) over op Opdrachtgever, tenzij Schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen. B.4.3 De broncode van door Opdrachtnemer geleverde software, niet zijnde open source software, en de bij de ontwikkeling van de software voortgebrachte technische documentatie mag en zal nimmer aan Opdrachtgever ter beschikking worden gesteld, noch mag Opdrachtgever daarin enige wijzigingen aanbrengen, tenzij Schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen. B.4.4 Opdrachtnemer verleent Opdrachtgever het niet-exclusieve recht tot het gebruik van het ten behoeve van Opdrachtgever ontwikkelde Dienst/programmatuur. Opdrachtgever zal de tussen partijen overeengekomen gebruiksbeperkingen steeds stipt naleven. Het verstrekte gebruiksrecht is niet overdraagbaar. B.4.5 Het is Opdrachtgever niet toegestaan de ontwikkelde werken te verkopen, te verhuren, te sublicentiëren, te vervreemden of daarop beperkte rechten te verlenen of op welke wijze of voor welk doel dan ook ter beschikking van een derde te stellen, ook niet indien de betreffende derde de programmatuur uitsluitend ten behoeve van Opdrachtgever gebruikt, tenzij Schriftelijk anders is overeengekomen of in geval van en in combinatie met een verkoop van de betreffende bedrijfsonderdelen of -activiteiten van Opdrachtgever.

  • Vrijwillige aansluiting Ondernemingen, verwant met de verblijfsrecreatie, zoals bedoeld in artikel 1 lid 30, en niet vallend onder een andere cao, kunnen desgevraagd in aanmerking komen voor vrijwillige aansluiting bij het geheel van regelingen en fondsen voortvloeiend uit de cao. De bedrijven die vrijwillig zijn aangesloten, verplichten zich de cao’s integraal toe te passen op alle bij hun in dienst zijnde werknemers, mits het bestuur van het Pensioenfonds Recreatie met de vrijwillige aansluiting heeft ingestemd (de voorwaarden staan vermeld in het Reglement van het Pensioenfonds) Recreatie.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.

  • Kwaadwillige besmetting Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

  • Eenmalige uitkering Over de periode 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 wordt een eenmalige uitkering uitbetaald van 3% over de verdiende maandsalarissen in deze periode. Deze eenmalige uitkering telt mee voor de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering en is niet pensioengevend. Deze eenmalige uitkering wordt in juli 2020 uitbetaald gelijktijdig met de salarisverhoging. Of bij uitdiensttreding als een medewerker tussen 1 januari en 1 juli uit dienst treedt.

  • Afbouwregeling 1. Voor de werknemer met een vaste inkomensstructuur wordt een afbouwregeling getroffen voor beloningselementen indien door de werkgever, buiten de schuld van de werknemer om, de functie of de roosters danwel de tijden waarop de arbeid wordt verricht, worden gewijzigd. 2. De volgende beloningselementen komen voor de afbouw in aanmerking: - Bijzondere uren (artikel 44); - Structureel overwerk; - Toeslag medewerker algemene reserve (artikel 27 lid 2). 3. Voor de bepaling van de afbouwregeling worden de voor de afbouw in aanmerking komende bedragen bij elkaar opgeteld en als 1 bedrag buiten het salaris gebracht. De afbouw vindt vervolgens plaats per loonperiode. 4. De afbouwregeling gaat in, indien het bruto-verschil tussen het oude en het nieuwe inkomen groter is dan € 22,69 bruto per loonperiode en nadat de hogere vaste inkomensstructuur ten minste 13 loonperioden voorafgaand aan de verandering heeft bestaan. 5. Indien voldaan is aan de hierboven genoemde voorwaarden geldt de navolgende afbouw: Bij ingang van de eerste wijziging direct € 22,69 bruto en het restant conform het navolgende schema: na 1 jaar 6 perioden van 2 tot 4 jaar 9 perioden 4 jaar en langer 12 perioden 6. Indien gedurende de periode van de afbouw het inkomen wordt verhoogd anders dan door loonindexering in verband met de prijscompensatie, wordt de verhoging in mindering gebracht op het af te bouwen bedrag.

  • Vakantie bij ontslag a. Bij het eindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantie op te nemen met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. b. Indien de werknemer de hem toekomende vakantie niet heeft opgenomen, zal elke niet genoten dag worden uitbetaald. Deze uitbetaling wordt gebaseerd op het maandinkomen, aangevuld met de vakantietoeslag en de gratificatie. c. Teveel genoten vakantie wordt op overeenkomstige wijze met het salaris verrekend. d. De werkgever reikt de werknemer bij het einde van de dienstbetrekking een verklaring uit waaruit blijkt de duur van de vakantie zonder behoud van salaris welke de werknemer op dat tijdstip nog toekomt.

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • WIA-uitkering Een uitkering die een werknemer krijgt toegekend van UWV volgens de WIA.

  • Informatie-uitwisseling De provincie Antwerpen verbindt zich ertoe om gegevens die nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het EVAP aan het EVAP ter beschikking te stellen.