Afbouwregeling Voorbeeldclausules

Afbouwregeling. 1. Voor de werknemer met een vaste inkomensstructuur wordt een afbouwregeling getroffen voor beloningselementen indien door de werkgever, buiten de schuld van de werknemer om, de functie of de roosters danwel de tijden waarop de arbeid wordt verricht, worden gewijzigd. 2. De volgende beloningselementen komen voor de afbouw in aanmerking: - Bijzondere uren (artikel 44); - Structureel overwerk; - Toeslag medewerker algemene reserve (artikel 27 lid 2). 3. Voor de bepaling van de afbouwregeling worden de voor de afbouw in aanmerking komende bedragen bij elkaar opgeteld en als 1 bedrag buiten het salaris gebracht. De afbouw vindt vervolgens plaats per loonperiode. 4. De afbouwregeling gaat in, indien het bruto-verschil tussen het oude en het nieuwe inkomen groter is dan € 22,69 bruto per loonperiode en nadat de hogere vaste inkomensstructuur ten minste 13 loonperioden voorafgaand aan de verandering heeft bestaan. 5. Indien voldaan is aan de hierboven genoemde voorwaarden geldt de navolgende afbouw: Bij ingang van de eerste wijziging direct € 22,69 bruto en het restant conform het navolgende schema: na 1 jaar 6 perioden van 2 tot 4 jaar 9 perioden 4 jaar en langer 12 perioden 6. Indien gedurende de periode van de afbouw het inkomen wordt verhoogd anders dan door loonindexering in verband met de prijscompensatie, wordt de verhoging in mindering gebracht op het af te bouwen bedrag.
Afbouwregeling. 1. Voor de werknemer geldt een afbouwregeling als hij geen wachtdienst meer verricht naar aanleiding van het preventief medisch onderzoek. 2. Een afbouwregeling geldt ook voor de werknemer die een regelmatige wachtdienst verricht die tenminste 24 maanden heeft geduurd en buiten de schuld van de werknemer wordt beëindigd of blijvend sterk verminderd. 3. De werkgever bepaalt wat een blijvende sterke vermindering van de wachtdienst is. Een blijvende vermindering van 50% of meer is in ieder geval een blijvende sterke vermindering. 4. De hoogte van de afbouwtoelage is de gemiddelde maandelijkse toelage over de laatste 24 maanden waarop de werknemer recht had voor de blijvende sterke vermindering. De toelage wachtdienst die de werknemer houdt na de blijvende sterke vermindering, wordt daarvan afgetrokken. 5. Voor elk jaar dat de werknemer wachtdienst heeft verricht, ontvangt hij 2 maanden afbouw. De toelage wordt in 3 gelijke termijnen afgebouwd. De eerste termijn is de afbouwtoelage 75%, de volgende termijn 50% en de laatste termijn 25% van het in lid 4 berekende bedrag.
Afbouwregeling. 1. Redenen voor toekenning afbouwtoelage of persoonlijke toeslag a. recht op afbouwtoelage b. recht op persoonlijke toeslag 2. Er is geen recht op afbouwtoelage of persoonlijke toeslag in de volgende situaties: a. de werknemer heeft zelf verzocht ontheven te worden van werkzaamheden waarvoor hij een toelage ontvangt; b. de werknemer is op eigen verzoek overgeplaatst naar een functie, waaraan lagere inkomsten zijn verbonden; c. de inkomstenvermindering bedraagt minder dan 2% van de bezoldiging; d. de vermindering van de bezoldiging is geschied op grond van artikel 63, 2e lid, sub a.2. (90% doorbetaling gedurende het tweede ziektejaar). e. de vermindering of het stopzetten van de bezoldiging houdt verband met het verstrijken van de periode waarover HTM loon betaalt tijdens ziekte (maximaal 104 weken). f. de vermindering of het stopzetten van de bezoldiging wordt geheel of gedeeltelijk gecompenseerd door een loondervingsuitkering. De werknemer die recht heeft op een dergelijke uitkering moet dit opgeven aan de afdeling HR. NB) Dit betreft alle uitkeringen uit volksverzekeringen of werknemersverzekeringen die in verband met de inkomstenvermindering worden uitbetaald.
Afbouwregeling a) Een toegekende toeslag als bedoeld in dit artikel, komt te vervallen zodra: - de werkzaamheden waarvoor een toeslag geldt niet meer bestaan, respectievelijk zodanig ten goede zijn gewijzigd, dat van normale/vergelijkbare werkomstandigheden sprake kan zijn; - de functie waaraan genoemde toeslag is gebonden, komt te vervallen. b) Indien deze toeslag een structureel karakter had, wordt deze als volgt afgebouwd: - in geval van promotie naar een hogere functie wordt deze toeslag afgebouwd met het verschil in maandsalaris van de nieuwe functie en het oude maandsalaris. Met dien verstande dat de vaststelling van het nieuwe salaris in de hogere groep zodanig plaatsvindt, dat minimaal 2 schaaljaren perspectief overblijven; - afbouw vindt voorts (maximaal tweemaal per jaar) gelijktijdig met het moment van een algemene salarisverhoging plaats, met een bedrag ter grootte van 10% van het oorspronkelijke toeslagbedrag. Het af te bouwen bedrag zal in voorkomend geval worden gecorrigeerd tot het niveau waarop een absolute inkomensdaling kan worden voorkomen.
Afbouwregeling. Indien een werknemer anders dan op eigen verzoek wordt overgeplaatst naar de dagdienst dan wel naar een rooster met een lagere ploegentoeslag, zal hij gedurende de lopende maand 100% van de oude toeslag blijven ontvangen. Daarna ontvangt hij de navolgende percentages van het verschil aan ploegentoeslag tussen het oude en nieuwe dienstrooster gedurende de daarbij vermelde perioden: a. indien hij 1 jaar of langer, doch korter dan 10 jaar in desbetreffende ploegendienst heeft gewerkt: - 1 maand 75%; - 1 maand 50%; - 1 maand 25%. b. indien hij langer dan 10 jaar in desbetreffende ploegendienst heeft gewerkt: - 2 maanden 75%; - 2 maanden 50%; - 2 maanden 25%. Een onderbreking van het werken in ploegendienst van twee maanden of korter zal niet als onderbreking worden aangemerkt: de ploegentoeslag dient over de periode van onderbreking te worden doorbetaald.
Afbouwregeling. Journalisten die ten gevolge van een door de hoofdredacteur gewenste functieverandering de compensatie als bedoeld in lid 4 geheel of grotendeels zien vervallen, terwijl de functieverandering geen salarisverhoging met zich meebrengt hebben, indien zij de compensatie ten minste 5 jaar hebben genoten, gedurende 3 jaar recht op een geleidelijke afbouw van deze compensatie. De wijze waarop deze afbouw zal geschieden maakt onderdeel uit van het overleg over de functiewij- ziging.
Afbouwregeling. Als je buiten je eigen toedoen wegens bedrijfsbelang of wegens bij jou zelf gelegen medische noodzaak, definitief de volcontinudienst moet verlaten, dan ontvang je gedurende een bepaalde periode een aflopende toeslag. Voorwaarde is wel dat je direct voorafgaand aan het verlaten van de volcontinudienst, zonder onderbreking ten minste twee jaar in volcontinudienst hebt gewerkt.
Afbouwregeling. Voor de werknemer met een vaste inkomensstructuur wordt een afbouwregeling getroffen voor beloningselementen indien door de werkgever, buiten de schuld van de werknemer om, de functie of de roosters danwel de tijden waarop de arbeid wordt verricht, worden gewijzigd.
Afbouwregeling. 20.7.1. Indien de werknemer ten gevolge van bedrijfs- en/of organisatorische omstandigheden niet meer geconsigneerd is geldt voor de consignatietoeslag de volgende afbouwregeling: Periode van voorafgaande ingeroosterde consignatie Maanden afbouw % van de voorafgaande ingeroosterde consignatietoeslag > 6 maanden Lopende en daaropvolgende 100 Totaal afbouwperiode 2 maanden > 3 jaar doch ≤ 5 jaar Lopende en daaropvolgende 100 2 maanden 80 2 maanden 60 1 maand 40 1 maand 20 Totaal afbouwperiode 8 maanden > 5 jaar Lopende en daaropvolgende 100 4 maanden 80 4 maanden 60 3 maanden 40 3 maanden 20 Totaal afbouwperiode 16 maanden 20.7.2. In het kader van leeftijdsfasegericht personeelsbeleid, participatie verhogende maatregelen en het verduurzamen van arbeid, vindt afbouw van de consignatie conform de hiervoor genoemde afbouwregeling plaats. Deze afbouw geldt voor de werknemer van 55 jaar of ouder die langer dan vijf jaar werkzaam is geweest in een rooster met consignatie én op eigen verzoek niet langer geconsigneerd wenst te zijn.
Afbouwregeling. Duur consignatierooster 100% 80% 60% 40% 20% 0%