Common use of Financiële middelen van de Vereniging Clause in Contracts

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars Eige- naars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening be- taalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel finan- cieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden wor- den afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomttoe- komt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden ge- schieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur Be- stuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen Beta- lingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen kun- nen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe daar- toe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gemeenschap- pelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening geldle- ning aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars Eige- naars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening grootboekrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de VergaderingVergadering of door een eventueel aangestelde beheerder. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 45.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 45.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 45.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 45.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 54.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 45.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 45.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 45.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 54.5 en 56.654.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 45.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 1. De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 2. Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 3. De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 4. De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in lid 5 van Artikel 56.5 56 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 5. Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 6. Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 7. De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in de leden 5 en 6 van Artikel 56.5 en 56.656. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 8. Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 1. De middelen van de Vereniging vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars eigenaars die verschuldigd zijn krachtens het Reglement, reglement alsmede door andere baten. 47.2 2. Het Bestuur bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Verenigingvereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen worden aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering vergadering anders besluit. 47.3 3. De gelden van het Reservefonds reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Verenigingvereniging. 47.4 4. De Vergadering vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van reservefonds. Daarbij moeten algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te in acht worden genomen. De belegging moet zijn afgestemd op het doel van het Reservefondsreservefonds. 47.5 5. Over de gelden van het Reservefonds reservefonds kan slechts alleen worden beschikt door het Bestuur ter bestuur alsmede door de door de vergadering benoemde beheerder voor de uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergaderingvergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter reservefonds voor de uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering vergadering zijn aangewezenaangewezen dan wel, indien er een beheerder is benoemd, door de beheerder. 47.6 6. Opheffing van het Reservefonds reservefonds is niet alleen mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsingsplitsing. 47.7 7. De Vereniging vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten gemeenschappelijke gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken gemeenschappelijke zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien Als de Vergadering vergadering besluit dat de Vereniging vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien 8. Als het Reglement reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 artikel 5 bedoelde breukdeel. De Eigenaars eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 1. De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 2. Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 3. De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 4. De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 56 lid 5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. Rechtstreekse belegging in vastgoed en/of belegging in derivaten is niet toegestaan. 47.5 5. Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 6. Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 7. De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 56 leden 5 en 56.66. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 8. Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 . Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten Op- brengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 . De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van Met inachtneming van het be- paalde in Artikel 14.8 kan van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 . De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten 57.5 beslui- ten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische bedrijfseconomi- sche eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 . Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit be- sluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personenperso- nen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 . Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 . De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gemeen- schappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 57.5 en 56.657.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 aange- gaan. Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens je- gens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 8.1 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars Eige- naars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening be- taalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel finan- cieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid meerder- heid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden ge- schieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit be- sluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gemeen- schappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens je- gens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen aande- len waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars eigenaars verschuldigd krachtens het Reglementreglement, alsmede en door andere baten. 47.2 Het Bestuur bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Verenigingvereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Verenigingvereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergaderingvergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Verenigingvereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming In afwijking van het bepaalde in Artikel 56.5 artikel 47.4 van het Modelreglement is de vergadering niet bevoegd te besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefondsreservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergaderingvergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee (2) gezamenlijk handelende personen, bestuursleden en bij ontbreken daarvan door een bestuurslid en een persoon die daartoe door de Vergadering zijn vergadering is aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsingsplitsing. 47.7 De Vereniging vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten gemeenschappelijke gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken gemeenschappelijke zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te moet worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering vergadering besluit dat de Vereniging vereniging een geldlening aangaat, dient moet gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in reglement geen andere aandelenaandelen bepaalt, is iedere Eigenaar jegens eigenaar tegenover de financier aansprakelijk conform volgens zijn in Artikel artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars eigenaars zijn onderling en jegens tegenover de Vereniging vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens tegenover de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.dient

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars eigenaars verschuldigd krachtens het Reglementdit reglement, alsmede en door andere baten. 47.2 Het Bestuur bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Verenigingvereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Verenigingvereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergaderingvergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Verenigingvereniging. 47.4 De Vergadering vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefondsreservefonds, welke belegging dient te geschieden moet gebeuren met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te moet zijn afgestemd op het doel van het Reservefondsreservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergaderingvergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsingsplitsing. 47.7 De Vereniging vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten gemeenschappelijke gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken gemeenschappelijke zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te moet worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering vergadering besluit dat de Vereniging vereniging een geldlening aangaat, dient moet gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in dit reglement geen andere aandelenaandelen bepaalt, is iedere Eigenaar jegens eigenaar tegenover de financier aansprakelijk conform volgens zijn in Artikel artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars eigenaars zijn onderling en jegens tegenover de Vereniging vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens tegenover de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars eigenaars verschuldigd krachtens het Reglementreglement, alsmede en door andere baten. 47.2 Het Bestuur bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Verenigingvereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Verenigingvereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergaderingvergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Verenigingvereniging. 47.4 De Vergadering vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefondsreservefonds, welke belegging dient te geschieden moet gebeuren met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te moet zijn afgestemd op het doel van het Reservefondsreservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergaderingvergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsingsplitsing. 47.7 De Vereniging vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten gemeenschappelijke gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken gemeenschappelijke zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te moet worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering vergadering besluit dat de Vereniging vereniging een geldlening aangaat, dient moet gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in reglement geen andere aandelenaandelen bepaalt, is iedere Eigenaar jegens eigenaar tegenover de financier aansprakelijk conform volgens zijn in Artikel artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars eigenaars zijn onderling en jegens tegenover de Vereniging vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens tegenover de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het ReglementReglem ent, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening grootboekrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming inachtnem ing van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische bedrijfseconom ische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur [@alsmede door de door de Vergadering benoem de Beheerder onder de daarbij eventueel nader te stellen voorwaarden] ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen [@Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen.] 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gem eenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement Reglem ent niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening betaalrekening, (grootboek)rekening of spaarrekening (spaar-)rekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de VerenigingVereniging en met inachtneming van hetgeen is bepaald in Artikel 15.3. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden (4/5e) van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur en/of door de Beheerder ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 1. De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 2. Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 3. De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 4. Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen, bij ontbreken daarvan door een bestuurder en één aangewezen lid of door de extern beheerder, na goedkeuring van de Vergadering. 47.6 5. Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 6. De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in de leden 5 en 6 van Artikel 56.5 en 56.656. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 7. Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars eigenaars verschuldigd krachtens het Reglementreglement, alsmede en door andere baten. 47.2 Het Bestuur bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Verenigingvereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Verenigingvereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergaderingvergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Verenigingvereniging. 47.4 De Vergadering vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefondsreservefonds, welke belegging dient te geschieden moet gebeuren met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te moet zijn afgestemd op het doel van het Reservefondsreservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergaderingvergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsingsplitsing. 47.7 De Vereniging vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten gemeenschappelijke gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken gemeenschappelijke zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te moet worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering vergadering besluit dat de Vereniging vereniging een geldlening aangaat, dient moet gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan.. C O N C E P T 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in reglement geen andere aandelenaandelen bepaalt, is iedere Eigenaar jegens eigenaar tegenover de financier aansprakelijk conform volgens zijn in Artikel artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars eigenaars zijn onderling en jegens tegenover de Vereniging vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens tegenover de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid _ van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, _ of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen, tenzij er slechts een Eigenaar van _ alle appartementsrechten is in welk geval deze Eigenaar daar alleen toe bevoegd _ is. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.

Financiële middelen van de Vereniging. 47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglement, alsmede door andere baten. 47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit. 47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden vijfde (4/5de) van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging. 47.4 De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds. 47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts plaatsvinden door twee (2) gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen. 47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing. 47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 56.5 en 56.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan. 47.8 Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.