Fiscale wetgeving Voorbeeldclausules

Fiscale wetgeving. Bij de uitbetaling (belast of onbelast) van bovenstaande vergoedingen wordt de fiscale wetgeving gevolgd. Zie ook artikel 4 van deze cao.
Fiscale wetgeving. Een mogelijke toepassing van BTW op dienstverlening tussen ziekenhuizen in het kader van een samenwerking hangt als een zwaard van Damocles boven vele instellingen.
Fiscale wetgeving. Tot 1 januari 2015 bestond er een onbelaste Telewerkvergoeding van de werkgever aan de werknemer voor de kosten van het thuiswerken, bij- voorbeeld voor het zakelijk gebruik van de privécomputer of de inrichting van de thuiswerkplek die geheel is komen te vervallen. Nu is de vergoe- ding die de werkgever aan de werknemer geeft voor de inrichting van zijn thuiswerkplek in principe belastbaar loon, behalve voor enkele uitzonde- ringen en onder bepaalde voorwaarden. Wat niet is vervallen is de vergoeding voor het inrichten van de thuis- werkplek. Om de vijf jaar mag de werkgever de werknemer € 1.815 euro geven om zijn thuiswerkplek in te richten. De inrichting moet voldoen aan de eisen van de Arbeidsomstandighedenwet. Deze arbovoorzieningen op de thuiswerkplek zijn alleen onbelast als deze voorzieningen voort- vloeien uit het naleven van arbovoorschriften die passen binnen het ar- beidsomstandighedenbeleid van de onderneming. Een vergoeding voor thuiswerken is belastbaar loon voor de werknemer. De werkgever kan ervoor kiezen om deze vergoeding onder te brengen in de zogenaamde vrije ruimte van de werkkostenregeling. Via de werkkostenregeling kan de werkgever onbelaste vergoedingen aan de werknemers geven. Ook zaken waar een werknemer privé voordeel van kan hebben mogen worden vergoed. Er mogen onbelast vergoedingen worden gegeven mits het totale bedrag onder de 1,2 procent (in 2020) blijft van de loonsom van alle medewerkers samen. Dit is de vrije ruimte. Er gelden geen voorwaarden voor de bestedingen binnen de vrije ruimte. Blijft het totale bedrag onder de 1,7 procent van de eerste €400.000 van alle medewerkers samen, dan mag de werkgever dat onbelast als vergoe- ding geven. Voor het bedrag boven €400.00 blijft het percentage van 1,2 procent gelden. Op 1 juni 2001 trad de Raamregeling thuiswerken in werking waarin de rechtspositionele aspecten van thuiswerken voor rijksambtenaren wer- den geregeld. Deze is op 31 december 2019 komen te vervallen.
Fiscale wetgeving we naar volgend werk: X. XXXXXX, De VZW stap voor stap, Xx Xxxxx & Xxxxxxx, Xxxxxxx, 0000, 16-17.

Related to Fiscale wetgeving

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen. Mocht de verzekeringnemer buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.

  • Niet-tijdige betaling 1. De consument is in verzuim vanaf het verstrijken van de betalingsdatum. Na verstrijken van de betalingsdatum stuurt de ondernemer de consument een kosteloze betalingsherinnering, waarin hij de consument een nieuwe betaaltermijn stelt van tenminste 14 dagen na ontvangst van de herinnering. Tevens staan in de betalingsherinnering de gevolgen van niet tijdig betalen.

  • De betaling / Niet-tijdige betaling 1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit.

  • Rolomschrijving en taakafspraken Inzetten bij Defensie zijn doorgaans voor langere tijd (1 tot maximaal 4 jaar). Voor deze functie moet een B- screening worden doorlopen met een gemiddelde duur van 6-8 weken.

  • Cruciale zorg Door de beantwoording van de vragen in dit onderdeel kan de NZa beoordelen of de continuïteit van de cruciale zorg met de voorgenomen concentratie in gevaar komt.