Gemeentelijke bijdragen. 1. In de begroting van inkomsten en uitgaven wordt de raming van de verschuldigde bijdrage van elke gemeente voor het jaar waarvoor de begroting dient opgenomen.
2. Het Bestuur stelt de jaarlijkse verdeling van de kosten zoals worden opgenomen in de begroting, vast op basis van de volgende uitgangspunten: □ De structurele kosten van de DRAN worden verdeeld over de deelnemers waarbij gewerkt gaat worden met een drempelbedrag. Het drempelbedrag wordt vastgesteld door het Bestuur. Het bedrag wat resteert wordt verdeeld op basis van inwonersaantallen per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar over de gemeenten die dat betreft (dat wil zeggen die in de kostenverdeling alleen op basis van inwoners boven het drempelbedrag uitkomen). □ De kosten voor het callcenter worden verdeeld over de deelnemers waarbij gewerkt gaat worden met een drempelbedrag. Het drempelbedrag wordt vastgesteld door het Bestuur. Het bedrag wat resteert wordt verdeeld op basis van een prognose van de hoeveelheid declarabele ritten vraagafhankelijk vervoer (dat wil zeggen die in de kostenverdeling alleen op basis van ritten boven het drempelbedrag uitkomen).
3. Het Bestuur stelt jaarlijks de prognose van de vervoerskosten, zoals opgenomen in de begroting, vast op basis van het verwachte gebruik.
4. De gemeenten betalen bij wijze van voorschot, jaarlijks vóór 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober telkens één vierde gedeelte van de voor dat jaar geraamde bijdrage.
5. Bij het niet overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid tijdig voldoen van de voorschotten kan aan die gemeente rente in rekening worden gebracht. Het Bestuur stelt hiertoe nadere regels vast.
Gemeentelijke bijdragen. De DRAN dient te beschikken over voldoende liquide middelen om haar taken uit te voeren. In dit artikel is dit afgedekt door te kiezen voor bevoorschotting per kwartaal vooraf.
Gemeentelijke bijdragen. 1. De gemeentelijke bijdragen blijven jaarlijks tot en met 2025 gelijk aan de bedragen die zij in het jaar 2018 aan het recreatieschap bijdroegen. Met ingang van 2018 is het effect van de opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen daarin verwerkt.
2. De gemeenten maken het totaal van hun bijdrage jaarlijks over aan de coöperatie. De contributie aan de coöperatie vormt een onderdeel van deze bijdrage.
3. De gemeentelijke bijdragen worden verdeeld over verschillende taken die tot en met 2018 door het recreatieschap worden uitgevoerd en die per 2019 deels door de coöperatie, deels via andere vorm van samenwerking, of door een of meer gemeenten zullen worden uitgevoerd.
4. De gemeentelijke bijdragen zien op het totaal van de financiering voor de behartiging van de belangen van de groengebieden. Die belangen bestaan uit de volgende taakonderdelen: - beheer, exploitatie en onderhoud - ondersteuning van de bestuursorganen van de coöperatie CBG en de stichting SEG - contractbeheer van het gebiedsbeheer en het exploitatief beheer - verevening van de bijdragen - vervullen van een administratieve functie - toezicht en handhaving Een overzicht van de door het recreatieschap uitgevoerde en door de coöperatie uit te voeren taken is als bijlage 4 hierbij gevoegd.
5. Het beleid qua Regelgeving en Handhaving valt onder verantwoordelijkheid van de Gemeenten. De uitvoering van het taakonderdeel toezicht en handhaving wordt via de coöperatie opgedragen aan Staatsbosbeheer. .
6. Het taakonderdeel ontwikkeling wordt belegd bij de in te stellen Gebiedstafel Midden- Delfland waar partijen afspraken zullen maken over de uitvoering van deze taak.
7. Financiering van de taken die niet door de coöperatie worden uitgevoerd, wordt geregeld via de vereveningstaak van de coöperatie.
8. De optelsom van de bedragen, die met de onderverdeling als bedoeld in het vierde lid gepaard gaan, blijft minimaal gelijk aan het totaal van de bijdragen als bedoeld in het eerste lid.
9. In 2019 worden de resultaten besproken van een uit te voeren harmonisatieonderzoek voor een evenwichtiger bijdragenverdeling per gemeente aan het (gelijkblijvende) totaalbudget. Dit kan leiden tot een verschuiving van lasten tussen deelnemende gemeenten en wijziging van hun contributie/bijdragen aan de Coöperatie. In 2019 zal hierover van de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten een besluit worden gevraagd waarna de beslissing uiterlijk in 2022 zal worden doorgevoerd.
10. Over de allocatie van de gemeente...
Gemeentelijke bijdragen. 7.1 Iedere deelnemende gemeente verbindt zich ter uitvoering van de taken van het basis dienstverleningspakket volgens artikel 4 van deze overeenkomst jaarlijks een door het Algemeen Bestuur vastgestelde bijdrage per verlichtingsobject aan het Bureau OVL te verlenen.
7.2 De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage bestaat uit het bedrag dat wordt berekend op basis van de vastgestelde bijdrage per verlichtingsobject vermenigvuldigd met het totaal aantal verlichtingobjecten dat zich op het grondgebied van de deelnemende gemeente bevindt. (peildatum nog vast te stellen)
7.3 De deelnemende gemeenten betalen op factuurbasis aan het begin van ieder kwartaal een kwart van de in artikel 7.2 genoemde bijdrage.
7.4 Bureau OVL factureert aan de deelnemende gemeenten de bijdragen van het basis dienstverleningspakket, vermeerdert met de verplichte omzetbelasting.
Gemeentelijke bijdragen. Alle kosten die voorwerp zijn van publiekrechtelijk kostenverhaal worden door het sluiten van deze Overeenkomst geacht te zijn verrekend en voldaan, onverminderde het bepaalde in artikel 32. Aanvullend kostenverhaal door middel van baatbelasting zoals bedoeld in artikel 222 van de Gemeentewet zal dan ook niet plaatsvinden.
Gemeentelijke bijdragen. Specificatie van deze onderverdeling is terug te vinden in bijlage 4. Ontwikkeling / inhoud De GHOR Gooi en Vechtstreek valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. De Veiligheidsregio zit momenteel in een visie ontwikkel traject. De bestuurlijke wens van Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek is om voor te sorteren op een fusie met Veiligheidsregio Utrecht en Flevoland (te verwachten besluitvorming 24 sept. 2014). De mate waarin voorsorteren betekenis krijgt wordt de komende maanden uitgewerkt. Daarna volgt besluitvorming en uiteraard bestuurlijke afstemming met de betreffende regio’s. Taken - Het coördineren, aansturen en regisseren van de geneeskundige hulpverlening in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. - Het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van geneeskundige hulpverlening. Succesfactoren/programmas turing - 24/7 paraatheid van GHOR functionarissen - Samenhangende zorgketen die voorbereid is op rampen en crises.