gevallen van noodsituatie. Om invulling te geven aan het begrip noodsituatie uit het TRDE wordt ondermeer als geval van noodsituatie beschouwd: • een al dan niet verklaarde staat van oorlog, een oorlogsdreiging, een invasie, een gewapend conflict, een blokkade; • een revolutie, een opstand, een oproer; • een radioactieve of chemische besmetting of ioniserende stralingen en de gevolgen ervan; • wind, droogte en regen van ongewone intensiteit of duur, de ophoping van sneeuw of ijs; • stakingen, lock-outs, walk-outs of elk ander arbeidsconflict dat de dienstverlening van de DNB in het gedrang brengt; • onvoorzienbare onbeschikbaarheden van de uitrustingen of installaties die eigendom zijn of onder het beheer staan van één van de betrokken Partijen voor zover deze gebeurtenissen niet konden vermeden worden door toepassing van de regels van de kunst; • ernstige ongevallen van personen; • activatie van de reddingscode bij energieschaarste of bij plotse fenomenen zoals gedefinieerd in het Koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe. Niettegenstaande wat voorafgaat, • brengt, zodra dit redelijkerwijze mogelijk is, de in gebreke blijvende betrokken Partij de andere betrokken Partijen op de hoogte over de redenen voor de niet-uitvoering van haar verplichting en de verwachte duur van de overmacht of noodsituatie; • levert de in gebreke blijvende betrokken Partij alle redelijke inspanningen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de onmogelijkheid om haar verplichtingen uit te voeren; • wordt desgevallend gehandeld overeenkomstig de bepalingen van Artikel 10 – onvoorziene omstandigheden.