Common use of Hoogte van het ouderdomspensioen Clause in Contracts

Hoogte van het ouderdomspensioen. Het jaarlijks ouderdomspensioen bedraagt vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 voor ieder deelnemersjaar 1,60% van de pensioengrondslag van het betreffende deelnemersjaar en bedraagt met ingang van 1 januari 2021 voor ieder deelnemersjaar 1,56% van de pensioengrondslag van het betreffende deelnemersjaar. Het opgebouwde ouderdomspensioen wordt eventueel vermeerderd met het omgezette ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 12, lid 3 en de verleende toeslagen als bedoeld in artikel 7.1.

Hoogte van het ouderdomspensioen. 1. Het jaarlijks ouderdomspensioen bedraagt vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 voor ieder deelnemersjaar 1,60% van de pensioengrondslag van het betreffende deelnemersjaar en bedraagt met ingang van 1 januari 2021 voor ieder deelnemersjaar 1,561,60 % van de pensioengrondslag van het betreffende deelnemersjaar. Het opgebouwde ouderdomspensioen wordt , eventueel vermeerderd met het omgezette ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 12, lid 3 en de verleende toeslagen als bedoeld in artikel 7.13.

Hoogte van het ouderdomspensioen. 1. Het jaarlijks levenslang ouderdomspensioen bedraagt vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 voor ieder deelnemersjaar 1,60% van de pensioengrondslag van het betreffende deelnemersjaar en bedraagt met ingang van 1 januari 2021 voor ieder deelnemersjaar 1,562018 per Deelnemersjaar 1,738% van de pensioengrondslag van in het betreffende deelnemersjaardesbetreffende jaar vastgestelde Pensioengrondslag. Het opgebouwde jaarlijks uit te keren ouderdomspensioen wordt eventueel vermeerderd met is gelijk aan de som van de opbouw, gedurende het omgezette ouderdomspensioen als bedoeld in deelnemerschap, inclusief de (voorwaardelijke) toeslagverlening conform artikel 12, lid 3 20 en de verleende toeslagen als bedoeld in artikel 7.121.