Common use of Hoogte van het wezenpensioen voor de Kinderen van een Deelnemer Clause in Contracts

Hoogte van het wezenpensioen voor de Kinderen van een Deelnemer. Voor de Kinderen van een Deelnemer bestaat het wezenpensioen uit de volgende onderdelen: a) het wezenpensioen: dit bedraagt per Opbouwjaar 14% van het opbouwpercentage van ouderdomspensioen van de Pensioengrondslag in dat jaar; en b) het tot 1 januari 2015 al meeverzekerd wezenpensioen; en c) het toekomstige wezenpensioen: dit is 14% van het ouderdomspensioen dat de Deelnemer nog had kunnen opbouwen tot de voor hem geldende AOW-datum als hij niet was overleden. Hierbij wordt uitgegaan van de laatste Pensioengrondslag en Deeltijdfactor op het moment van overlijden van de Deelnemer, waarbij de Pensioengrondslag wordt vastgesteld volgens artikel 5.

Appears in 3 contracts

Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement, Pensioenreglement

Hoogte van het wezenpensioen voor de Kinderen van een Deelnemer. Voor de Kinderen van een Deelnemer bestaat het wezenpensioen uit de volgende onderdelen: a) a. het wezenpensioen: dit bedraagt per Opbouwjaar 14% van het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen van de Pensioengrondslag in dat jaar; en b) b. het tot 1 januari 2015 en met 31 december 2017 al meeverzekerd wezenpensioen; en c) het toekomstige wezenpensioen: dit is c. 14% van het ouderdomspensioen dat de Deelnemer nog had kunnen opbouwen tot de voor hem geldende AOW-datum als hij niet was overleden. Hierbij wordt uitgegaan van de laatste Pensioengrondslag en Deeltijdfactor op het moment van overlijden van de Deelnemer, waarbij de Pensioengrondslag wordt vastgesteld volgens artikel 5.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

Hoogte van het wezenpensioen voor de Kinderen van een Deelnemer. Voor de Kinderen van een Deelnemer bestaat het wezenpensioen uit de volgende onderdelen: a) a. het wezenpensioen: dit bedraagt per Opbouwjaar tijdens de laatste Dienstbetrekking 14% van het opbouwpercentage van ouderdomspensioen van de Pensioengrondslag in dat jaar; en b) b. het tot 1 januari 2015 al meeverzekerd wezenpensioen; en c) c. het toekomstige wezenpensioen: dit is 14% van het ouderdomspensioen dat de Deelnemer nog had kunnen opbouwen tot de voor hem geldende AOW-datum als hij niet was overleden. Hierbij wordt uitgegaan van de laatste Pensioengrondslag en Deeltijdfactor op het moment van overlijden van de Deelnemer, waarbij de Pensioengrondslag wordt vastgesteld volgens artikel 5.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement