Vreemd vermogen Voorbeeldclausules

Vreemd vermogen. SOZOG heeft geen verplichtingen inzake langlopende schulden, en geen rekening-courantschulden bij banken. Het enige vreemd vermogen bestaat dus uit de lopende crediteuren, waarbij ernaar wordt gestreefd de normale betalingstermijnen niet te overschrijden. SOZOG werkt resultaat-neutraal, het jaarlijkse saldo van baten en lasten wordt direct met de deelnemende gemeenten verrekend. Dit betekent overigens niet dat het saldo direct wordt uitbetaald. Voor de begrote staat van baten en lasten wordt verwezen naar het volgende hoofdstuk.
Vreemd vermogen. Het Subfonds mag tot maximaal 15% van haar Netto Vermogenswaarde aan vreemd vermogen aantrekken: • om aan haar verplichtingen voortvloeiend uit inkoop van Participaties te kunnen voldoen; • ter overbrugging van tijdelijke liquiditeitstekorten ingeval van het kopen van effecten die betaald moeten worden met de verkoopopbrengst van andere effecten. Dit houdt in dat op enig moment maximaal 115% van het totaal van het vermogen van het Subfonds belegd kan zijn. Vreemd vermogen zal in beginsel bij de Broker worden aangetrokken, onder de voorwaarde dat de Broker zich uitsluitend zal verhalen op het fondsvermogen van het Subfonds en niet op de Participanten. Tot zekerheid voor de terugbetaling van dergelijke financieringen zijn de door het Subfonds gehouden effecten verpand aan de Broker (zie ook hoofdstuk 9 “Risicofactoren” van het Prospectus OVMK Paraplufonds). Tijdelijke overschrijding van de 15% grens ten gevolge van een daling van de waarde van de beleggingen, is toegestaan. In dat geval zal de Beheerder er zorg voor dragen dat deze overschrijding binnen een (gezien de omstandigheden) redelijke termijn ongedaan wordt gemaakt. Voor de Participanten bestaat geen verplichting om eventuele uit het aangaan van financieringen voortvloeiende tekorten van het Subfonds aan te zuiveren.
Vreemd vermogen. 1. naam financier bedrag 2. naam financier bedrag 3. naam financier bedrag
Vreemd vermogen. Naast de door de Obligatiehouders op de Obligaties gestorte bedragen is de Vastgoed-BV gefinancierd met een tienjarige Bancaire Financiering ad. € 4.800.000, be- staande uit € 4.128.000 voor de aankoop van het Vast- goed (zijnde ca. 53,8% van de totale vastgoedinvestering) en € 672.000 voor de aflossing van een voormalige kre- dietfaciliteit aan de éénmanszaak Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx bij een andere bank. Beide delen zijn als vastgoedlening ‘eigen gebruik’ gekwalificeerd en in de Vastgoed-BV on- dergebracht, om daarmee de aflossingstermijnen van beide leningdelen op 20 jaar te kunnen houden (normaal gesproken 7 jaar voor een niet-vastgoedlening). De rente op de Bancaire Financiering bedraagt 1,8% per jaar. De looptijd is tien (10) jaar. Los van de hoofdelijke aanspra- kelijkheid van de verschillende BV’s zoals beschreven in paragraaf 4.1, geldt dat zo lang als de Exploitatie-BV aan al zijn verplichtingen voldoet aan de bancaire financier, de Vastgoed-BV alleen de rente op het vastgoeddeel ter grootte van € 4.128.000 van de Bancaire Financiering betaalt. De rente van het kleinere deel van de Bancaire Financiering en de aflossingverplichting van 5% per jaar voor beide leningdelen van de Bancaire Financiering komen voor rekening van de Exploitatie-BV. De langere aflossingtermijn voor het kleine deel van de Bancaire Fi- nanciering (20 jaar in plaats van 7 jaar) leidt tot een lagere jaarlijkse aflossingsverplichting voor de Exploitatie-BV en daarmee lagere druk op de liquiditeitspositie. In de praktijk betekent dit dat de volledige rente- en af- lossingsverplichting door de bancaire financier maande- lijks wordt geïncasseerd bij de Exploitatie-BV en dat de Vastgoed-BV de rente op het leningdeel van € 4.128.000 maandelijks aan de Exploitatie-BV voldoet. De combinatie van een hoge aflossing van 5% en lage rente van 1,8% betekent dat de renteverplichtingen over de looptijd van de Obligaties ruim € 600.000 lager zijn dan bij een reguliere vastgoedlening met bijvoorbeeld 2% aflossing en 3% rente het geval zou zijn.
Vreemd vermogen. Het vreemd vermogen komt inclusief het bedrag aan voorzieningen voor risico’s en lasten op € 25.692.023 of 33%. De voorzieningen (€ 173.865) bestaan uit: - Een voorziening voor grote herstellingen recyclageparken (€ 54.595). Deze daalde met € 30.388 ten opzichte van 2015 (er werd meer besteed voor grote herstellingen dan toegevoegd). - Een textielfonds (€ 119.270), gevormd uit opbrengsten van textiel in het verleden (2012-2015), waarvan in 2016 een deel (€ 46.300) is gebruikt in de afrekening van de deelnemende gemeenten. De openstaande saldi van de investeringskredieten bij Belfius Bank nv worden naarmate hun opeisbaarheid jaarlijks herverdeeld over schulden op meer dan 1 jaar (€ 2.279.836) en minder dan 1 jaar (€ 154.377). Zij dateren van 2011, toen het eigen vermogen maar 38% was van vandaag, en kennen nog een looptijd tot eind 2030. In 2016 staat er omwille van Directe Inning, een LT-schuld van € 905.470. Dat bedrag is van gemeenten die deelnemen in het project DI. Tegenover 2015 traden twee nieuwe gemeenten toe en werd op de rekening een bijkomende LT-schuld van € 938 370 gezet. Deze buitengewone financiële enveloppe wordt over meerdere jaren gespreid terugbetaald; middelen daartoe worden geput uit bronnen in de zogenaamde ‘gewone dienst’. In 2016 kon € 4.414.460 van de lange termijn verhuizen naar de korte termijn, bedrag dat in 2017 als derde afbetaling van een oorspronkelijke enveloppe van € 13.980.109 terug naar de gemeenten gaat. De schulden op minder dan een jaar gaan van € 30.792.667 in 2015 naar € 21.748.272 in 2016. De gewone handelsschulden daalden met 33% of € 4.810.664 tot € 9.573.507 als som van 26% of € 2.402.828 daling bij de leveranciers, van 46% of € 2.411.463 daling bij de te ontvangen facturen en van een lichte toename (€ 3.628) bij de op te stellen creditnota’s. Tegenover die handelsschuld staat op de andere zijde van de balans nog een bedrag aan te ontvangen creditnota’s (€ 3.309.784). De netto handelsschuld, € 6.263.72, is ten opzichte van 2015 met € 5.418.685 gedaald. Die evolutie is te wijten aan een laattijdige facturatie, in 2015, door een grote leverancier. De handelsschuld van 2016 weerspiegelt met andere woorden een meer normale toestand. Voorschotten van klanten zijn ook korte termijnschulden, van Xxxxxxx.xxx aan overwegend gezinnen in een Diftar-omgeving. Hun tegoed bedroeg € 1.940.629, een aanwas van 31% ten opzichte van 2015 als uiting van het groter aantal deelnemers Diftar (Bilzen) enerzijds en intercommunale parken ...

Related to Vreemd vermogen

  • Eigen vermogen Inbreng 6.7.1

  • Vermogen § 1 Vermogen bestaande uit onroerende goederen als omschreven in artikel 6, die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat bezit en die in de andere overeenkomstsluitende Staat zijn gelegen, mag in die andere Staat worden belast. § 2 Vermogen bestaande uit roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft of uit roerende goederen die behoren tot een vaste basis die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor de uitoefening van een zelfstandig beroep, mag in die andere Staat worden belast. § 3 Vermogen bestaande uit schepen, luchtvaartuigen en spoor- of wegvoertuigen die door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, alsmede uit roerende goederen (daaronder begrepen de laadkisten bedoeld in artikel 8, paragraaf 2) die bij de exploitatie van die schepen, luchtvaartuigen of spoor- of wegvoertuigen worden gebruikt, is slechts in die Staat belastbaar. § 4 Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar.

  • Onvermogen Als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij vergoedt DAS tot ten hoogste € 750,- aan verzekerde de schade aan de motor als gevolg van de onrechtmatige daad van de wederpartij, tenzij verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen. Een en ander voor zover de schade een eigen risico € 125,- te boven gaat.

  • Vermogensbeheer Dit is het eigendom, het bezit, de aan- en verkoop van effecten (zoals aandelen, obligaties, opties, spaardeposito’s en andere waardepapieren) en de advisering en het beheer of de bemiddeling daarin of daarover. Hieronder vallen ook hypotheken, spaar- en levensverzekeringen met een beleggingscomponent.

  • Intellectuele vermogensrechten 8.1 Alle rechten met betrekking tot producten van de geest die Opdrachtnemer bij de uitvoering van de opdracht ontwikkelt of gebruikt, waaronder ook adviezen, werkwijzen, (model)contracten, systemen, systeemontwerpen en computerprogramma’s, komen toe aan Opdrachtnemer, voor zover deze niet reeds aan derden toekomen. 8.2 Behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer is het Opdrachtgever niet toegestaan de producten van de geest of de vastlegging daarvan op gegevensdragers al dan niet tezamen met of door inschakeling van derden te verveelvoudigen, te openbaren of te exploiteren, onverminderd het bepaalde in artikel 9.4.

  • Onbetaald verlof De mogelijkheid tot het verstrekken van onbetaald verlof is bespreekbaar onder de volgende voorwaarden: a. De werkgever dient te allen tijde de vrijheid te behouden de schriftelijke aanvraag al dan niet te honoreren. b. Alle financiële en verzekeringstechnische gevolgen van een onbetaald verlof zijn voor rekening van de werknemer. c. Gedurende het onbetaalde verlof mag de werknemer geen betaalde arbeid verrichten.

  • Vervangend vervoer Het ter beschikking stellen van een gelijkwaardig voertuig ter vervanging van het beschadigde voertuig, ten hoogste uit de middenklasse, met inachtneming van het hierna vermelde. a. Het voertuig is in Nederland door botsing, omslaan, van de weg of te water geraken of door brand zodanig beschadigd dat daarmee niet verder kan worden gereden. b. Direct na de gebeurtenis is de hulp ingeroepen van de hulpdienst die op de Verzekeraarshulpkaart is vermeld. c. Er wordt geen gebruik gemaakt van taxivervoer zoals hiervóór genoemd. Deze regeling geldt vanaf het moment waarop de gebeurtenis plaatsvindt tot het voertuig gerepareerd is of redelijkerwijs gerepareerd had kunnen zijn, met een maximum van vijf achtereenvolgende dagen.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Wat doen we als we fraude vermoeden? Als we vermoeden dat er sprake is van fraude, stellen we een onderzoek in. Als er sprake is van fraude, nemen we de volgende maatregelen: - u ontvangt geen vergoeding of uitkering meer en we vorderen de al uitgekeerde bedragen en gemaakte kosten terug. Daarnaast verlenen we geen diensten meer; - we zeggen uw verzekering op. We beëindigen ook andere verzekeringen die u bij ons en bij de op het polisblad vermelde risicodragers heeft afgesloten, ook als u daarbij niet heeft gefraudeerd; - u kunt in de toekomst geen andere verzekeringen bij ons en bij de op het polisblad vermelde risicodragers afsluiten; - we melden het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude van het Verbond van Verzekeraars dat u opgenomen bent in het incidentenregister; - we doen aangifte bij de politie; - we melden de fraude aan de Stichting Centraal Informatie Systeem (CIS), een stichting die verzekeringsgegevens bewaart voor verzekeringsmaatschappijen. Het CIS houdt een incidentenregister bij. Andere verzekeraars in Nederland raadplegen dit register.

  • Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.