Kapitaalvermindering. Artikel 10.
Kapitaalvermindering. De algemene vergadering kan besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door het bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen.
Kapitaalvermindering. Artikel 8.
Kapitaalvermindering. De algemene vergadering kan, maar alleen op voorstel van de raad van be- stuur dat is goedgekeurd door de vergadering van houders van preferente aan- delen, besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal van de vennoot- schap door:
a. intrekking van aandelen; of
b. het nominale bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In het besluit tot vermindering van het geplaatste kapitaal moeten de aandelen waarop het besluit betrekking heeft worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. Een besluit tot intrekking kan slechts betreffen:
a. aandelen die de vennootschap zelf houdt of waarvan zij de certificaten houdt; of
b. alle preferente aandelen, in alle gevallen met terugbetaling. Vermindering van het nominale bedrag van de aandelen zonder terugbetaling en zonder ontheffing van de verplichting tot storting moet naar evenredigheid op alle aandelen van eenzelfde soort geschieden. Van het vereiste van even- redigheid mag worden afgeweken met instemming van alle betrokken aandeel- houders. Gedeeltelijke terugbetaling op aandelen of ontheffing van de verplichting tot storting is slechts mogelijk ter uitvoering van een besluit tot vermindering van het nominale bedrag van de aandelen. Zulk een terugbetaling of ontheffing moet geschieden ten aanzien van:
a. alle aandelen; of
b. alle preferente aandelen of alle gewone aandelen. Intrekking van preferente aandelen geschiedt tegen terugbetaling van de daarop gestorte bedragen en betaling van de eventueel nog ontbrekende uit- keringen, te berekenen naar tijdsgelang tot en met de dag van betaalbaarstel- ling met inachtneming van het bepaalde in artikel 37. De vorige zin is niet van toepassing op preferente aandelen uitgegeven en volgestort ten laste van de reserves van de vennootschap, noch op preferente aandelen die ten tijde van de intrekking door de vennootschap worden gehouden. Op een vermindering van het geplaatste kapitaal van de vennootschap zijn voorts van toepassing de bepalingen van de artikelen 2:99 en 2:100 BW.
Kapitaalvermindering. 3.6.1 De algemene vergadering kan besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door het nominale bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In dit besluit moeten de aandelen waarop het besluit betrekking heeft, worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld.
3.6.2 Een besluit tot intrekking kan slechts betreffen aandelen die de vennootschap zelf houdt of waarvan zij de certificaten houdt. In andere gevallen kan slechts tot intrekking worden besloten met instemming van de betrokken aandeelhouders.
Kapitaalvermindering. 11.1 De algemene vergadering kan, doch niet dan op voorstel van het bestuur, besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal:
a. door intrekking van aandelen; of
b. door het bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen.
11.2 Een besluit tot intrekking kan slechts betreffen aandelen die de vennootschap zelf houdt.
Kapitaalvermindering. De algemene vergadering kan uitsluitend op voorstel van de Directie, welk voorstel is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:99 en 2:100 van het Burgerlijk Wetboek, besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door de nominale waarde van de aandelen bij statutenwijziging te verminderen. In dit besluit moeten de aandelen waarop het besluit betrekking heeft worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. Een besluit tot intrekking kan slechts betrekking hebben op aandelen die de Vennootschap zelf houdt of waarvan zij certificaten houdt;
Kapitaalvermindering. 4.2.1 De Algemene Vergadering kan besluiten het geplaatste kapitaal te verminderen.
4.2.2 Het geplaatste kapitaal kan worden verminderd door het nominale bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen of door aandelen in te trekken.
Kapitaalvermindering. De Algemene Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2:99 en 2:100 van het Burgerlijk Wetboek besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal hetzij door intrekking van Aandelen hetzij door de nominale waarde van de Aandelen bij wijziging van de Statuten te verminderen. In dit besluit moeten de Aandelen waarop het besluit betrekking heeft worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld.
Kapitaalvermindering. 8.1. De algemene vergadering kan besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door het bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen.
8.2. Voor een besluit tot kapitaalvermindering is een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal in de vergadering is vertegenwoordigd.
8.3. Op een besluit tot kapitaalvermindering en de uitvoering daarvan is overigens het bepaalde in de wet van toepassing.
8.4. Na intrekking van aandelen dient nog ten minste één aandeel te worden gehouden door een ander dan en anders dan voor rekening van de vennootschap of een van haar dochtermaatschappijen.