KATZ Voorbeeldclausules

KATZ. Voor het merendeel van de bewoners van een woonzorgcentrum of centrum voor kortverblijf en de personen die gebruik maken van een centrum voor dagverzorging wordt de afhankelijkheid bepaald aan de hand van de KATZ-schaal. Deze KATZ-schaal bevraagt de mate waarin een persoon hulp nodig heeft bij het uitvoeren van zes activiteiten van het dagelijks leven (ADL): wassen, kleden, verplaatsen, toiletbezoek, continentie en eten. Daarnaast worden in de residentiële ouderenzorg, in tegenstelling tot de sector thuisverpleging, ook de mate van oriëntatie in tijd en ruimte gescoord. Elke ADL-taak wordt gescoord op een 4-puntenschaal (1 = volledig zelfstandig, 2 = matig afhankelijk, 3 = ernstig afhankelijk, 4 = volledig afhankelijk). Bij elk item is er sprake van afhankelijkheid bij een score van 3 of 4. Het RIZIV publiceerde richtlijnen voor het gebruik van de evaluatieschaal met het oog op een zo groot mogelijke uniformiteit. Deze richtlijnen zijn het resultaat van overleg tussen het Nationaal College van Adviserend Geneesheren (NCAG) en de conventiecommissies rustoorden en verpleegkundigen. De richtlijnen van het RIZIV gelden ook vanaf 1/1/2019 als richtlijnen voor het invullen van de KATZ en zijn terug te vinden in bijlage 1 van het MB VSB. Voor desoriëntatie in tijd en ruimte is er eveneens een 4-puntenschaal (1 = geen probleem, 2 = nu en dan, zelden probleem, 3 = bijna elke dag probleem, 4 = volledig gedesoriënteerd of onmogelijk te evalueren). Er is sprake van desoriëntatie bij een score 3 of 4. Voor de financiering van de Ad- profielen (foto op 31 maart) gelden A- profielen die gedesoriënteerd zijn (3 of 4 scoren) en daarnaast ook de A-profielen die tegelijk een 2 score op oriëntatie in tijd én een 2 op oriëntatie in ruimte. De KATZ-schaal kan worden ingevuld door een verpleegkundige die de bewoner kon observeren of de behandelend arts (en dus niet de CRA tenzij de CRA de behandelend arts is) en ook door hen ondertekend worden (met uitzondering enkele specifieke situaties waarin ondertekening door de behandelend arts verplicht is).

Related to KATZ

  • Melden Verzekerden stellen verzekeraar zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk in kennis van iedere aanspraak en van iedere omstandigheid waarmee zij bekend zijn of behoren te zijn.

  • Wachtdagen De dagen dat u geen vergoeding krijgt voor het loon dat u doorbetaalt aan een arbeidsongeschikte verzekerde. Er gelden wachtdagen voor elke nieuwe periode dat de verzekerde arbeidsongeschikt is. Wordt deze verzekerde binnen vier weken na het einde van een arbeidsongeschiktheidsperiode opnieuw arbeidsongeschikt? Dan tellen we deze twee periodes als één periode. We rekenen met vijf werkdagen per week, ook als de verzekerde meer of minder dagen per week werkt. Is de oorzaak van de ziekte na een zwangerschaps- en bevallingsverlof op grond van de WAZO gelijk aan de oorzaak vóór het verlof? Dan tellen we deze twee periodes als één periode. Is er sprake van verschillende oorzaken? Dan houden we opnieuw wachtdagen in. UWV beoordeelt of de ziekte een andere oorzaak heeft. Op uw polisblad leest u hoeveel wachtdagen u heeft.

  • Opdrachtnemer De natuurlijke- of rechtspersoon die met de opdrachtgever een overeenkomst heeft gesloten tot het uitvoeren van contractcateringactiviteiten en werkgever is in de zin van deze cao.

  • Bronnen 1. De werknemer kan kiezen uit de navolgende bronnen in tijd en geld: a. bovenwettelijke vakantie-uren, met een maximum van 76 vakantie-uren per boekjaar; b. xxxxxxx, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en vaste toelagen. 2. Met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg kunnen nadere afspraken gemaakt worden over invoering van extra bronnen. 3. Het maximum genoemd in lid 1 onder a geldt niet voor zover de vakantie-uren worden ingezet voor het doel genoemd in artikel 5.4, lid 1 onder e.

  • Doelen Is uw toestemming nodig?

  • Wachttijd Er geldt een wachttijd van drie maanden. Deze geldt echter niet voor geschillen uit overeenkomst, indien de overeenkomst na de ingangsdatum van deze verzekeringsmodule is gesloten, en ook niet voor het verhalen van schade op een wettelijk aansprakelijke derde en strafzaken.

  • Levensloop 1. Na het genieten van levensloop heeft de werknemer het recht om terug te keren in zijn oude functie. 2. De periode van genoten levensloop telt mee voor het bepalen van de duur van de diensttijd. 3. Tijdens het genieten van levensloop zal de pensioenopbouw op de reguliere wijze worden voortgezet.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Leeswijzer Waar wordt gesproken over ‘basisfunctie’ wordt de matrixfunctie pedagogisch medewerker bedoeld op basis waarvan de variant of differentiatie is opgesteld. De variant pedagogisch medewerker BSO is een voorbeeld van hoe een functiebeschrijving voor een pedagogisch medewerker die in de BSO werkt eruit zou kunnen zien. De differentiaties pedagogisch medewerker 1, 2, 3 en 4 zijn voorbeelden van differentiaties van de functie pedagogisch medewerker. Deze differentiaties stellen hogere eisen aan de functiebeoefenaar en zijn dan ook hoger gewaardeerd. De differentiaties zijn ook mogelijk voor een pedagogisch medewerker BSO.

  • Stallingskosten Indien de opdrachtgever binnen drie werkdagen na kennisneming van de uitvoering van de opdracht de auto niet heeft afgehaald, kan de reparateur een binnen zijn bedrijf gehanteerde of, bij gebreke daarvan, een andere redelijke vergoeding wegens stallingskosten in rekening brengen.