Ketenregeling Voorbeeldclausules

Ketenregeling. Bij het sluiten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt artikel 7:668a lid 1 BW zoals dat luidt op 1 januari 2022. Als je arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bij elkaar langer dan drie jaar hebben geduurd, wordt je laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dit geldt ook als je meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd achter elkaar hebt gehad. Als je voorafgaand aan je arbeidsovereenkomst met de bank via een uitzendbureau of detachering bij de bank hebt gewerkt, dan telt alleen de laatste arbeidsovereenkomst met die andere werkgever mee in de keten. De bank moet ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze als opvolger beschouwd worden van die andere werkgever. In alle gevallen mag de keten van arbeidsovereenkomsten niet langer onderbroken zijn dan zes maanden.
Ketenregeling. Ketenregeling zoals geldend vanaf 1 juli 2015. Per 1 juli 2015 geldt de nieuwe ketenregeling uit artikel 7:668a BW. Met betrekking tot het aangaan van meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt dan de gewijzigde ketenregeling uit artikel 7:668a van het BW (3x2x6). – Arbeidsovereenkomsten tellen mee in een keten als ze elkaar opvolgen met zes maanden of minder tussen twee opeenvolgende arbeidsovereenkomsten. Als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is geëindigd en de volgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd vangt meer dan zes maanden daarna aan, dan begint een nieuwe keten. – Als een keten van twee of drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd langer dan 24 maanden heeft geduurd, dan is vanaf dat moment sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat ook van rechtswege vanaf het moment dat de keten van arbeidsovereenkomsten uit meer dan drie arbeidsovereenkomsten bestaat. – Sub a is van overeenkomstige toepassing op elkaar op volgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers, die, ongeacht of inzicht bestaat in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. Op arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs is de ketenrege- ling conform artikel 7:668a lid 10 BW niet van toepassing. Dit geldt ook voor arbeidsovereen- komsten die uitsluitend of overwegend zijn aangegaan omwille van de educatie van de werknemer, conform artikel 7:668a lid 9 BW. In opleiding zijnde werknemers kunnen maximaal vijf arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangaan in een periode van maximaal vijf jaar. Per opleidingsniveau kunnen maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangegaan.
Ketenregeling. Lid 1 Met dezelfde werknemer kunnen binnen een periode van 36 maanden maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan 6 maanden. Het aangaan van een arbeidsovereenkomst waardoor de genoemde periode van 36 maanden en/of het aantal van 3 arbeids- overeenkomsten wordt overschreden, zonder dat een onderbreking van meer dan 6 maanden heeft plaatsgevonden, leidt van rechtswege tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Lid 2 Het in lid 1 bepaalde geldt niet voor arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg.
Ketenregeling. Sociale partners onderzoeken of aan de huidige afspraken van de uitzondering van de ketenregeling conform artikel 9 lid 3 inzake seizoensomstandigheden, functiegroep 4 als extra uitzonderingsgroep kan worden toegevoegd.
Ketenregeling. Ten aanzien van de contractering van werknemers op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd geldt in afwijking op het bepaalde in artikel 7:668a BW dat er maximaal drie contracten kunnen worden aangegaan gedurende 24 maanden. Uitbreiding tot zes contracten gedurende 48 maanden ingevolge artikel 7:668a, vijfde lid BW is mogelijke indien voor de betreffende functie of functiegroepen is vastgesteld dat de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering dit vereist.
Ketenregeling. 1. Op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is de wettelijke ketenregeling (artikel 7:668a BW) van toepassing. 2. Indien je direct voorafgaand aan je arbeidsovereenkomst meer dan een half jaar op basis van één of meerdere uitzend- en/of detacheringovereenkomsten bij je werkgever hebt gewerkt, dan tellen die uitzend- en/of detacheringovereenkomsten in het kader van de ketenregeling als één arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een half jaar.
Ketenregeling van de cao wordt aangepast conform de wettelijke ketenregeling. Als gevolg hiervan komt de uitzonderingsbepaling uit artikel 9 lid 3 inzake seizoensomstandigheden te vervallen.
Ketenregeling. De intrinsieke aard van de bedrijfsvoering maakt het noodzakelijk dat partijen voor de functies van brug- en sluiswachter, sluismeester, operator, centralist en veerpontschipper de mogelijkheid tot het sluiten van opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd op de hiernavolgende omschreven wijze verruimen In overeenstemming met artikel 7:668a lid 5 BW kunnen in afwijking van artikel 7: 668a lid 1 BW tot maximaal zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met tussenpozen van korter dan zes maanden elkaar opvolgen tot een maximale duur van 48 maanden alvorens van rechtswege sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Indien tussen opvolgende arbeidsovereenkomsten sprake is van een onderbreking van langer dan drie maanden, dan wordt de keten onderbroken en geldt een na voornoemde tussenpoos gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als de eerste in een eventuele nieuwe keten.
Ketenregeling. In afwijking van Artikel 11 lid 3 geldt dat binnen een periode van 48 maanden maximaal zes arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of bepaald werk kunnen worden aangegaan die elkaar opvolgen met tussenpozen van ten hoogste zes maanden. Vanaf de dag dat het aantal van zes elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of bepaald werk of de periode van 48 maanden (tussenpozen inbegrepen) wordt overschreden, is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (art. 7:668a lid 12 BW). De keten van opvolgende arbeidsovereenkomsten wordt onderbroken als de werknemer langer dan zes maanden uit dienst is.