Ketting-boetebeding. Koper is verplicht en verbindt zich jegens Verkoper, die zulks aanvaardt, de in de leden 3, 4, 5 en 6 van artikel 11 van de Koopovereenkomst omschreven verplichtingen van Koper jegens Verkoper bij eigendomsoverdracht van het Verkochte of een gedeelte van het Verkochte, alsmede bij de verlening en/of vestiging van een al dan niet goederenrechtelijk gebruiksrecht ten laste van het Verkochte of een gedeelte daarvan aan zijn rechtsopvolger(s), de goederenrechtelijk gerechtigde(n), en/of de niet-goederenrechtelijke gebruiker(s) ten behoeve van Verkoper op te leggen, die verplichtingen ten behoeve van Xxxxxxxx aan te nemen en om, in verband daarmee, in de akte van levering van de eigendom, verlening en/of vestiging van het al dan niet goederenrechtelijke gebruiksrecht, het in de leden 3, 4, 5 en 6 van artikel 11 van de Koopovereenkomst bepaalde woordelijk op te nemen, met dien verstande dat de naam van Xxxxx in vorenbedoelde akten mag worden vervangen door de naam van de rechtsopvolger(s) respectievelijk gebruiker(s) van Koper, een en ander op verbeurte van een direct opeisbare boete groot vijf miljoen gulden (NLG 5.000.000,00) ten behoeve van Verkoper, onverlet het recht van Verkoper om de eventueel meer geleden schade van de rechtsopvolger(s) respectievelijk gebruiker(s) van Koper te vorderen. Degenen die gehouden zijn de uit genoemde leden voortvloeiende verplichtingen na te komen, zullen in verzuim zijn vanwege het enkele feit van de overtreding of toerekenbare tekortkoming zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, zodat zowel de bedongen boete, als de eventueel meer door Verkoper geleden schade terstond kunnen worden gevorderd.”
