Landschap en cultuurhistorie Voorbeeldclausules

Landschap en cultuurhistorie. 5.1 Aanleg en herstel van natuurlijke, halfnatuurlijke en cultuurhistorische landschapseenheden
Landschap en cultuurhistorie. De landschappelijke hoofdstructuur is zeer waardevol en biedt een goede basis voor een prettige woon-, werk- en
Landschap en cultuurhistorie. In het Landschapsbeeld Gooi en Vechtstreek zijn landschappelijke structuren en elementen benoemd die voor de regio van waarde zijn. Het versterken van deze elementen kan als een kans worden verwoord. Structuren en elementen die hierbij genoemd kunnen worden zijn: • Openheid van de meren • De overgang tussen verschillende landschapstypen, hier open water en het land • De voormalige zeedijken en de klifkusten • De overgebleven gronden van de Erfgooiers (Naardermeent, de Kampen) • Voormalige buitenplaatsen nabij de kust • Militair landschap en werken, hier met name vestingsteden, forten, schootsvelden en kleinere werken op de dijk • Zanderijen en zandafgravingen In de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie zijn ook kansen voor verbetering genoemd. Hieronder wordt per element, zoals hierboven benoemd, kansen beschreven. • De kust is meer dan de dijk alleen. Voorland en achterland horen bij elkaar en beïnvloeden elkaar. • Het hanteren van het contrast tussen oude en nieuwe kusten als ordeningsprincipe. • Behandel de grillige (bijvoorbeeld Waterland) en de strakke kusten (bijvoorbeeld Wieringermeer) ieder op een eigen manier. Ga uit van de karakterverschillen tussen historische kusten en nieuwere kusten: kronkelig versus rechtlijnig, steil talud versus breed talud, voorlanden versus scherpe grens, ligging van de weg op of achter de dijk • Stimuleer kleinschalige recreatieve voorzieningen in de kustzone. Gebruik hierbij de vormentaal die is ontwikkeld voor de ‘Natuurboulevard’. • Versterk de continuïteit van de route van de voormalige Zuiderzeedijk ter hoogte van het Naarderbos. Maak het verloop van de cultuurhistorische dijk meer zichtbaar. • Sluit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs de kust (routes, havens, etc.) aan bij de vormgevingsprincipes en de vormentaal die is ontwikkeld voor de ‘Natuurboulevard’. • Breng het badplaatskarakter terug in Muiderberg. Wees zuinig op de historische elementen zoals stranden en steigers.
Landschap en cultuurhistorie. Geen aanpassing(en)
Landschap en cultuurhistorie. De hoofddoelen met betrekking tot landschap en cultuurhistorie zijn behoud en versterking van de identiteit van verschillende landschapstypen en het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden. De provincie Utrecht telt 5 Nationale Landschappen. Dat zijn Nederlandse landschappen die internationaal zeldzaam of uniek zijn. Deze landschappen zijn gebieden met een bijzondere cultuurhistorie: ze vertellen op welke manier het Utrechtse landschap is ontstaan. Voor landschap zijn geen financiële middelen beschikbaar gesteld. Hiervan wordt verwacht dat het wordt mee gekoppeld met de andere thema’s. Onder het thema ‘landschap en cultuurhistorie’ vallen de volgende maatregelen:
Landschap en cultuurhistorie. In paragraaf 7.10 van het MER zijn de effecten van het project voor landschap, stedelijke en ruimtelijke kwaliteit beschreven en beoordeeld. De varianten voor de spoorverdubbeling zijn beoordeeld op de criteria ruimtelijke samenhang, landschappelijke waarde en cultuurhistorische waarde. Hieruit blijkt dat er (kleine) verschillen zijn tussen de varianten, omdat op verschillende locaties langs het spoor telkens andere landschapselementen aangetast kunnen worden in de verschillende varianten (zoals het straatprofiel van de Mijnspoorweg en de bomenlaan in de Leenstraat). De Commissie is van mening dat de effecten op een aantal punten te positief zijn beoordeeld: VOORLOPIG • In paragraaf 7.10.3 worden onder de kop ‘beïnvloeding cultuurhistorische waarde’ de oude onderdoorgangen besproken als cultuurhistorisch waardevol. De tekst suggereert dat er in de referentiesituatie (lees: bij het niet uitvoeren van het project) aantasting van deze onderdoorgangen zal plaatsvinden. Deze aantasting zal echter juist plaatsvinden door uitvoering van het project. De effecten moeten dus besproken worden onder de verschillende varianten. Vervolgens wordt de suggestie gewekt dat de cultuurhistorische waarden teruggebracht kunnen worden door renovatie/vervanging. Een zorgvuldig ontwerp en ‘herkenbare’ opbouw zijn waardevol, maar dit voorkomt niet dat cultuurhistorische waarden verloren gaan. Hierdoor zijn de effecten op cultuurhistorische waarden te positief beoordeeld. • De beoordeling van de effecten op de cultuurhistorische waarden van de Leenstraat is onvolledig. In het MER staat dat het verdwijnen van groen aan de randen van de wijk geen effect heeft op de waarde van het beschermd dorps- en stadsgezicht, omdat het geen rol speelt in de definitie van dit stads- en dorpsgezicht. Dit argument kan in juridische zin van belang zijn, maar dit betekent niet dat die effecten er niet zijn. Ook los van de juridische context van de beschermingsstatus moeten de effecten van het verdwijnen van groen in beeld gebracht worden. De Commissie adviseert om in een aanvulling op het MER de beoordeling van de effecten op cultuurhistorische waarden aan te passen op basis van voornoemde opmerkingen. In paragraaf 7.6 de effecten op archeologische waarden beschreven. Alle varianten worden beoordeeld als licht negatief, vanwege de (geringe) doorsnijding van gebieden met archeologische (verwachtings)waarden. De Commissie vindt deze conclusie voldoende onderbouwd.10 10 In de zienswijze van de gemeente La...

Related to Landschap en cultuurhistorie

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Onderwerp van deze Verwerkersovereenkomst 3.1 Verwerker verwerkt de door of via Verwerkingsverantwoordelijke ter beschikking gestelde Persoonsgegevens uitsluitend in opdracht van Verwerkingsverantwoordelijke voor de uitvoering van de Hoofdovereenkomst en uitsluitend overeenkomstig schriftelijke instructies van Verwerkingsverantwoordelijke, tenzij een op Verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke wettelijke bepaling hem tot verwerking verplicht. In dat geval zal Verwerker Verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, daarvan zonder onredelijke vertraging in kennis stellen, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt. 3.2 De door Verwerker uit te voeren verwerkingen staan beschreven in tabel 1 van Bijlage 1.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Natuurrampen Natuurrampen, zoals overstroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting en lawine;

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof. 2. De werknemer is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering, zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en ook overigens de hem in dit verband door de Arbodienst of uitvoeringsorganisatie gegeven voorschriften na te leven. 3. De werknemer die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt gedurende een termijn van twaalf maanden zijn volledige salaris. Vervolgens (tweede ziektejaar) ontvangt werknemer over de verlofuren wegens ziekte 70% van zijn salaris tot het einde dienstverband. De werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt vanaf zijn eerste ziektedag gedurende maximaal 13 weken aanspraak op zijn volledige salaris. Na deze periode heeft bedoelde werknemer geen recht meer op loon. 4. De werknemer die gerekend vanaf de eerste ziektedag twee jaar (104 weken) onafgebroken niet in staat is geweest zijn arbeid wegens ziekte geheel of gedeeltelijk te verrichten, heeft recht op een WIA- uitkering, indien hij aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. 5. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is onverkort van toepassing op een werknemer die in het eerste ziektejaar een vervroegde geneeskundige keuring aanvraagt en aansluitend door het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard. 6. Indien het UWV op grond van artikel 25 negende lid van de WIA een tijdvak vaststelt, gedurende welke de werknemer jegens de werkgever aanspraak op loon heeft, ontvangt de werknemer over dat tijdvak loon ter hoogte van 80% van zijn loon over de verlofuren wegens ziekte. 7. Indien de werknemer een WAO, WIA-, IP- of een AAOP-uitkering is toegekend, wordt het bedrag van die uitkering(en) in mindering gebracht op het bedrag, waarop hij ingevolge de in het vierde of vijfde lid opgenomen bepaling recht heeft. 8. Indien, als gevolg van het handelen of nalaten van handelingen door werknemer, de WAO of WIA- uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wel blijvende of tijdelijke vermindering ondergaat, wordt deze uitkering voor de toepassing van het vierde of vijfde lid geacht steeds onverminderd te zijn genoten. 9. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is niet van toepassing op een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • Arbeidsduur en arbeidstijden 1. De uitzendonderneming maakt afspraken met de uitzendkracht over het aantal te werken uren per dag/week/periode. 2. De arbeids-, pauze- en rusttijden van de uitzendkracht zoals bedoeld in de Arbeidstijdenwet zijn gelijk aan die bij de opdrachtgever. 3. In overleg met de opdrachtgever en uitzendonderneming, is het de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende arbeidsduur en/of arbeidstijden. Dit kan bij aanvang van de uitzendovereenkomst, dan wel gedurende de uitzendovereenkomst worden overeengekomen. Hierbij geldt dat: x. xx xxxxxxxxx niet de voor de opdrachtgever uiterste grenzen van de wet en/of cao van de opdrachtgever (voor zover deze ruimer is) overschrijdt; b. de pauze- en rusttijden voor de uitzendkracht niet korter zijn dan bij de opdrachtgever.

  • Eindafrekening 1. De Erkende Verhuizer zal de eindafrekening tijdens de oplevering aan de klant ter hand stellen ofwel zo spoedig mogelijk na de oplevering doen toekomen. 2. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op regie (al dan niet in combinatie met een richtprijs), bevat de eindafrekening een opstelling van de bestede uren, geleverde materialen en overige kosten (zoals gereedschapshuur, parkeergelden, precario, e.d.). 3. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op een vaste prijs, bevat de eindafrekening een opstelling van de vaste prijs, het eventuele ‘meer- en/of minderwerk’ en eventuele extra kosten op grond van onvoorziene complicaties. 4. De eindafrekening bevat tevens een opstelling van eventueel door de klant reeds betaalde bedragen en van het resterende saldo. 5. Alle betalingen dienen binnen 2 weken na ontvangst van de rekening plaats te vinden, tenzij partijen een andere termijn zijn overeengekomen.