Levensfasevoorziening Voorbeeldclausules

Levensfasevoorziening. Dit artikel zal per 1 januari 2016 vervallen. Alle rechten van werknemers die uiterlijk op 31 december 2015 op basis van dit artikel in een levensfaseovereenkomst tussen werknemer en werkgever zijn vastgelegd, blijven voor de looptijd van die overeenkomst bestaan. a. Werknemer kan met ingang van 1 januari 2009 in dit kader een levensfasevoorziening als bedoeld in lid d van minimaal 1 uur en maximaal 30,4 uur per jaar aanwenden. Indien de werknemer minder uren werkt dan de basisarbeidsduur (art 4.1) dan zal de voor- ziening naar rato van de arbeidsurenomvang van het dienstverband worden toegekend. b. Indien de werknemer daartoe besluit zal voor elk uur 1 uurloon uit het salaris worden gehaald in het jaar waarin de uren van de levensfasevoorziening worden besteed, tenzij werkgever en werknemer daar anders- luidende afspraken over maken in de Levensfaseover- eenkomst, zie bijlage 7. c. De werknemer kan de levensfasevoorziening aan- wenden ten behoeve van loopbaangerichte scholing en aanpassing werk- of -rusttijden, extra vakantieverlof of, voor zover van toepassing, storting in de levens- loopregeling. d. Jaarlijks, in het vierde kwartaal voert de werkgever een jaargesprek met betrekking tot de eventuele toe- passing van artikel 6.9. In dit gesprek bepaalt de werknemer of hij gebruik maakt van de levensfase- voorziening als bedoeld in artikel 6.9 en de wijze van toepassing van lid c. Besteding aan de doelen conform lid c vindt slechts plaats conform de wensen van de werknemer, indien werkgever en werknemer daar overeenstemming over hebben bereikt. e. De afspraken worden vastgelegd in de Levensfase- overeenkomst, zie bijlage 7 tussen werknemer en werkgever. f. De besteding van de levensfasevoorziening kan slechts plaats vinden in het kalenderjaar, waarin het recht is ontstaan, met dien verstande, dat de besteding van die uren dient plaats te vinden voor 1 april van het daaropvolgende jaar. Niet bestede uren levensfase- voorziening, die voor 1 april van het volgende kalen- derjaar niet zijn opgenomen worden uitbetaald. g. Indien de levensfasevoorziening voor scholing wordt ingezet, zullen eerst alle overige regelingen ten aan- zien van studie faciliteiten uit deze cao van toepassing zijn.
Levensfasevoorziening. Ter uitvoering van artikel 48 gelden onderstaande bepalingen ten aanzien van de individuele levensfasevoorziening ten behoeve van de werknemers. - Ten behoeve van deze levensfasevoorziening stelt de werkgever per werknemer jaarlijks een bijdrage van 2% van het bruto jaarinkomen inclusief vakantietoeslag ter beschikking. Daarnaast gelden de bronnen als beschreven onder artikel 2. - Bij bronnen en doelen kan er onderscheid gemaakt worden tussen tijd en geld.
Levensfasevoorziening. Dit artikel is per 1 januari 2016 vervallen. Alle rechten van werknemers die uiterlijk op 31 december 2015 op basis van dit artikel in een levensfaseovereenkomst tussen werknemer en werkgever zijn vastgelegd, blijven voor de looptijd van die overeenkomst bestaan.
Levensfasevoorziening a. Werknemer kan met ingang van 1 januari 2009 in dit kader een levensfasevoorziening als bedoeld in lid d van minimaal 1 uur en maximaal 30,4 uur per jaar aanwenden. Indien de werknemer minder uren werkt dan de basisarbeidsduur (art 4.1) dan zal de voorziening naar rato van de arbeidsurenomvang van het dienstverband worden toegekend. b. Indien de werknemer daartoe besluit zal voor elk uur 1 uurloon uit het salaris worden gehaald in het jaar waarin de uren van de levensfasevoorziening worden besteed, tenzij werkgever en werknemer daar andersluidende afspraken over maken in de Levensfaseovereenkomst, zie bijlage 5. c. De werknemer kan de levensfasevoorziening aanwenden ten behoeve van loopbaangerichte scholing en aanpassing werk- of rusttijden, extra vakantieverlof of storting in de levensloop- regeling. d. Jaarlijks, in het vierde kwartaal voert de werkgever een jaargesprek met betrekking tot de eventuele toepassing van artijkel 6.8. In dit gesprek bepaalt de werknemer of hij gebruik maakt van de levensfasevoorziening als bedoeld in artikel 6.8 en de wijze van toepassing van lid c. Besteding aan de doelen conform lid c vindt slechts plaats conform de wensen van de werknemer, indien werkgever en werknemer daar overeenstemming over hebben bereikt. e. De afspraken worden vastgelegd in de Levensfaseovereenkomst, zie bijlage 5 tussen werknemer en werkgever. f. De besteding van de levensfasevoorziening kan slechts plaats vinden in het kalenderjaar, waarin het recht is ontstaan, met dien verstande, dat de besteding van die uren dient plaats te vinden voor 1 april van het daaropvolgende jaar. Worden de uren niet aangewend (voor de in lid c bedoelde bestedingsdoelen), dan komen zij te vervallen. g. Indien de levensfasevoorziening voor scholing wordt ingezet, zullen eerst alle overige regelingen ten aanzien van studie faciliteiten uit deze CAO van toepassing zijn.

Related to Levensfasevoorziening

  • Prijsherziening Overeenkomstig artikel 38/7 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet deze opdracht een prijsherzieningsbepaling.

  • Herziening Indien de maatschappij haar tarieven en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen herziet, heeft zij het recht deze verzekering aan die nieuwe tarieven en/of voorwaarden aan te passen. De maatschappij zal die aanpassing vooraf aankondigen.

  • Noodvoorziening De redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening die bij of na een gedekte gebeurtenis is aangebracht ten behoeve van de verzekerde zaken in afwachting van definitief herstel van schade door die gebeurtenis aan de verzekerde zaken.

  • Nutsvoorzieningen De verkrijger is vrij alle eventuele bestaande contracten betreffende water-, gas- of elektriciteitsvoorziening of enige andere distributiedienst over te nemen, dan wel nieuwe aan te gaan. Hij stelt deze diensten op de hoogte van zijn aankoop.

  • Onvoorziene gevallen In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

  • Voorzieningen Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de Vennootschap een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitgaande kasstroom noodzakelijk zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen worden gewaardeerd door de verwachte toekomstige kasstromen aan de actuele marktrente te berekenen en, indien toepasbaar, door het specifieke risico dat aan de verplichting gelinkt is te weerspiegelen.

  • Extra onvoorziene kosten 1. Opdrachtnemer is gerechtigd extra onvoorziene kosten, welke ontstaan door een niet aan de opdrachtnemer toe te rekenen oorzaak door te berekenen aan de opdrachtgever. 2. Van onvoorziene kosten is sprake indien de kosten zijn ontstaan meer dan drie maanden na aangaan van de overeenkomst en die bij het aangaan van de overeenkomst redelijkerwijs niet waren te voorzien. 3. Opdrachtnemer is verplicht opdrachtgever onverwijld op de hoogte te stellen van de onvoorziene kosten.

  • Voorlopige voorziening Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Voorzitter De voorzitter heeft de leiding van de dagelijkse werkzaamheden van de vereniging. Hij leidt de algemene vergadering en de bestuursvergaderingen. Hij vertegenwoordigt de vereniging bij officiële gelegenheden. Hij beslist in bestuursvergaderingen bij staking van de stemmen.