Loopbaangerichte scholing Voorbeeldclausules

Loopbaangerichte scholing a. Loopbaangerichte scholing vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Indien een werknemer een loop- baangerichte scholing wil volgen, maakt hij dit schrifte- lijk kenbaar aan de werkgever onder vermelding van opleiding, opleidingstijd en kosten. Wanneer werk- gever en werknemer de scholing in beider belang vinden, komen zij tot overeenstemming en leggen zij de afspraken schriftelijk vast als loopbaangerichte scholing in het scholingsplan.
Loopbaangerichte scholing. Loopbaangerichte scholing vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Uitgangspunt hierbij is dat de werkgever de studiekosten voor haar rekening neemt (artikel 6.4 lid e) en werknemer de opleiding volgt in zijn eigen tijd, dan wel door onbetaald verlof te nemen waarbij de levensfasevoorziening (deels) kan worden ingebracht (artikel 6.4 lid d). Indien een werknemer een loopbaangerichte scholing wil volgen, maakt hij dit schriftelijk kenbaar aan de werkgever onder vermelding van opleiding, opleidingstijd en kosten. Wanneer werkgever en werknemer de scholing in beider belang vinden, zullen zij afspraken maken over de loopbaangerichte scholing. In dat geval gelden de volgende bepalingen, waarbij onder studieverlof onbetaald verlof wordt verstaan:

Related to Loopbaangerichte scholing

  • Langdurend zorgverlof In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 5 van de Wet Arbeid en Zorg gelden voor de werknemer die van het recht op langdurend zorgverlof gebruik wil maken onderstaande bepalingen:

  • Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van:

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.