Levensloopregeling en verlof Voorbeeldclausules

Levensloopregeling en verlof. Als de werknemer zijn levenslooptegoed wil gebruiken voor verlof in een situatie die niet in de wet is geregeld, gelden de volgende bepalingen: a. De werknemer kan het verlof opnemen in voltijd of in deeltijd. b. Hij dient bij de werkgever een schriftelijke verlofaanvraag in. Hierbij houdt hij zich aan de volgende termijnen: • ten minste 3 maanden voorafgaand aan een verlof van minder dan 3 maanden; • ten minste 6 maanden voorafgaand aan een verlof van 3 maanden of langer. c. De werkgever neemt - na overleg met de werknemer - een beslissing over de verlofaanvraag. Dit doet hij binnen één maand na ontvangst van het verzoek. d. Als de werknemer een verzoek indient om maximaal 2 jaar direct voorafgaand aan zijn AOW- leeftijd met verlof te gaan, willigt de werkgever dit verzoek in. Het gaat hier bijvoorbeeld over onbetaald verlof voor de zorg voor hulpbehoevende ouders, studie of een sabbatical leave. Het gaat hier niet over verlofvormen die zijn geregeld in de Wet Arbeid en Zorg: zwangerschaps- en bevallingsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof, calamiteitenverlof, kortverzuimverlof, kortdurend zorgverlof en ouderschapsverlof.
Levensloopregeling en verlof. 1. Indien de werknemer met verlof wenst te gaan in een geval dat niet bij wet is geregeld*) met gebruikmaking van zijn tegoed in het kader van de levensloopregeling, dan geldt het bepaalde in de volgende leden. 2. De werknemer kan het verlof zowel in voltijd als in deeltijd opnemen. 3. De werknemer dient een verzoek van minder dan drie maanden verlof tenminste drie maanden voor het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk in bij de werkgever. Een verlof van drie maanden of langer wordt ten minste zes maanden voor dat tijdstip schriftelijk bij de werkgever ingediend. 4. De werkgever neemt een beslissing op het verzoek na overleg met de werknemer binnen een maand na ontvangst van het verzoek als bedoeld in lid 3. 5. Indien de werknemer met verlof wil gaan voor een periode van niet langer dan twee jaren direct voorafgaand aan het mo- ment waarop hij met pensioen gaat, willigt de werkgever het verzoek in. *) Hierbij wordt gedoeld op bijvoorbeeld onbetaald verlof voor het meer tijd besteden aan de zorg voor hulpbehoevende ouders of voor studie of voor een sabbatical leave en niet aan bijvoorbeeld de volgende, in de Wet arbeid en zorg geregelde, verlofvormen: zwangerschaps- en bevallingsverlof, verlof bij adoptie, kraamverlof, calamiteiten- en kortverzuimverlof, kortdurend zorgverlof en ouderschapsverlof.
Levensloopregeling en verlof. Als de werknemer zijn levenslooptegoed wil gebruiken voor verlof in een situatie die niet in de wet is geregeld, gelden de volgende bepalingen: a. De werknemer kan het verlof opnemen in voltijd of in deeltijd. b. Hij dient bij de werkgever een schriftelijke verlofaanvraag in. Hierbij houdt hij zich aan de volgende termijnen: • ten minste 3 maanden voorafgaand aan een verlof van minder dan 3 maanden; • ten minste 6 maanden voorafgaand aan een verlof van 3 maanden of langer. c. De werkgever neemt – na overleg met de werknemer – een beslissing over de verlofaanvraag. Dit doet hij binnen één maand na ontvangst van het verzoek. d. Als de werknemer een verzoek indient om maximaal 2 jaar direct voorafgaand aan zijn AOW- leeftijd met xxxxxx te gaan, willigt de werkgever dit verzoek in.
Levensloopregeling en verlof. 1. Indien de werknemer met verlof wenst te gaan in een geval dat niet bij wet is geregeld met gebruikmaking van zijn tegoed in het kader van de levensloopregeling, dan geldt het bepaalde in de volgende leden. 2. De werknemer kan het verlof zowel in voltijd als in deeltijd opnemen. 3. De werknemer dient een verzoek van minder dan drie maanden verlof tenminste drie maanden voor het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk in bij de werkgever. Een verlof van drie maanden of langer wordt ten minste zes maanden voor dat tijdstip schriftelijk bij de werkgever ingediend. 4. De werkgever neemt een beslissing op het verzoek na overleg met de werknemer binnen een maand na ontvangst van het verzoek als bedoeld in lid 3. 5. Indien de werknemer met verlof wil gaan voor een periode van niet langer dan twee jaren direct voorafgaand aan het moment waarop hij met pensioen gaat, willigt de werkgever het verzoek in.

Related to Levensloopregeling en verlof

  • Levensloop 1. Na het genieten van levensloop heeft de werknemer het recht om terug te keren in zijn oude functie. 2. De periode van genoten levensloop telt mee voor het bepalen van de duur van de diensttijd. 3. Tijdens het genieten van levensloop zal de pensioenopbouw op de reguliere wijze worden voortgezet.