MILIEU EN GELUID Voorbeeldclausules

MILIEU EN GELUID. Nr. 2002/49 Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, gewijzigd bij Verordening 1137/2008 en Richtlijn 2015/996 Relevante bepalingen: de artikelen 1 tot en met 12, de bijlagen I tot en met VI Nr. 2003/96 Richtlijn van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit Relevante bepalingen: artikel 14, lid 1, onder b), en artikel 14, lid 2 Nr. 2006/93 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de regulering van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 3, tweede uitgave (1988) Relevante bepalingen: de artikelen 1 tot en met 5, bijlagen I en II Nr. 598/2014 Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de vaststelling van regels en procedures voor de invoering van geluidsgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Unie binnen het kader van een evenwichtige aanpak, en tot intrekking van Richtlijn 2002/30/EG Relevante bepalingen: de artikelen 1 tot en met 10, bijlagen I en II
MILIEU EN GELUID. Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap (voor de EER relevante tekst), (artikelen 1-12 en 14-18), PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40. Richtlijn 89/629/EEG van de Raad van 4 december 1989 betreffende de beperking van de geluidsemissie van civiele subsonische straalvliegtuigen, PB L 363 van 13.12.1989, blz. 27, Richtlijn 2006/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de regulering van de exploitatie van de vliegtuigen van boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 3, tweede uitgave (1988) van bijlage 16 bij het verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Gecodificeerde versie) (voor de EER relevante tekst), PB L 374 van 27.12.2006, blz. 1.
MILIEU EN GELUID. Nr. 2002/49 Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, als gewijzigd bij: – Verordening (EG) nr. 1137/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 – Richtlijn (EU) 2015/996 van de Commissie van 19 mei 2015

Related to MILIEU EN GELUID

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Jaarstukken 2022 – Gemeente Papendrecht Pagina | 57

  • Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.

  • Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Orde, veiligheid en milieu 13.1. Leverancier, zijn medewerkers en de eventuele door hem met Schriftelijke toestemming van Opdrachtgever ingeschakelde personen/derden, is/zijn gehouden de wettelijke veiligheids-, gezondheids-, en milieuvoorschriften in acht te nemen. De gevolgen van overtreding van enig voorschrift in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst zijn geheel voor rekening en risico van Leverancier 13.2. Leverancier, zijn medewerkers en eventuele door hem met Schriftelijke toestemming van Opdrachtgever ingeschakelde personen/derden, is/zijn gehouden de bedrijfsvoorschriften en reglementen van Opdrachtgever op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu of anderszins stipt na te leven zodra zij zich begeven op de locatie van Opdrachtgever. 13.3. Leverancier verklaart overeenkomstig EU-stoffenwetgeving REACH EC 1907/2006, alle goederen, producten, welke door Opdrachtgever zijn besteld volgens genoemde wetgeving zijn geregistreerd dan wel gepreregistreerd. Leverancier bevestigd dat Xxxxxxxx welke door Leverancier geleverd worden geen Zeer Zorgwekkende stoffen bevatten, zoals opgenomen in annex IV van voornoemde verordening. 13.4. Leverancier verklaart overeenkomstig EU-stoffenwetgeving RoHS 2011/65/EU, dat Goederen welke door Leverancier geleverd worden een kleiner aandeel dan de maximaal gestelde concentratie aan Zorgwekkende stoffen bevatten, zoals opgenomen in annex VI van voornoemde verordening. 13.5. Zoals genoemd in artikel 13.3 – 13.4 zal Leverancier zich houden aan de EU- stoffenwetgeving REACH – RoHS. Indien er van een product en/of verpakking veiligheid- informatiebladen bestaan, dient Leverancier vóór Levering deze bladen van elk product direct aan Opdrachtgever te overhandigen en digitaal aan Opdrachtgever ter beschikking te stellen. 13.6. Leverancier verklaart dat hij overeenkomstig Xxxx Xxxxx Wall Street Reform and Consumer Protection Act, een beleid heeft opgesteld en due-diligence maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs waarborgen dat geleverde Goederen geen componenten bevatten die een relatie hebben tot conflictgebieden zoals opgenomen in sectie 1502 van voornoemde verordening. Leverancier verklaart medewerking te verlenen bij het verstrekken van due-diligence-informatie in leveringsketen van Opdrachtgever. 13.7. Leverancier levert in overeenstemming met Verordening IMO MEPC.269(68) een verklaring van milieubelastende stoffen. Het niet voorzien in een dergelijke verklaring zal worden beschouwd als een verklaring van het ontbreken van voornoemde stoffen voor welke de leverancier contractueel dan wel middels wetgeving verantwoordelijk wordt gehouden. Leverancier verklaart medewerking te verlenen bij het opstellen van een zogenaamd Green Passport ter verklaring van gebruik van milieubelastende stoffen.

  • Milieu-aantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).

  • Veiligheid en gezondheid a. De werkgever draagt er zorg voor dat de omstandigheden waaronder wordt gewerkt optimaal veilig en gezond zijn. De werkgever voert een arbobeleid op basis van een op schrift gestelde risico-inventarisatie en evaluatie. b. De werkgever draagt er zorg voor dat het onderwerp werkdruk periodiek wordt besproken met de Ondernemingsraad, dan wel de Personeelsvertegenwoordiging, dan wel bij ontbreken van deze organen, met het personeel zelf. In dit overleg kunnen tevens de volgende onderwerpen aan de orde komen: 1. werkweek, arbeids- en rusttijd en dienstrooster; 2. wijze waarop flexibiliteit wordt vormgegeven; 3. arbeidsomstandigheden; 4. scholing; 5. sociaal beleid. c. De werkgever draagt er zorg voor dat in het periodiek algemeen geneeskundig onderzoek van werknemers, het zogenoemde PAGO-onderzoek, het onderwerp werkdruk wordt meegenomen. d. Voor de werknemer die op verzoek van de werkgever de cursus Bedrijfshulp- verlening en/of Sociale Hygiëne en Bedrijfshygiëne volgt, geldt de cursustijd als werktijd.

  • Veiligheid en milieu 2.1. Opdrachtnemer zal alles in het werk stellen om de veiligheid van projectmedewerkers, ketenpartners en de omgeving van het Project te waarborgen en het veiligheidsbewustzijn te vergroten. Tevens stimuleert Opdrachtnemer dat alle betrokkenen proactief handelen ten aanzien van veiligheid. Opdrachtnemer zorgt dat Opdrachtnemer, zijn medewerkers, alsmede door hem ingeschakelde onderaannemers, werknemers en leveranciers zich gedragen volgens de Heijmans houding- en gedragsregels en de veiligheidsregels zoals vastgelegd in het VGWM-handboek. Deze zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx. 2.2. Opdrachtnemer is verplicht de instructies, eisen en aanwijzingen van de Opdrachtgever, de Bouwdirectie of overheidsinstanties zoals de arbeidsinspectie, stipt na te leven. 2.3. De Opdrachtnemer verklaart in bezit te zijn van het certificaat “VCA*” of “VCA**”. Kopie van dit certificaat dient voor aanvang Werkzaamheden in het bezit te zijn van de Opdrachtgever. 2.4. De Opdrachtnemer verzorgt of neemt deel aan toolboxmeetings (periodieke veiligheidsinstructies) en draagt zorg voor het uitvoeren en naleven van de regels en voorschriften welke voor het Project van toepassing zijn. 2.5. De Opdrachtnemer verklaart in het bezit te zijn van alle certificaten welke wettelijk en (indien van toepassing) volgens plaatselijke voorschriften vereist zijn voor het uitvoeren van de Werkzaamheden. Kopieën worden op eerste verzoek van de Opdrachtgever verstrekt. 2.6. De Opdrachtnemer is verplicht tot het nemen van zodanige maatregelen dat tijdens aan- en afvoer van materieel en/of materialen en tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden op het bouwterrein geen bodemverontreiniging en/of milieuschade zal optreden. Mocht er echter toch bodemverontreiniging en/of milieuschade optreden dan verplicht de Opdrachtnemer zich tot het terstond nemen van passende maatregelen en het melden aan de Opdrachtgever van deze verontreiniging, alsmede het voor zijn rekening herstellen van de oorspronkelijke situatie. De Opdrachtnemer vrijwaart de Opdrachtgever voor aanspraken van derden ter zake. 2.7. Bij niet nakoming door de Opdrachtnemer van één of meer van de in de vorige leden omschreven verplichtingen of gedragingen, heeft de Opdrachtgever het recht de persoon wiens gedragingen het betreft van het Project weg te sturen en hem verdere toegang te ontzeggen.